De Belgische Cor Goethals heeft afgelopen week het wereld record liften verbroken. In 15 dagen en 7 uur liftte hij de hele wereld rond. Hij vertrok in Brussel en reisde onder andere door Rusland, de Verenigde Staten en Europa om zo weer aan te komen in Brussel.
Liften klinkt misschien als iets van vroeger, maar zou dit record een comeback van de liftcultuur kunnen betekenen?
In de jaren ’70 en ’80 was liften erg populair, vooral binnen de hippiecultuur. Het werd gezien als hét symbool van vrijheid en onafhankelijkheid. Jongeren konden met een rugzak en een kartonnen bordje langs de weg staan en, zelfs zonder geld op zak, de wereld ontdekken. Iedere rit bood de kans om op een andere plek terecht te komen, nieuwe sociale contacten te creëren en bijzondere ervaringen. Voor velen hoorde het onverwachte erbij: je wist nooit bij wie je in de auto terecht kwam, hoe lang de rit zou duren en waar je precies terecht kwam.
Echter raakten tegen het einde van de jaren ’80 liften meer uit beeld. Toenemende veiligheidszorgen en incidenten maakten mensen terughoudender. Tegelijkertijd kwamen er steeds meer goedkope alternatieven om te reizen, waardoor de behoefte aan liften afnam.
Toch is liften nog niet verdwenen. Uit een recente studie van Wageningen University blijkt dat het fenomeen juist een nieuwe betekenis krijgt. Onderzoekers spreken van renovatie: liften draait niet alleen om vervoer, maar om de ervaring zelf. De onvoorspelbaarheid van de reis, de ontmoetingen onderweg en het sociale ritueel dat daardoor ontstaat, maken liften voor jongeren opnieuw aantrekkelijk.
Om dit op de proef te stellen, besloot redacteur Isolde Stephens zelf een stukje te liften. Zonder plan liftte zij van Gouda naar Nijmegen. Hoe dat ging? Bekijk de video hieronder en lift een stukje mee.