16 oktober 2025 – leestijd 3 minuten
Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van de publicatie.
Bewering
53% van de jongeren in Nederland heeft regelmatig depressieve gevoelens en angstgevoelens, en 66% van de meisjes.
Oordeel
Onnauwkeurig
Bron van de bewering
De uitspraak werd gedaan door schrijver Lale Gül in RTL Tonight (aflevering 36, 12:30).
Haar management is benaderd voor toelichting, maar hier is geen reactie op ontvangen.
In eerdere interviews, zoals bij Headliner en De Telegraaf, sprak Gül ook over de mentale gezondheid van jongeren. Ze lijkt haar uitspraak te baseren op recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Volgens het CBS-onderzoek “4 op de 10 Nederlanders hebben angst- of depressiegevoelens” (2024) ervaart:
- 53% van de 18- tot 25-jarigenregelmatig angst- of depressiegevoelens.
- 66% van de jonge vrouwen (18-25 jaar)deze gevoelens.
- Onderjongeren van 12 tot 18 jaar ligt dit percentage lager, op 35,9%.
De uitspraak van Gül klopt dus voor jongvolwassenen (18-25 jaar) maar niet voor alle jongeren.
Waarom dit waar is
De cijfers van het CBS laten zien dat meer dan de helft van de jongvolwassenen (18-25 jaar) regelmatig last heeft van angst- of depressieve gevoelens. Deze gevoelens worden in het onderzoek gemeten via zelfrapportage: jongeren geven zelf aan hoe vaak ze zich somber of angstig voelen. Het CBS maakt onderscheid tussen leeftijdsgroepen. Zo hebben jongeren tussen de 12 en 18 jaar duidelijk lagere percentages dan jongvolwassenen. Lale Gül gebruikt in haar uitspraak echter de term ‘jongeren’, terwijl de CBS-cijfers specifiek over 18-25-jarigen gaan. ‘Regelmatig’ betekent in dit onderzoek meer dan de helft van de tijd last hebben van zulke gevoelens.
Dit maakt deze claim zo genuanceerd
Om te begrijpen wat een depressiegevoel precies is, sprak ik met prof. dr. Willem van der Does, hoogleraar klinische psychologie aan de Universiteit Leiden. “Over wat een depressie is, zijn afspraken gemaakt in bijvoorbeeld het psychiatrisch handboek DSM-5. Daarin staat dat iemand minimaal twee weken lang behoorlijk last moet hebben van minstens vijf van de negen symptomen van depressie. Dat is de formele diagnose.”
Volgens Van der Does is de term depressiegevoel veel vager: “Een depressiegevoel hoeft niet te betekenen dat iemand klinisch depressief is. Je kunt vaker wel dan niet somber zijn en daardoor beperkt worden in wat je doet, zonder dat je echt de diagnose depressie hebt.”
Over de term regelmatig zegt hij: “Dan gaat het erover dat je meer dan de helft van de tijd last hebt van somberheid of angst. Dat betekent niet dat je automatisch een depressie hebt, maar het geeft wel aan dat iemand zich vaak niet goed voelt.”
De CBS-cijfers zijn gebaseerd op zelfrapportage, waardoor het vooral gaat om hoe jongeren zich voelen, niet om het aantal jongeren met een officiële depressiediagnose.
Conclusie
De uitspraak van Lale Gül is onnauwkeurig.
Het klopt dat 53% van de jongvolwassenen (18-25 jaar) regelmatig last heeft van angst- of depressieve gevoelens, en dat dit percentage bij vrouwen hoger ligt (66%).
Maar de uitspraak is te algemeen: voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar ligt het percentage aanzienlijk lager (35,9%). Daarnaast gaat het niet om een medische depressie, maar om zelf gerapporteerde gevoelens vansomberheid of angst.
Het onderscheid tussen depressieve gevoelens en een echte depressie is dus belangrijk.
Kort gezegd:
De cijfers van Lale Gül kloppen deels, maar de uitspraak mist belangrijke nuance over leeftijd en betekenis.