Van uitsluiting tot triomf: de onvertelde verhalen van vrouwen bij de Olympische Spelen

Van uitsluiting tot triomf: de onvertelde verhalen van vrouwen bij de Olympische Spelen

Maria Braun was de eerste Nederlandse vrouw die in een individueel onderdeel een gouden medaille heeft gewonnen. Dochter en moeder Braun in 1928, in Amsterdam, na het winnen van de gouden medaille. Zij behaalde ook nog een zilveren medaille voor de 400 meter vrije slag. Copyright: Stadsarchief van Amsterdam

Atleten zoals Femke Bol, Angela Malestein, Sifan Hassan en Marianne Vos maken deel uit van de Nederlandse delegatie die deze zomer Nederland zal vertegenwoordigen tijdens de Olympische Spelen. Frankrijk is op 26 juli het gastland van de 33e editie van de moderne Zomer Olympische Spelen. Deze editie, die in het hart van Parijs zal plaatsvinden, staat in het teken van gendergelijkheid. Dit houdt in dat er een gelijke deelname van vrouwen en mannen zal zijn op het speelveld en dat er evenveel medailleonderdelen voor vrouwen als voor mannen zijn. De weg van uitsluiting naar gelijke deelname voor vrouwen is echter lang en moeizaam geweest.

Tegenwoordig zijn we gewend om vrouwelijke atleten op het speelveld te zien, bijzondere sportprestaties neer te zetten en prijzen te winnen. De Nederlandse delegatie bestaat zelfs al meerdere edities grotendeels uit vrouwen. Naast Nederland zijn er ook andere landen die al meerdere jaren meer vrouwen dan mannen in hun delegatie hebben.

Nog niet zo lang geleden was dit heel anders, vertelt sporthistoricus Jurryt van de Vooren: “Wij zijn al jaren gewend aan het beeld van vrouwen zoals Sifan Hassan, die met daverend applaus over de finishlijn komen tijdens de Olympische Spelen. Maar stel je voor dat je, verscholen achter de mannelijke naam Melpomene, moet deelnemen aan de marathon van de Spelen. Terwijl je de marathon loopt, komen mensen erachter dat je een vrouw bent, en voor je het weet word je bekogeld door toeschouwers met alles wat vies en stinkend is. Ondanks dit alles besluit je door te zetten en de marathon te finishen om te laten zien dat vrouwen in staat zijn om aan sport deel te nemen. Echter, word je gedwongen de laatste ronde om het stadion te lopen, omdat vrouwen niet in het stadion mochten finishen. Dit was de werkelijkheid voor de Griekse Melpomene, bij de burgerlijke stand bekend als Stamatis Rovithi, toen zij in 1896 de marathon wilde lopen tijdens de Olympische Spelen in Athene.”

Baron Pierre de Coubertin
Een uitgesproken tegenstander van vrouwen in de sport, in de tijd van Melpomene, was Baron Pierre de Coubertin, een Franse historicus en pedagoog. Hij is beter bekend als de visionair en oprichter van de moderne Olympische Spelen en het Internationaal Olympisch Comité (IOC) in 1894. De Griekse schrijver Demetrius Vikelas werd de eerste president van het IOC. Coubertin aanvaardde aanvankelijk de rol van staatssecretaris en nam in 1896 het stokje over als president van het IOC.

Baron Pierre de Coubertin, visionair en oprichter van de moderne Olympische Spelen en het Internationaal Olympisch Comité (IOC) in 1894. (Deze Afbeelding is beschikbaar vanaf de Gallica Digital Library met het digitale ID btv1b530674809 (persfoto) / (Rol Agency)

Toen Coubertin in 1896 de eerste editie van de Olympische Spelen in Athene moderniseerde, waren vrouwen uitgesloten van deelname. “Coubertin had namelijk een sterke mening over de rolverdeling tussen mannen en vrouwen. Hij beschreef vrouwelijke sporten als oninteressant, onesthetisch en onjuist,” aldus van de Vooren.

Tegelijkertijd begon de eerste feministische golf, die plaatsvond tussen het einde van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw. Deze beweging, samen met de veranderingen die door de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) in gang werden gezet, verbeterde de positie van vrouwen in de samenleving. Vrouwen, zoals Aletta Jacobs, streefden naar gelijke kansen en rechten, gingen de straten op om te protesteren. Al dit leidde tot de eerste veranderingen richting gendergelijkheid, ook in de sportwereld.

