Waar rook is, is vuur

Waar rook is, is vuur

Bron: Pixabay, Anestiev

‘Ivo het gaat gewoon niet uit. Het MOET uit.’ Met een nieuwe brandblusser beent Monica stevig door het gangpad. Met de blusser onder haar arm loopt ze de galley binnen. Deur open, blussen, deur dicht, wachten, opnieuw checken. Is het vuur al uit? Dit is inmiddels al de vierde keer dat ze dit herhaalt. ‘Shit, nog steeds niet uit. We hebben nu echt ALLE halonblussers nodig uit het vliegtuig. Nu.’

Het is 18 augustus 2019. De vier dagen in het warme Zuid-Afrika zitten er voor Monica op. Kaapstad blijft toch altijd één van haar favoriete bestemmingen. Het prachtige landschap, de gezellige uitjes met collega’s en het heerlijke eten. Als stewardess vliegt Monica al jaren de gehele aardbol rond. Van Japan tot Rusland en van Amerika tot India. Alle uithoeken van de wereld heeft ze gezien. Maar de dagen op reis gaan altijd toch weer snel voorbij. Gisteren beklom ze nog de Tafelberg in Kaapstad met haar collega’s en de dag daarvoor schoof ze aan bij een wijnproeverij in het nabijgelegen Stellenbosch. Maar nu was het tijd om weer op huis aan te gaan. Terug naar het oude vertrouwde Nederland waar het gezin op haar wacht. Met de warme Afrikaanse zonnestralen nog brandend op haar huid stapt ze in de crewbus op weg naar het vliegveld. Er staat een lange nachtvlucht op de planning van maar liefst twaalf uur. Dat wordt flink aanpoten dus. In de crewbus kijkt ze naar buiten naar hoe het landschap langzamerhand met de kilometer verandert.

Het toestel zit bomvol. Alle stoelen zijn bezet en de businessclass, waar Monica en haar twee collega’s verantwoordelijk voor zijn, is rumoerig. Koffers worden in de bagagevakken gepropt, mensen zijn op zoek naar hun stoelen en de eerste mensen staan al in de rij om toch nog voor het opstijgen gebruik te maken van de toiletten. Typisch. Monica staat deze vlucht in de galley. Dat is de keuken van het vliegtuig. Hier zijn er zo’n drie van in dit vliegtuig. De voorste galley is voor de businessclass bestemt. Dit is nu haar territorium voor de komende twaalf uur. Ontbijt klaarmaken, snacks bereiden en de businessreizigers van glazen champagne voorzien is voor haar kinderspel. Ze doet dit immers al meer dan twintig jaar. Laat die vlucht maar beginnen, denkt ze.

De vlucht verloopt soepel. Omdat het een nachtvlucht is en het vliegtuig om 23:55u lokale tijd vertrok liggen bijna alle passagiers te slapen. Je kunt in de cabine een speld horen vallen. De enige geluiden die te horen zijn, zijn afkomstig uit koptelefoons die net iets te hard staan en snurkende reizigers die gesloopt zijn na een stressvolle middag en avond op het vliegveld en wel toe waren aan wat slaap. Na een lange tijd van rust en regelmaat is het tijd om het ontbijt uit te serveren. De vlucht heeft inmiddels er al ruim tien uur opzitten. In de galley wordt al een hoop gerommeld. Broodjes opwarmen, yoghurtjes pakken, sapjes klaarzetten en fruit uit de kastjes toveren. Voor Monica een standaard routine. Ze voelt zich als een vis in het water en ze staat dan ook eigenlijk volledig op automatische piloot als ze zo aan het werk is. De oven voor de broodjes ronkt naast haar terwijl ze de sapjes inschenkt. ‘Kunnen wij zo gaan uitserveren?’, vraagt haar collega. ‘Zeker, begin maar alvast’, antwoordt ze.

Het vliegtuig vult zich met de geur van warme broodjes en net iets te zure jus d ’Orange. Monica is druk met het opruimen van de galley na het ontbijt. Wanneer het is opgeruimd zal er weer wat rust in de tent zijn denkt ze. Wanneer ze zich omdraait staat ze oog in oog met een flinke rookwolk die ontsnapt uit de oven. Uit de onderkant van de oven ontstaat er een soort rookwolk die de gehele oven overneemt. ‘Dit is niet goed’, denkt ze. Gehaast kijkt ze de gangpaden in op zoek naar haar collega’s Ivo en Julia. Ze weet dat dit meer rook dan normaal is. Dit hoort niet.

Monica: ‘Kijk naar die oven. Er komt enorm veel rook uit.’

Julia: ‘Inderdaad ja. Laten we gelijk beginnen met onze procedure, dit ziet er namelijk helemaal niet goed uit.’

