Nederlandse jongeren staan bovenaan in Europa als het gaat om werken naast hun studie. Uit nieuwe cijfers van Eurostat blijkt dat maar liefst 75 procent van alle jongeren tussen de 15 en 25 jaar in Nederland een (bij)baan heeft. Ter vergelijking: in andere Europese landen ligt dat percentage veel lager, gemiddeld rond een derde.
Volgens het UWV is dat verschil goed te verklaren. Waar in landen als Frankrijk universiteiten het combineren van studie en werk ontmoedigen en er zelfs wettelijke beperkingen gelden, is in Nederland juist het tegenovergestelde het geval. Hier wordt een bijbaan vaak gezien als iets vanzelfsprekends. Zeven van de tien werkende jongeren combineren hun baan met een studie.
Maar die vanzelfsprekendheid kent ook een keerzijde. Studenten hebben het druk: studeren, werken én een sociaal leven onderhouden. Uit recente cijfers van het RIVM blijkt dat 28 procent van de jongeren vaak stress ervaart door studie. ‘Vooral in periodes met tentamens of deadlines lopen werk en studie regelmatig in elkaar over’, vertelt Lucas Koning.
Voor sommige studenten wordt alles combineren te veel. Zoals Lucas, hij maakte de keuze om het afgelopen halfjaar een stapje terug te doen. Hij studeert Psychologie aan de Universiteit Utrecht. Lucas vertelt dat hij werkt aan zijn scriptie, twee dagen per week meedraait in de horeca en daarnaast nog een druk sociaal leven onderhoudt. Vorig jaar zorgde dit voor problemen.
Volgens klinisch psycholoog Miriam Saschowa hoeft werken naast de studie niet direct een probleem te zijn, maar ligt het risico in of hetgene wat je doet wel bij je past: “Het gaat er niet om hoeveel uur je werkt, maar of je werk en opleiding passen bij je capaciteit. Als de druk te hoog wordt, kunnen stress en overbelasting volgen.”
Benieuwd hoe Lucas het ‘stressvolle’ afgelopen halfjaar heeft ervaren en welke tips Miriam studenten geeft? Luister hier naar de audioreportage van Thara Klaus: