De ijzige kou schuurt over de huid van iedere wandelaar die te vinden is op de Dijk, een wandelgebied naast het Gooimeer. In het dorpje genaamd Huizen, wat op dat punt iets meer dan 41.000 inwoners telt is het op dit moment 6˚C. Volgens het weerbericht een gemiddelde temperatuur anno januari. Margot heeft er echter maar niks mee. De 48-jarige vrouw loopt met haar vergrijsde Drentsche Patrijshond langs het water waar ’s zomers alle kinderen uit de buurt hun verkoeling opzoeken. Op de grond liggen de overblijfselen van gillende keukenmeiden, rotjes, sterretjes en grote vuurwerkpotten van enkele weken geleden. Het fiets- en looppad dat zich naast het Gooimeer bevindt ligt hoger gelegen en heeft elke 300 meter een pad dat naar beneden loopt, de woonwijk weer in. Bij het tweede pad kiest de dove en enigszins blinde hond eieren voor zijn geld en neemt het hazenpad richting huis. Via het pad naar beneden, door de speeltuin, langs een grasveld, dan nog tussen een paar bomen door en uiteindelijk links de hoek om naar nummer zestien. ‘Falkor! Falkor!’ roept Margot. Maar tevergeefs, de hond heeft geen benul en zal ondertussen al bij de voordeur aan het wachten zijn. Hoofdschuddend en met een zucht die een grote wolk condens vormt slaat ook zij rechtsaf, via het pad naar beneden, door de speeltuin, langs een grasveld, tussen een paar bomen door en daarna linksaf naar nummer zestien. Bij aankomst staat de hond half schuin op zijn verouderde gammele poten te wachten naast de deur. Bij het geluid van het hekje dat opengaat kijkt de hond kwispelend om. Met opgetrokken wenkbrauwen en grote, mistige ogen kijkt hij zijn baasje met onschuld aan. ‘Stommerd ben je ook’, zegt Margot hardop als ze het beest een aai geeft.
Door haar bevroren handen is het lastig om de sleutel uit haar jas te graaien, maar na enkele pogingen slaagt ze erin om de kleine sleutelbos te pakken te krijgen. Met een duw gaat de deur open en een walm van opgestookte warme lucht geeft rust aan zowel hond als baas. ‘Zit!’, zegt Margot hardop met een dominante stem. Aarzelend en krakkemikkig gaat de hond door zijn dunne poten en landt op zijn achterste, iets wat nu enkel bestaat uit twee uitstekende botten met vrijwel tot geen vet meer om op te zitten. De felblauwe halsband wordt afgedaan en in de meterkast neergelegd. ‘Toe maar!’, luidt het commando. De hond gooit zorgvuldig zijn gewicht naar voren en staat weer op vier poten. Sjokkend loopt het naar binnen. Kling..kling.. De metalen kledinghangers luiden door de kamer als Margot haar rode skijas heeft opgehangen. Het is woensdagmiddag, de dag waarop ze de hele dag thuiswerkt en vanaf een uur of één de laptop mag dichtklappen. Voor nu gaat ze weer aan de donkerbruine eiken tafel zitten, achteraan in het huis. Op haar laptop zit een ABN Amro sticker die haar laptop onderscheidt van anderen. Met nog-net-geen kamertemperatuur handen steekt ze een wit pasje in de zijkant van haar laptop. Nadat ze haar wachtwoord heeft ingevoerd komt ze terecht op haar bureaublad. Naast Microsoft Teams starten ook andere apps vanzelf weer op. Meerdere meldingen stromen binnen als de computer eenmaal verbinding heeft gemaakt met de WiFi. Het geluid van elke app is anders. Pling, tjuuup, klongklung, tjielp.. Berichten van zowel werk als privé stromen binnen. Een melding met een groen chaticoontje waarin zich een witte handtelefoon bevindt verschijnt in de rechterhoek van haar scherm.
‘Hey, hoe is het? Kan ik je vanmiddag misschien even spreken?’.
Met een snelle beweging op haar muispad klikt Margot op de WhatsApp melding op haar laptop. Met samengeknepen wenkbrauwen leest ze het bericht nog een keer.
‘Ja natuurlijk! Ik ben over een uurtje klaar met werken.’
‘Super! Kan ik gewoon naar jou toe komen?’
‘Quinn is niet thuis, dus dat is prima.’
‘Oké, tot zo!’
‘Tot zo!’
‘Wat zou er gebeurd zijn?’, vraagt Margot zich af. Na enkele minuten te zitten tobben besluit ze haar gedachten van zich af te zetten en zet ze haar headset weer op.