In de sport vonden de eerste veranderingen al plaats in 1900 tijdens de volgende editie van de Spelen, die in Parijs werd gehouden. Dit was de eerste keer dat vrouwen mochten deelnemen aan de Spelen. Coubertin was fel tegen de deelname van vrouwen, en dat nota bene in zijn eigen land. Het feit dat vrouwen in Parijs voor het eerst aan twee onderdelen mochten deelnemen, viel niet in de smaak bij hem. Vrouwen mochten echter alleen beperkt deelnemen; ze konden slechts deelnemen aan de onderdelen golf en tennis. Beide sporten werden gezien als elite-sporten. Dit was een van de redenen waarom ze als veilig werden beschouwd voor vrouwen. Daarnaast waren beide sporten individueel uit te voeren, waardoor er geen lichamelijk contact bij kwam kijken. Dit was nog een reden waarom vrouwen aan deze sporten mochten deelnemen. Tijdens die editie was het aandeel van de vrouwelijke atleten een schrale 2,2 procent.

Charlotte Cooper was de eerste vrouw, tijdens de Olympische Spelen van 1900, die een gouden medaille had gewonnen en de geschiedenis in ging als eerste vrouwelijke Olympiër. (Deze foto is afkomstig van picryl.com. Public domain)

Sois belle et tais-toi
Ondanks deze eerste overwinning voor de vrouwensport hadden velen nog steeds een sterke mening over de deelname van vrouwen. De sportbestuurders vonden dat, als vrouwen dan toch mee moesten doen, ze zich moesten bewijzen in de mannencompetitie. Sportbestuurders bedachten, zonder enig onderzoek of bewijs, allerlei argumenten om vrouwen niet aan sport te laten deelnemen: van sport word je onvruchtbaar, lesbisch, te mannelijk, en het is te zwaar. Een veelvoorkomende uitspraak die vrouwen vaak te horen kregen, was: “Sois belle et tais-toi”, wat in het Nederlands betekent: “Wees mooi en houd je mond.”

Zodra één schaap over de dam is, volgen er meer; dit was hier ook het geval. Tijdens de Spelen van 1904 werd boogschieten onderdeel van de vrouwencompetitie. In 1908 werd kunstschaatsen toegevoegd, en in 1912 volgde zwemmen. Ondanks dat er per editie een sport werd toegevoegd voor vrouwen, bleef de kijk op vrouwensport bij velen hetzelfde. Tijdens de Spelen van 1912 in Stockholm zei Coubertin het volgende over de deelname van vrouwen: “Een vrouwelijke Olympiade zou onhandig, oninteressant, onesthetisch en niet correct zijn. De ware Olympische held is, naar mijn mening, de individuele volwassen man. De Olympische Spelen moeten beperkt blijven tot mannen; de rol van vrouwen zou eerst moeten zijn om de winnaars te kronen.”

Tegenbeweging
Precies om deze gedachtegang te weerleggen, besloten vrouwen een tegenbeweging te starten. In 1921 richtte de Franse sportvrouw Alice Milliat  in Parijs de Fédération Sportive Féminine Internationale (FSFI) op. De FSFI  behartigde de belangen van vrouwelijke atleten en was de eerste internationale vrouwensportbond ooit.

De Franse Alice Milliat was een echte sportvrouw voor haar tijd. Ze beoefende de sporten; roeien, voetbal, basketbal en zwemmen. Ze was de eerste vrouw die in minder dan 12 uur een 50 kilometer lange solo-roeiuitdaging volbracht. (Afbeelding afkomstig van: Foundationalicemilliat en Agence Rol.)

Daarnaast is Milliat een pionier voor de vrouwensport vanwege haar lobbywerk. Milliat wist dat als vrouwensport een kans wilde krijgen, ze dit niet alleen kon doen. Daarom stuurde ze petities naar het IOC, hield ze persconferenties en organiseerde ze demonstratieve sportevenementen. Als het IOC geen mogelijkheid tot deelname voor vrouwen wilde bieden, moesten ze die mogelijkheid zelf creëren. Daarom organiseerde de FSFI tussen 1922 en 1934 vier keer de Wereldspelen voor Vrouwen, iets wat het IOC in het begin nog niet veel deed. “Ze dachten dat deze Wereldspelen voor Vrouwen een grote flop zouden zijn, maar niets bleek minder waar,” aldus van de Vooren. De Wereldspelen waren zo’n succes dat de FSFI in twaalf jaar tijd vier keer de Wereldspelen heeft georganiseerd. In 1922 vonden ze plaats in Parijs, gevolgd door Göteborg in 1924, Praag in 1930 en Londen in 1934. In 1924 trad Coubertin af als voorzitter van het IOC en gaf hij het stokje door.

