Onder andere Amnesty International en Save the Children organiseren op 5 oktober de derde Rode Lijn-demonstratie, dit keer in Amsterdam. Eerdere demonstraties vonden plaats in Den Haag en volgens Amnesty trokken deze elk ruim 100.000 demonstranten. Ook zijn er regelmatig protesten op grote treinstations, waar mensen hun stem laten horen.

Toch worden deze acties voornamelijk binnen de Randstad gehouden. Mensen in de provincies voelen zich daardoor vaak minder gehoord en hebben minder mogelijkheden om mee te doen aan deze grote demonstraties. Veel bewoners in kleinere steden en dorpen zien de acties als iets wat “ver weg” gebeurt en hebben niet altijd het idee dat hun stem meetelt.

Daar wil Maria verandering in brengen. Zij is gestart met een fietstocht door heel Nederland, om ook buiten de Randstad aandacht te vragen voor de onderwerpen van de Rode Lijn-demonstratie.

“Ik merk tijdens het fietsen door de kleinere dorpen dat de mensen verrast zijn,” zegt Maria. “Ze zijn blij dat ook hier iemand demonstreert, dat gebeurt hier blijkbaar niet vaak.” Tijdens haar tocht gaat ze in gesprek met mensen die ze onderweg tegenkomt en deelt ze flyers uit. Zo probeert ze aandacht te vragen voor het conflict en hoopt ze dat mensen aan het denken gezet worden over hun eigen rol en invloed.

Maria merkt dat veel mensen het fijn vinden om mee te praten en hun mening te delen, vooral in dorpen waar grote demonstraties bijna nooit plaatsvinden. Door haar fietstocht wordt het protest niet alleen zichtbaar in de Randstad, maar ook landelijk, waardoor meer Nederlanders zich betrokken kunnen voelen bij de strijd voor mensenrechten en sociale rechtvaardigheid.

Met deze tocht wil Maria laten zien dat protest niet alleen iets is voor de grote steden, maar dat iedereen, overal in Nederland, een stem kan hebben en zich kan inzetten voor verandering.