Herboren

Herboren

Jeffery Heijboer | Beeld Jeffery Heijboer

Ik weet nog heel goed hoe ik vroeg in de ochtend stilletjes de gang door liep. Met mijn witte sokjes liep ik dan op mijn tenen naar de andere slaapkamerdeur. Vaak was ik helemaal niet stil en kon mijn moeder horen dat ik al wakker was. Ze riep dan gelijk vanaf beneden:

“Jeffery, kom je zo eten?’’. 

Ik antwoorde dan snel ‘’Ja mama ik kom zo!’’.

Ik wist dan dat ik snel moest zijn. De deur ging dan met een zwaai open en kwam zachtjes tegen de kastdeur aan. Nog steeds op mijn tenen liep ik dan de slaapkamer in. Alsof ik een bank ging beroven. De slaapkamer was van mijn ouders en was altijd erg licht vooral als de zon scheen. Omdat de ramen zo groot waren. De grote kleding kast was niet te missen. Ik keek altijd vol bewondering naar die kast. Vooral naar de garderobe van mijn moeder. Topjes, jurken en blousejes, ik keek mijn ogen uit. Maar er was maar één kledingstuk dat echt mijn aandacht trok.

Dat was een witte lange jurk van kant. Ik pakte de jurk altijd heel voorzichtig aan de onderkant vast zodat hij heel zachtjes van de hanger zou vallen. Ik kon de jurk dan netjes opvangen en gelijk door de kamer slepen. De rits van de jurk hoefde niet open gemaakt te worden omdat ik makkelijk met mijn kleine lichaam de jurk in kon glijden. De jurk was zo lang dat je mijn witte sokjes niet meer kon zien. Als ik dan in de spiegel keek was het enige wat ik nog miste lang haar. Maar ik vond mezelf wel al mooi. Mooier dan in een saaie broek of trui. Als ik deze jurk aantrok voelde ik me vrij. Mijn ogen gingen nog net niet glinsteren van geluk. Als ik mij zo blij voelde wilde ik dat altijd delen met de rest van mijn familie.

Nog net niet struikelend liep ik dan de trap af naar beneden. De geur van versgebakken broodjes kwam al de keuken uit. De tafel was meestal al gedekt en stond vol met sapjes en beleg voor op brood. Aan tafel zitten mijn vader en zus. Mijn vader zat altijd geconcentreerd de krant te lezen. Mijn zus zat met hongerige ogen naar de broodjes te kijken die op tafel werden gezet. Door mijn moeder, die was druk bezig met het klaarmaken van het ontbijt. Als mijn moeder mij in haar ooghoek zag stond ze even stil. Ik denk om te zoeken naar woorden die ze tegen mij kon zeggen.

Voordat ze iets kon bedenken riep ik altijd snel: “Tada, kijk nou hoe mooi?’’

Het was niks nieuws als ik weer eens in een jurk naar beneden kwam. Ik was sowieso een kind dat veel aandacht wilde. Maar soms kreeg ik niet de aandacht die ik verwachte. Als mijn vader dan vroeg: ‘’Jef kleed jij je zo nog even om? We gaan zo naar de kerk.’’ Was ik teleurgesteld. Die blijdschap die ik van binnen voelde verdween. Ik liep dan sjokkend de trap op. Terug naar de grote slaapkamer waar ik de jurk langzaam van mijn lichaam liet glijden. De jurk legde ik weer terug op de hanger en gooide die met mijn kleine lichaam op het grote bed. Ik liep dan met gebogen schouders terug naar mijn eigen slaapkamer. Mijn kleding voor de kerk stond dan al klaar. Een nette grijze broek met een witte blouse. Ik vond het niet altijd erg om zulke kleren te dragen. Maar soms had ik er gewoon geen zin in en dan kreeg ik waterige ogen. Ik probeerde dan zachtjes mijn ogen te sluiten zodat de tranen langzaam zouden verdwijnen.

Als ik dan terug naar beneden ging en chagrijnig op mijn stoel ging zitten. Probeerde mijn vader mij nog op te vrolijken.
‘’We hebben lekkere croissantjes, hier neem er twee’’, zij hij dan.

Ik liet het dan maar gaan. Terwijl de rest van mijn familie gezellig tegen elkaar zat te praten. Staarde ik vooruit. Het voelde alsof ik niet bestond in die mooie jurk. De vier stoelen in de eetkamer waren allemaal bezet. Toch voelde het alsof de stoel waar ik op zat nog steeds leeg was.

Het was geen grote verrassing toen ik mijn ouders vertelde dat ik op jongens viel. Maar omdat mijn ouders christelijk zijn wist ik dat zij het toch moeilijk zouden vinden. Zij maakten zich vooral veel zorgen om mij. Zou ik wel door mensen geaccepteerd worden? Het duurde ook even voordat ik de acceptatie van mijn ouders kreeg. Maar mijn moeder zei uiteindelijk: ‘’Het laatste wat ik wil is dat je in een depressie komt omdat wij niet achter je geaardheid staan.’’

