Subsidie kunst en cultuur

Subsidie kunst en cultuur

Met de Tweede Kamerverkiezingen in aantocht staat ook de verdeling van kunst- en cultuursubsidies in Utrecht scherp in de politieke belangstelling. Volgens de zogeheten Cultuurnota 2025–2028 “Kleur Bekennen”, die op 21 september 2023 is vastgesteld, heeft de gemeenteraad besloten om met ingang van deze nota subsidiepotten toe te wijzen aan culturele instellingen, gezelschappen, podia en makers in de stad.

De subsidieverdeling loopt via een systematiek van externe deskundigencommissies die aanvragen beoordelen op kwaliteit, maatschappelijke meerwaarde en aanwezigheid in de stad. In juni 2024 is de definitieve toekenning voor de vierjarige regeling 2025-2028 vastgesteld voor in totaal 72 instellingen. De klap op de vuurpijl: eind 2024 volgt ook de beslissing over de aanvragen voor de tweejarige subsidieregeling 2025-2026.

Voor individuele kunstenaars en kleinere productie-initiatieven is de toegang tot subsidie lastiger geworden: de criteria zijn scherper en de marges strakker afgestemd op draagkracht en zichtbaarheid. Een aanzienlijk deel van het subsidiebudget blijft terechtkomen bij grote instellingen en gevestigde gezelschappen Instellingen die het “culturele ecosysteem” in Utrecht stevig dragen, kunnen rekenen op een stabiele toekenning voor meerdere jaren.

Nu politieke partijen zich voorbereiden op de landelijke verkiezingen op 29 oktober, rijst de vraag hoe toekomstige coalities zullen omgaan met kunstbeleid. Lokale kunstenaars pleiten voor meer ruimte in gemeentelijke toekenningscriteria en extra garantiefondsen bij bezuinigingen. Grotere culturele organisaties houden vast aan continuïteit als uitgangspunt van stadsbeleid.

De komende weken zal blijken in hoeverre cultuursubsidie en gemeentebeleid tegemoet kunnen komen aan beide belangen en in hoeverre landelijke partijen bereid zijn artistieke diversiteit te ondersteunen.

Over de auteur