Marie Mejzlíková (later Marie Majerová) was een Tsjecho-Slowaakse atlete, gespecialiseerd in sprint en verspringen. Tijdens de Wereldspelen voor vrouwen in 1922 won ze goud op de 60 meter en zilver. Ze vestigde ook het eerste officieel erkende wereldrecord in verspringen en op de 4×100 meter estafette, goedgekeurd door de IAAF nu World Athletics. (Deze afbeelding is beschikbaar vanaf de Gallica Digital Library met het digitale ID btv1b53089097n (persfoto) / (Rol Agency)

 

Mevrouw (Marie) Mejzlikova II, in het Pershing Stadium in 1922. Winnaar van de 60 m tijdens de wereldspelen voor vrouwen. (Deze Afbeelding is beschikbaar vanaf de Gallica Digital Library met het digitale ID btv1b53089112g (persfoto) / (Rol Agency)

Echter, Coubertin was nog steeds fel tegen de deelname van vrouwen aan sport en was hier erg uitgesproken over. Hij zei in 1924 hierover: “against the law of nature.” Maar door de toenemende druk van buitenaf werd het IOC gedwongen om tegemoet te komen aan de groeiende vraag naar deelname van vrouwen aan de Spelen. Tijdens de Spelen van 1928 in Amsterdam werd, na lang wachten, eindelijk atletiek toegevoegd aan het vrouwenprogramma. Het IOC vroeg Milliat zelf of zij iets kon regelen voor de atletiekwedstrijden, en dat deed zij. Naast atletiek werd ook gymnastiek toegevoegd aan het programma voor vrouwen. Ondanks het feit dat Coubertin al vier jaar eerder was afgetreden als voorzitter van het IOC, had hij nog steeds een uitgesproken mening. In 1928, als reactie op de toelating van atletiek in het vrouwenprogramma, zei hij: “against my will.”

Milliat was gevraagd om jurylid te zijn tijdens de Spelen van 1928 in Amsterdam. We hebben nog bewijs hiervan in de vorm van een foto waarop je Milliat helemaal links aan tafel ziet zitten als enige vrouw. Deze foto is gemaakt op de eretribune van het Olympisch Stadion in Amsterdam.

 

Links zit Alice Milliat aan tafel op de eretribune van het Olympisch Stadion in Amsterdam. (Afbeelding afkomstig van: Foundationalicemilliat)

De marathon
Ondanks deze grote stap in de vrouwensport was dit nog maar een kleine overwinning. “Het IOC kwam de vrouwen voornamelijk tegemoet omdat ze dan de deelname van vrouwen aan sport konden controleren, niet omdat hun kijk op vrouwen in de sport was veranderd,” aldus van de Vooren. Het is geen sprint, verre van dat; het is een marathon, waarvan de eerste stappen waren gezet. De marathon verliep voort, maar niet zonder slag of stoot.

In 1928 was de 800 meter een onderdeel van de atletiek voor vrouwen, maar dit was van korte duur. Datzelfde jaar werd de 800 meter alweer van het vrouwenprogramma afgehaald. Volgens het IOC liet de 800 meter namelijk zien dat vrouwen fysiek niet in staat waren deze afstand af te leggen. Ze kwamen uitgeput over de finish en vielen uitgeput in het gras. Deze uitgeputte vrouwen waren volgens de sportbestuurders het bewijs dat vrouwen dit fysiek niet aankonden. Pas 32 jaar later, in 1960, werd de 800 meter opnieuw op het programma voor vrouwen gezet.

Start van de 800m voor vrouwen tijdens de Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam. (Copyright: Levelezőlap, Amszterdam, olimpiai játékok – 1928 – Count Károly Esterházy Mansion and County Museum – Pápa, Hungary – CC BY-NC-ND. https://www.europeana.eu/item/2048128/231773)

 

Lina Radke (recht) op de dames 800m. Linda was de eerste kampioen op de 800m (Persfoto Olympische Zomerspelen 1928 Amsterdam, 1331 800 m dames gewonnen door Duitse Radke., Algemeen Fotobureau (Ltd.) Amsterdam 1928 door Algemeen Fotobureau (Ltd) Amsterdam – Nederlands Olympisch Comité, Nederlandse Sport Federatie, Netherlands – Public Domain. https://www.europeana.eu/item/2021648/resource_document_collectiegelderland_XWAA232LRYYTIAPUF772HRNYHEMBAS3Y3I2YWEM5UO37TC5AISYQ)

Vandaag de dag zouden we het vreemd vinden als atleten niet verslagen en uitgeput over de finish komen. We verwachten namelijk dat atleten alles geven op het speelveld en tot het uiterste gaan tijdens een wedstrijd. Maar velen, zoals sportbestuurders, het publiek en de media, dachten hier in 1928 anders over. Het NRC schreef daar destijds het volgende over in de krant: “Moeten vrouwen zich zo uitsloven en inspannen, zodat ze met verwrongen gezichten, verbeten trekken, verwilderde haren, hijgend en afgemat door de finish gaan? Hebben vrouwen geen andere, geen betere sport dan deze, die er één is voor de man?”