Ondanks de steun van mijn familie was ik nog steeds op zoek naar mezelf. Ik was vaak in gedachte als ik naar mijn opleiding liep. Ik liep dan door de straten van Amsterdam met mijn zwarte koffertje die met mij meerolde. Naast het geluid van mijn koffer hoorde ik het gerinkel van trams, het getik van stoplichten en uitlaten van auto’s en scooters die voorbijreden. Deze route liep ik iedere dag. Ik herkende de geur van het lekkere koffietentje waar ik vaak voorbij liep. Deze geur overheerste de muffe lucht op straat. Toen ik eenmaal verder liep schoot er een gedachte door mijn hoofd. Ik begon aan mijn ouders te denken. Hoe teleurgesteld ze misschien niet in mij zouden zijn als ik hen vertel dat ik drag-queen wil worden. Maar wanner ga ik dit doen? Ik stel het al weken uit. Vanavond Jeff, hoor ik het stemmetje in mijn hoofd zeggen.

Dan valt er mij iets op. Het eerste wat ik zag waren roze hoge hakken. Niet alleen viel de kleur mij op, ook de lengte van de hak verbaasde mij. Als ik verder keek zag ik een jurk met allemaal pailletten in dezelfde kleur als de hak. Ik zag een grote bos haar. Blond maar wel vol met pijpenkrullen. Ik merkte dat ik sneller begon te lopen om beter te kunnen kijken. Toen ik dichterbij kwam en oog en oog stond met deze persoon kon ik alleen maar staren. Ik zag een opgemaakt gezicht waar je u tegen kon zeggen. De Foundation, contour, oogschaduw, nepwimpers en niet te vergeten de lippen waren zo mooi gedaan.

De persoon begon naar mij te lachen. Maar ik was niet de enige die keek. Sommige mensen keken even en liepen dan met een schuddend hoofd weg. Andere mensen filmde zelfs wat ze zagen. Maar niemand keek met volle verwondering zoals ik. Het voelde alsof ik naar mezelf keek. Ik wilde ook zo over straat lopen. Mezelf laten zien aan de buiten wereld. Ik stond nog steeds oog in oog met deze persoon. Ik glimlachte en kreeg dezelfde lach weer terug. Toen liep Ik verder en kreeg een gevoel van binnen die ik nooit eerder gevoeld had. Alsof ik opnieuw geboren was. Toen wist ik zeker dat ik aan drag wilde gaan doen. Adreline Jennifer Heartstone was geboren. Uit blijdschap pakte ik mijn telefoon. Ik toetste zonder erbij na te denken een nummer in. En voor dat ik het wist gaat hij over.

‘’Hey schat, hoe gaat het?’’ hoorde ik mijn moeder zeggen.

‘’Hee mam, goed met jou?’’.

‘’Goed lieverd hoe was school?’’.

‘’Prima, was wel leuk’’.

‘’Wat fijn! bel je voor iets speciaals?’’.

Hoe kon ze dat nou weten? Dacht ik bij mezelf. Ik was even stil omdat ik niet wist wat ik wilde zeggen.

‘’Uuhm ja eigenlijk wel’’.

‘’O is er iets ergs gebeurd dan?’’

‘’Nee niks ergs, ik wilde gewoon iets tegen je zeggen’’.
‘’Mam, ik wil heel graag een drag-queen worden’’.

Het was erg stil aan de andere kant van de telefoon. Alsof mijn moeder ook niet wist wat ze hierop moest zeggen.

‘’Waarom zou je dat willen Jeff?’.’

‘’Omdat ik voel dat ik het leuk vind en ik wil mij kunnen kleden zoals ik wil’’.

‘’Maar wil je dan een vrouw zijn?’’.

‘’NEE natuurlijk niet, omdat ik make-up en jurken wil dragen maakt mij dat nog geen vrouw’’.

‘’Ik weet het niet hoor Jeff misschien moet je hier nog wat langer over nadenken’’.

Dit is niet het antwoord wat ik had verwacht. Of eigenlijk op had gehoopt. Ik had gewild dat ze zou zeggen dat ze trots op me was. Omdat ik merkte dat ik boos werd hing ik gelijk op. Ik had spijt van dit telefoontje. Later heb ik nog meerdere gesprekken met mijn ouders en zus over dit onderwerp. Ze leken het gewoon niet te begrijpen.

‘’Ga je dan nu dezelfde kleding als mij dragen?’’, vroeg mijn zus dan. Ik probeerde steeds uit te leggen dat drag voor mij een uitlaat klep kon zijn. Pas toen Rulp Paul Drag race op televisie kwam leek mijn moeder het een beetje te snappen. We gingen vaak samen de afleveringen kijken. Als ik dan stiekem naar haar gezicht keek, zag ik steeds vaker een lach op haar gezicht verschijnen. Ze begon het te begrijpen. Toen ik een tijd later met haar in de bus zat werd ik op opeens uit het niets aan mijn arm getrokken. Mijn moeder zag een jurk in de etalage van een kledingwinkel hangen. ‘’Kom Jeff laten we even kijken’’. Mijn mond viel bijna op toen ze dat zei. Eenmaal aangekomen bij de etalage zagen we allemaal mooie jurken. ‘’Zullen we naar binnen?’’. Toen mijn moeder dat vroeg werden voelde ik mijn benen niet meer. Alsof ik een gat in de lucht kon springen. Mijn ogen begonnen weer te stralen. Net als vroeger in de witte jurk. Mijn moeder pakte mijn hand stevig vast en samen liepen we de kleding winkel in.

Over de auteur