Monica: ‘Ik roep de collega’s bij elkaar. Ik denk dat wij hier hulp bij nodig gaan hebben. Er ontstaat meer rook dan ik dacht.’

Monica denkt terug aan alle FlightSafety toetsen die zij heeft gehad. Elk jaar moet deze toets gedaan worden door cabinepersoneel van vliegtuigen. De toets bestaat uit een theoretisch deel, waarbij er een toets gemaakt moet worden, en een praktisch deel. In het praktische deel worden situaties nagebootst die kunnen voorkomen in de realiteit. Denk bijvoorbeeld aan agressieve passagiers, evacuaties en brand. Dat laatste is waar Monica nu aan denkt. Brand.

Monica: ‘Laten we de Mainpower uitzetten.’

Deze knop zorgt ervoor dat alle apparaten in de galley, zoals bijvoorbeeld de oven, uit worden gezet. Eén van de collega’s kijkt gespannen toe. Met een stalen gezicht kijkt Monica naar de oven. Er gebeurt niks. De rook blijft toenemen. En nog sneller ook. Met z’n drieën beslissen de collega’s dat het tijd is om de ABC-procedure uit te oefenen. Elk persoon wordt gekoppeld aan een letter. Persoon A is verantwoordelijk voor het blussen van de brand, persoon B is verantwoordelijk voor het halen van het materiaal dat nodig is om de brand te blussen zoals handschoenen en Halonblussers en persoon C gaat over de communicatie.

Monica: ‘Oké, ik ben wel persoon B. Ik ga nu op zoek naar een brandblusser en handschoenen voordat dit echt escaleert.’

Naast de galley waar zij in staat is direct een halonblusser te vinden. Met de blusser onder haar arm en de handschoenen in haar hand loopt ze de galley in. Hier heeft zich ondertussen een hoop extra rook verzameld.

Ivo: ‘Dan ben ik persoon C. Ik sta toch al naast de telefoon.’ 

Terwijl Ivo aan de telefoon hangt met de piloten kijkt hij gestrest. De frons op zijn voorhoofd verraadt hoe hij zich voelt.

Ivo: ‘De piloten roken de geur en vroegen zich af wat er gaande was’, vertelt hij kort. Hij kijkt angstig.

Ivo: ‘Ja. Ja, er is een ovenbrand. We zijn nu bezig met het pakken van brandblussers en handschoenen. Ja, ik houd jullie op de hoogte.’ Terwijl hij de telefoon ophangt kijkt hij met opengesperde ogen richting de rook die constant uit de oven blijft komen.

Na een korte uitleg tegenover de piloten is het tijd om in actie te komen. ‘Wat gaan we nu doen?’

Monica kijkt de oven in. Een oranje gloed veroverd de gehele onderkant van de oven. De associatie met vuur is snel gelegd in haar hoofd. En vuur betekent actie ondernemen. Ondertussen begon de rook de galley volledig over te nemen. De rook benam haar de adem. Ze hadden deze brand flink onderschat. ‘Dit kan nooit goed zijn voor mijn longen’, spookt er door haar hoofd. Als het om Monica haar gezondheid gaat, speelt zij geen spelletjes. Ze zorgt thuis en op reis altijd goed voor zichzelf.

‘Ik ga de smokehoods pakken’, zegt Monica tegen haar collega’s.

Het masker zal haar en haar collega’s beschermen tegen de toxische stoffen in de rook. Wanneer ze terugkomt en weer een blik werpt op de oven die persoon A, Julia, ondertussen probeert te blussen ziet ze iets merkwaardigs. Het rekje dat bedoeld is om eten op te zetten in de oven, zorgt ervoor dat de brand maar niet dooft.

‘We moeten het rekje eruit halen’, zegt Monica.

Ivo: ‘Oké. Hoe halen we het rekje uit een brandende oven?’

Julia: ‘Ik doe de oven open, probeer opnieuw te blussen en pak dan het rekje wanneer de blusser net enige impact heeft gemaakt.’

Gespannen kijken Ivo en Monica toe. Ondertussen zijn er al zo’n drie halonblussers gebruikt om de brand te blussen, maar nog geheel zonder succes. Julia pakt het rekje uit de oven en zet het naast de oven neer. ‘Dat is in ieder geval gelukt’, denkt Monica. Achter Monica verzamelen zich nu drie andere collega’s die vanuit achter in het vliegtuig op de hoogte zijn gesteld. Passagiers beginnen zich op dit moment ook ongerust te maken. ‘We moeten de passagiers uit de businessclass evacueren’, vertelt een collega die opeens achter haar staat. De andere collega’s kijken geschrokken maar gaan gelijk te werk. Schuifelend vertrekken de passagiers richting de andere galley achter in het vliegtuig. Met handdoekjes op hun mond voor de hevige rook zitten zij op de grond van de vliegtuigkeuken. Wachtend op wat er gebeuren gaat.