Trrriiinggggg….!! Het geluid van hard tegen elkaar tikkend metaal gaat door merg en been waardoor beide buren weten dat nummer zestien bezoek heeft. Margot springt op en loopt vanuit de slaapkamer zo de trap af richting de voordeur. Marieke’s zwarte Renault Twingo met zongebleekte bloemstickers op de zijkant is ietwat scheef naast Margot haar eigen auto geparkeerd. Bij het openen van de deur staat een 34-jarige, blonde vrouw voor de deur. ‘Hey! Kom snel binnen, anders wordt het koud binnen’, zegt Margot als ze haar armen opent voor een knuffel. Na een warm welkom loopt Marieke de woonkamer binnen. Margot sluit achter haar aan zorgvuldig de slecht geïsoleerde deur die vlagen koude lucht via de kieren het huis binnen laat. Snel loopt ook Margot de woonkamer in en sluit de tussendeur in de hoop de kou te dwarsbomen. ‘Brrrrr.. ik ga zo meteen geheid met de auto boodschappen doen. Geen kans dat ik met dit weer ga fietsen’, vertelt Margot terwijl ze haar handen samenwrijft en richting de keuken loopt. ‘Wil je ook thee?’ Marieke kijkt op: ‘Uhh, ja graag! Doe maar aardbei.’ Margot draait zich om, pakt twee theeglazen uit het bovenste kastje en zet daarna de theepot aan. ‘Heb je.. verder nog wat gedaan?’ vraagt Marieke. ‘Nee, zoals altijd weer gewerkt. En heb voordat jij appte nog even een rondje met Falkor gedaan. Niet heel veel bijzonders dus. En jij?’ Marieke draait zich om en loopt een paar meter verder naar de bank. Voorzichtig neemt ze aan de rechterkant plaats. De zon laat eens in de zoveel uur haar gezicht zien en vult de woonkamer met warme tinten. ‘Uh, nee. Ik ben vanmorgen met Susanne en Sem naar de kinderboerderij geweest. We hebben daar nog even gewandeld, maar er lag echt veel modder waardoor de kinderwagen maar vast bleef zitten! Heel mijn broek en schoenen zitten onder, dus dat was niet een heel goed doordacht plan..’
Margot loopt met de hete theeglazen richting de bank. Voorzichtig zet ze de mokken op de lage tafel ervoor neer. ‘Dus, ik ben toch wel nieuwsgierig moet ik bekennen. Waar wilde je het over hebben? Is alles oké?’ Marieke pakt haar kokend hete thee van de tafel en blaast wat van het opvliegende stoom weg voordat ze een slok neemt. ‘Ja, klopt. Daarvoor kwam ik hier natuurlijk. Er zijn een aantal dingen waar ik aan heb zitten denken die ik graag even met je zou willen delen.’ Margot kijkt verbaasd op en corrigeert haar postuur door rechterop te gaan zitten. Terwijl Marieke haar woorden weegt is een windvlaag te horen die op de voorkant van het huis dreunt. ‘Ik heb het weleens met je gehad over de stand tussen Suus en mij toch? Dat het op dit moment niet echt heel erg soepel tussen ons gaat?’ Margot knikt. ‘Ik zit er vanzelfsprekend heel erg veel mee in mijn hoofd. We hebben natuurlijk net Sem en juist nu lijkt alles bergafwaarts te gaan in onze relatie. Tegelijkertijd probeer ik ook vreugde en plezier te halen uit andere situaties en mensen.’ Er valt een korte stilte als Marieke stopt met praten. ‘En jij bent een van die mensen. Ik heb het echt ontzettend gezellig gehad op Kaapverdië en heb gemerkt dat jij een hele grote rol in mijn leven bent gaan spelen waar ik ontzettend blij mee ben. En daarom wil ik graag eerlijk met je zijn. Ik denk namelijk niet dat mijn gevoelens voor jou enkel nog vriendschappelijk zijn.’ Marieke kijkt op en staart direct in de ogen van Margot, aarzelend over de reactie die ze gaat ontvangen. Margot neemt een slok van haar thee die ze ondertussen al niet meer hoeft koud te blazen. Na enkele seconden nadenken hoeft de wind de stilte niet meer op te vullen. ‘Ik vind het heel fijn dat je dit met me wil delen. Moet eerlijk bekennen dat ik niet zo goed weet wat ik nu moet zeggen. Maar voor mijn part verandert dit niks tussen ons. Ik ben ook heel erg blij met jou als vriendin en zou dat niet anders willen zien. Ik had dit eigenlijk ook niet zien aankomen. Ik begreep al dat het niet zo goed ging tussen jou en Suus, maar ik wist niet dat het zo serieus was. Uhm.. ik kan je alleen niet hetzelfde zeggen… denk ik? Ik heb dit ook nog nooit eerder meegemaakt. Ik weet niet zo goed…’ Marieke onderbreekt haar zin: ‘Oh nee, dat snap ik! Zo bedoelde ik het niet zozeer. Ik wil je nergens toe dwingen. Het leek me alleen wel zo eerlijk als ik het met je deelde.’ Er valt weer een stilte tussen de dames. Falkor staat op vanuit zijn mat, onder het raam en sjokt naar de waterbak, achter de donkerbruine tafel. Hij neemt een paar slokken water en gammelt dan terug naar zijn plekje. De lange nagels van het beest tikken luid op de houten vloer en verraden de locatie van eht beest. Met een plof gaat hij op zijn plek liggen en sluit zijn ogen. ‘Dus.. we zijn alsnog oké?’, vraagt Marieke. ‘Ik denk het wel. Ik zou niet zo goed weten wat er nu zou veranderen. Als jij je daar tenminste in kan vinden?’, antwoordt Margot. Marieke haalt opgelucht adem terwijl haar opgetrokken schouders langzaam zakken. ‘Fijn. Ik kan me daar zeker in vinden.’ De vrouwen drinken beide hun thee op en rollen langzamerhand in een alledaags gesprek over drukke werkdagen en de afgelopen kerst. De wind is gaan liggen en de zon begint te verdwijnen achter de rijtjeshuizen aan de andere kant van de straat.