Zo op het eerste oog een gewone tiener. Met benen tot in de hemel. Dat wel. Veel vriendinnen, beetje hockeyen en met de nodige tegenzin naar het net iets te vermoeiende 3 VWO. Nog niet bezig met de toekomst. Gewoon lekker kijken wat er op je pad komt.
Annamara liep al slenterend met haar familie door Budapest. Aan de ene kant winkels van bekende ketens. Aan de andere kant terrasjes waar mensen hun vochtverlies door de hitte weer aanvulden. Ze struikelde haast over die karretjes waar je gefrituurde platte broodjes kon bestellen met iets van room en kaas die er eigenlijk niet eens lekker uit zagen. Aan de lange rijen te zien dachten anderen daar anders over. Ze was op weg naar zo’n dertien in een dozijn boottochtje over de majestueuze Donau. Links en rechts fietsers die voorbij kwamen. En dan als donderslag bij heldere hemel die ene vrouw op die ene fiets met die ene vraag die het leven van Annamara volledig op haar kop zou zetten. “Have you ever thought about becoming a model?”. Ze keek verdwaasd om zich heen. Tegen wie praatte die vrouw? Naast haar moeder en een vriend was er niemand in de buurt. Huh. Ik? Hoezo? Dat gewone meisje? Natuurlijk had ze daar nooit aan gedacht. Haar hoofd leek wel een potpourri van vraagtekens en uitroeptekens. Ze schoten alle kanten op. Ze zag zichzelf shinen op de cover van de Elle, lopend op de catwalk in geen-idee-waar in een prachtige jurk met een sleep en klikkende camera’s. Ze zat voor een shoot op het strand op een bounty eiland met haar voeten in het warme zand en de kabbelende zee achter haar. In diezelfde seconde was ze ook ver van huis, zonder vriendinnen, zonder spierpijn van een hockeywedstrijd en een vaag, onrustig, onbevredigend verlangen naar school. En ineens roken die platte broodjes niet meer naar vergaand vet maar naar kaneel. Wat er precies omging in het hoofd van haar moeder wist ze niet. Het was haar moeders stem die Annamara weer in het nu bracht.
Natuurlijk ging ze ervoor. Welk meisje droomt er nou niet van een modellen bestaan? Op 12 januari om 08.21 uur vertrok het KLM vliegtuig naar Tokyo. Zestien uur en 39 minuten later landde ze op Tokyo Narita Airport. Krap vijftien jaar. Er waren heel wat gesprekken aan vooraf gegaan. Stevige, verstandige en emotionele. Voor drie maanden naar het andere eind van de wereld. Alleen. Het grote avontuur tegemoet. Haar drie kilo te zware koffer gevuld met basics die ze samen met haar scout had gekocht. En met schoolboeken want dat ging ook ‘gewoon’ door had ze haar mentor en de leerplichtambtenaar beloofd.
Met een ouderwets portfolio op zak gevuld met foto’s in kleding die ze zelf nooit uit zou zoeken en met een bulk aan ervaring, kwam ze toen het voorjaar was aangebroken, weer terug op Nederlandse bodem. Fascinerende, energiegevende en energieslurpende opdrachten volgden waarvan de show op de Paris fashion week waar ze exclusief voor Valentino mocht lopen en de shoot op de krijtrotsen in Seaford voor Pull & Bear het summum waren. Ze werkte met flamboyante visagisten en met extravagante hairstylisten. Ze stond op de cover van Saber Viver, de Elle van Portugal. Trots zag ze zichzelf wandvullend voorbij flitsen in bekende kledingzaken.
Ze had inmiddels wel door dat de Doutzens maanden achter elkaar van huis waren. Dat die leefden vanuit hun koffer. Dat die dagen hadden die begonnen ruim voordat het rijp op de bomen kon glinsteren en dat blaren van de stiletto’s geen uitzondering waren. En dat die niet zelf konden beslissen over hun agenda, hun haar, laat staan over het hebben van een neuspiercing. Maar zij was geen Doutzen.
