In Nederland verdwijnen openbare bibliotheken langzaam maar zeker uit het straatbeeld van vele gemeentes. Dit verschijnsel is het resultaat van jarenlange bezuinigingen, die deels te wijten zijn aan de dalende gemeentelijke budgetten en de decentralisatie van taken. De financiële crisis van 2008 en de Covid crisis hebben hierbij ook een grote rol gespeeld. Gemeenten werden geconfronteerd met krimpende budgetten, waardoor subsidies en andere financiële steun voor bibliotheken onder druk kwamen te staan. Recentelijk heeft de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) echter een stijging in subsidies gekregen. Maar is dit genoeg om openbare bibliotheken te redden?
Veranderend landschap
De kernfinanciering van openbare bibliotheken is historisch gezien altijd de verantwoordelijkheid van de gemeente geweest. Door subsidies konden bibliotheken hun kerntaken uitvoeren, zoals het bevorderen van leesplezier, informatievoorziening, en het bieden van een fysieke plek voor cultuur en educatie. Bibliotheken zijn echter niet alleen afhankelijk van overheidssteun; de inkomsten uit lidmaatschappen en andere activiteiten vormen eveneens een belangrijke pijler. Door een dalende behoefte aan het boek als fysiek medium – versterkt door de opkomst van digitale alternatieven – staan bibliotheken voor de uitdaging om relevant te blijven in een veranderend medialandschap. De verschuiving in leesgedrag onder Nederlanders heeft bijgedragen aan de daling van het ledenaantal en daarmee van inkomsten. Voor veel bibliotheken heeft dit betekent dat ze niet langer de middelen hebben om hun volledige dienstenpakket te bieden, of dat ze zelfs moeten sluiten.
Recente stijgingen
Na een lange periode van dalende subsidies en teruglopende gebruikersaantallen, lijkt er nu eindelijk licht aan het einde van de tunnel. Sinds 2018 zijn de overheidsbijdragen aan bibliotheken geleidelijk gestegen, met een recordbedrag van ongeveer 523 miljoen euro in 2023 – de grootste subsidie voor de sector in de afgelopen vijftien jaar. Ook het aantal gebruikers vertoont de afgelopen twee jaar een stijgende lijn. Waar de VOB in 2021 een dieptepunt bereikte met ongeveer 3,3 miljoen gebruikers, is dit aantal in 2023 weer toegenomen tot 3,6 miljoen. Ondanks de groeiende subsidies en gebruikersaantallen, blijft het aantal openbare bibliotheken echter nog steeds afnemen. Van de 171 vestigingen die er in 2009 nog waren, zijn inmiddels nog slechts 133 bibliotheken. Maar hoe komt het dat het aantal bibliotheken nog niet is gestegen?
Geduldwerk
Grotere subsidies vormen een welkome ondersteuning voor openbare bibliotheken, maar het openen van nieuwe vestigingen vergt tijd. Cees van Eijk, voorzitter van de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB), ziet echter een positieve toekomst voor de bibliotheeksector. “Dit soort processen kosten nu eenmaal tijd. Maar we zijn op de goede weg. De fondsen zijn inmiddels verdeeld over verschillende gemeentes in Nederland. Het plan is om in het komende jaar veertig nieuwe bibliotheken te openen,” aldus Van Eijk. Dit betekent dat één op de acht gemeentes komend jaar een nieuwe bibliotheek zal verwelkomen.
Naast het openen van nieuwe vestigingen zet de VOB zich in voor andere initiatieven. “Al geruime tijd werken we aan het project Bibliotheek op school, waarmee we jongeren meer bij lezen willen betrekken. Daarnaast zijn we van plan om onze activiteiten online verder uit te breiden, zodat we een uitgebreider platform voor bibliotheken kunnen bieden,” licht Van Eijk toe.
Verantwoording Data
De gegevens in dit artikel zijn afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), dat bekendstaat om het publiceren van betrouwbare en consistente statistische informatie die inspeelt op maatschappelijke behoeften. Voor dit artikel heb ik CBS-cijfers gebruikt over openbare bibliotheken, met name de trends in het aantal bibliotheken, ingeschreven leden, en inkomsten uit subsidies. Om de ontwikkeling over tijd goed weer te geven, heb ik een periode van 15 jaar gekozen. Er zijn weinig wijzigingen aangebracht in de cijfers; enkel de aantallen van ingeschreven leden zijn omgerekend van duizenden naar miljoenen.
Bron van gebruikte data: https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/70763ned/table?ts=1729081886556