De gedachtegang over vrouwen in de sport was nog heel beperkt, maar dit weerhield hen er niet van om de marathon uit te lopen. Tijdens de daaropvolgende editie van de Spelen in 1932 kregen de vrouwen een extra discipline erbij: zwemmen. Tijdens de Spelen van 1948 werd de sport kano-sprint toegevoegd aan de vrouwencompetitie. In 1952 kwam er weer een extra discipline bij: gymnastiek. In de daaropvolgende editie, in 1956, werd kano-marathon als sport voor vrouwen toegevoegd. In 1960, 32 jaar later, keerde de 800 meter weer terug als discipline in de vrouwenatletiek. Het was dus gebruikelijk dat er bij elke editie sporten en disciplines werden toegevoegd of geschrapt.

Door de gehele geschiedenis van de Olympische Spelen hebben vrouwen een marathon gelopen om gelijke rechten te verkrijgen binnen de sport. Bij elke editie moesten zij bewijzen dat vrouwen in staat waren om een sport op topniveau te beoefenen. Pas in 2012 werden vrouwen geschikt bevonden om deel te nemen aan het Olympisch boksen. Met de toevoeging van deze sport aan de vrouwencompetitie namen vrouwen voor het eerst evenveel deel aan sporten als mannen. Echter, mannen hadden nog steeds meer disciplines waaraan zij konden deelnemen. Ook was het aantal vrouwenteams dat mocht deelnemen aan sporten en disciplines lager dan het aantal mannenteams.

De weg naar gendergelijkheid in de sport was geen vanzelfsprekendheid. Zoals het nu vanzelfsprekend is dat elke jonge vrouw zich kan inschrijven en kan deelnemen aan elke sport, was dat vroeger niet altijd zo. Deze sporten en disciplines kwamen beschikbaar omdat de sportvrouwen van die tijd geen genoegen namen met een “nee”. Al hun harde werk heeft ervoor gezorgd dat deze zomer, op 26 juli in Parijs, de stad van Milliat en Coubertin, de eerste Zomerspelen plaatsvinden die volledig in het teken staan van gendergelijkheid  op het speelveld.

 


In de onderstaande visualisatie ziet u per Olympische zomerspelen welke sporten zijn toegevoegd aan het vrouwenprogramma. Het is voorgekomen dat een sport na een editie tijdelijk werd verwijderd van het vrouwenprogramma en pas enkele edities later weer op het programma stond. Bijvoorbeeld, boogschieten verscheen voor het eerst op het vrouwenprogramma in de zomer van 1904, maar verdween daarna direct weer. Pas in 1972 maakte boogschieten opnieuw zijn opwachting op het vrouwenprogramma



Dataverantwoording

De gegevens uit deze dataset komen van www.olympedia.org en zijn te vinden onder het kopje “Games” en daarna “Results”. De gegevens van deze website zijn het product van jarenlang werk van een groep Olympische historici en statistici. De groep die de database heeft samengesteld, noemt zichzelf MADmen. Sinds 1998 werken ze samen, en de database die is gebruikt om de website te maken, is het product van ongeveer 250 persoonsjaren werk. Met alle gegevens (https://hogeschoolutrecht-my.sharepoint.com/:x:/g/personal/savannah_dekker_student_hu_nl/ER7Gp7WvZCBLnhCJPCC9UMMBp2d8WS4cnoStCvy7hyRACQ?e=0E3uJN) heb ik een datavisualisatie gemaakt in het programma Flourish. Voor mijn visualisaties heb ik bewust gekozen om alle sporten te verwerken per editie. 


Alice Milliat Copyright: BNF

In de podcast over pioniers in de vrouwensport verkennen we in elke aflevering het leven van een voorvechter van vrouwen in de sport. In de eerste aflevering richten we de spotlight op Alice Milliat. Alice heeft veel betekend voor de vrouwensport en zonder haar zouden we niet staan waar we nu staan, gendergelijkheid tijdens de Olympische Spelen van 2024. In Milliat’s tijd was het echter verre van vanzelfsprekend dat vrouwen sport beoefenden, laat staan dat ze opkwamen voor vrouwenrechten in de sport. Hoe kwam het dat Milliat zich zo inzette voor de sport? Daar praten we verder over met sporthistoricus Jurryt van de Vooren in de eerste aflevering van de podcast over pioniers binnen de vrouwensport.

 

Trailer 

 

Wie is pionier Alice Milliat?

 


 

 

 

Over de auteur

Savannah Dekker

De Hillegomse Savannah Dekker (1999) is journalist en studeert sinds 2021 aan de Hogeschool van Utrecht. Hier vervult zij de taken audio, tekst en fotografie voor KeiNieuws. Ze heeft ambitie om een bekende journalist te worden om zo de waakhond van de Nederlandse samenleving te zijn. Ze is erg kritisch en zit altijd boven op de feiten. Buiten journalistiek om speelt Savannah rugby bij The Bassets in Sassenheim, dit helpt haar om haar hoofd leeg te maken na een drukke dag op de redactie.