Ze lag opgerold op het ingedeukte hoekje van de bank te turen naar haar schermpje. Ze rilde en trok de roze fleece deken zo hoog op dat alleen haar hoofd erboven uit kwam. De oranje wit gevlekte poes die vredig in haar schoot zat te spinnen, keek haar verdwaasd aan alsof ze wilde zeggen: doe jij eens ff chill zeg. Haar hart bonkte als een op hol geslagen paard. Dit ging echt te ver. Geen haar op haar hoofd die dacht dat ze dit ging doen. Eigenlijk moest ze grinniken om haar eigen woordspeling. Ze had al zo weinig regie over haar eigen leven. Er werd al van alle kanten aan haar getrokken. Moest op de meest onverwachte momenten naar de meest onverwachte plekken. Hockeyen, skiën, chillen. Finito. Genieten van de zon mocht nog wel, genieten in de zon niet. En nu dit?! Dit konden ze toch niet van haar vragen? No way. Dit ging ze echt niet doen.
Maar van haar strijdlust was niet veel meer over toen ze zaterdagochtend in de trein zat van Veenendaal West naar Amsterdam. Ze had vertrouwen in Sophie die ze al kende van een shoot. Annamara’s handen leken wel een vochtig vaatdoekje, haar keel hetzelfde doekje maar dan gortdroog. Ze zou er rijper en sprankelijker door gaan uitzien. Rijper, wat een woord. Een mango moet rijpen. Zij niet. Een grote hap lucht, één been over de drempel waarna de rest van haar lijf als vanzelf volgde. De elegante geur van rozenblaadjes gemixt met musk bereikte haar neusvleugels. Verschillende tinten turkoois waren zorgvuldig op elkaar afgestemd. Terwijl ze zich verwonderde over het aantal lampjes rondom iedere spiegel en ze zich door de lounge bar playlist een tel waande in het rieten kuipstoeltje bij strandtent Blow, werden haar gedachten abrupt onderbroken. “Wat leuk je dit keer hier te zien Annamara”, zei Sophie. “Moedig van je dat de schaar erin mag”. Overrompeld als ze was kwam er wat hakkelend uit: “Moedig is misschien niet helemaal het goede woord hoor. Het heeft iets te maken met … eh…. geen keus of zo. En er rijper uit moeten zien. Ik kan je vertellen dat ik er enorm tegenop zie”. “Ik heb met je agent gesproken. Ze heeft me precies verteld wat de bedoeling is. Een vlotte strakke pony en zo’n twaalf centimeter eraf. Door het onderin iets in laagjes te knippen, ontstaan er golfjes die er net zo uitzien als op het strand. We noemen dit beach waves. Het komt goed. Jou staat alles”. Waarschijnlijk ratelde ze nog veel meer maar Annamara was allang afgehaakt.
Nog geen twee uur later was het een feit. Een kinderlijke pony. Niks beach waves. Tranen prikten achter haar ogen. Ze wilde maar één ding: zo snel mogelijk naar huis, als een rolmops op de bank met de roze deken dit keer tot over haar hoofd. Maar de reis was lang. Langer dan de heenreis. In de trein keek ze voortdurend naar de weerspiegeling op haar mobiel. Het mondkapje maakte het beeld er niet mooier op. Schuin tegenover haar zat een jongen onderuitgezakt naar buiten te staren. Met net zo’n kinderlijke pony. Een jongen! Ging dit ooit nog goed komen? Het was precies dat moment waarop ze een besloot zelf aan het roer te gaan staan.
Het heeft nog maanden geduurd voordat ze het durfde te zeggen. Ze wilde anderen niet teleurstellen. Voldoen aan verwachtingen was ze immers wel gewend. Van de woorden van haar moeder krijgt ze nog kippenvel: doe waar je gelukkig van wordt meisje.
Drie jaar nadat haar leventje in Budapest een bizarre wending nam. Drie jaar waarin ze heeft genoten, geleerd, ervaren en beleefd is Annamara nu verpleegkunde student in Nijmegen. Niet meer voor de lens, maar er zijn voor de medemens. Met regie over haar eigen toekomst. Zonder pony. En, met een afspraak voor een neuspiercing in de agenda.