Ondertussen blijven Monica en haar collega’s de brand proberen te blussen. De deur van de oven wordt telkens opengedaan, geblust voor enkele seconden tot de halonblusser het begeeft, dicht gedaan, gewacht en daarna weer gecheckt of de brand al heeft opgegeven. Telkens zonder succes. Er zijn inmiddels al vier halonblussers er doorheen gegaan. Monica keert zich tot haar collega achter haar. Ivo. Hij is vanuit het achterste deel van het vliegtuig teruggekomen om te kijken of hij te hulp kan schieten.

Monica: Ivo het gaat gewoon niet uit. Het MOET uit.’

Ivo ziet de daadkrachtige blik in Monica haar ogen. Het vuur moet uit.

Ivo: ‘We gaan er alles aan doen.’

De piloten zijn ondertussen bezig met het zoeken van een plek waar er een noodlanding kan worden gemaakt. Wordt het Brussel? Of vliegen ze door naar Amsterdam? Ze vliegen momenteel boven Frankrijk maar daar zijn de mogelijkheden nihil. Maar het vuur is nog niet uit. En dat moet eerst opgelost worden.

Inmiddels zijn er al vijf halonblussers doorheen gegaan, enkel zonder enig succes. ‘De zesde blusser moet het verschil gaan maken’, denkt Monica. Ze kijkt naar Ivo die naast haar is gaan staan. Terwijl ze de zesde blusser aan Julia geeft kijkt ze gespannen toe. ‘Een, twee, drie, vier…..’ De blusser slaat uit. Een frons verschijnt op Julia haar gezicht. Ze doet gespannen de ovendeur open. Een hoop rook slaat in haar gezicht. De rook glijdt langs het masker op de gezichten van de collega’s. Gespannen kijken ze de oven in. De oranje gloed dooft. Dikke zwarte rookpluimen stijgen boven de oven uit. Maar het vuur is verdwenen. Alsof het er nooit is geweest. Geschrokken van de hevige rook, maar ontdaan van de stress kijkt Monica naar Ivo. ‘Het is gelukt.’

 

45 minuten lang heeft de brand geduurd. Constante druk, stress en actie overvallen de collega’s. Het drukkende gevoel verlaat de schouders van Monica. Uitgeblust zit ze op haar stoel voor de landing. Ze zijn zo lang bezig geweest met het blussen dat ze nu zijn aangekomen in Amsterdam. Met de maskers tegen de rook nog op maken de stewards en stewardessen zich klaar voor de landing op Schiphol.

Eenmaal geland staan er brandweerwagens klaar om het vliegtuig gelijk te inspecteren. Welke materialen zijn er gebruikt? En wat is de kans dat de brand weer ontstaat? Het cabinepersoneel verlaat het vliegtuig na een korte briefing met de brandweer. Wanneer alle collega’s bij de gate staan beseffen ze pas wat er zojuist is gebeurd. Ze waren bijna thuis. Nog anderhalf uur. Monica hoort collega’s met elkaar nabespreken. ‘Jeetje wat is er eigenlijk net gebeurd’, is het eerste wat uit haar mond komt. Aandachtig luistert ze naar de gesprekken die haar collega’s voeren.

Beschrijving van de foto:

Op deze foto is de oven te zien die volledig is uitgebrand.

Achter in het vliegtuig waren collega’s blijkbaar al begonnen met afscheidsbrieven maken voor het gezin thuis. Iets wat zijzelf totaal niet heeft meekregen. Ze beseft eigenlijk nu pas hoe fout het had kunnen gaan. Daar had ze niet bij stilgestaan in het vliegtuig. Ze was alleen maar bezig met de brand. Hoe blussen we die? Hoe zorgen we dat we weer veilig aan de grond komen? Ze voelt ondertussen een branderig gevoel in haar keel. Wanneer ze naar haar uniform kijkt ziet ze zwarte vegen en vieze vlekken. ‘Die moet wel even naar de stomerij’, denkt ze. Samen met een collega besluit ze toch nog langs de medische dienst te gaan voor een check-up. Ze verlaten de groep na wat telefoonnummers uitwisselen. Wanneer ze Schiphol verlaat na de check-up denkt ze na over haar volgende vlucht. Over twee weken vliegt ze naar Los Angeles. ‘Zin in….’, denkt ze.

Over de auteur

Mila Ehlert

Mijn naam is Mila Ehlert (2005) en ik ben student aan de School voor Journalistiek in Utrecht. Ik ben een journalist die alles tot op de bodem uitzoekt. Of het nou gaat over de kleinste gebeurtenissen of grote verhalen, ik sta als eerste in de rij om mensen te informeren.