Meer Nederlanders allergisch

Meer Nederlanders allergisch

Uit recent onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat het aantal Nederlanders dat zegt een allergie te hebben is gestegen van 18 procent in 2014 naar 21 procent in 2023. Dit is in lijn met een wereldwijde trend waarin allergieën steeds vaker voorkomen. Vooral stedelingen, jonge volwassenen en vrouwen rapporteren vaker allergieën dan anderen. Volgens allergoloog Rick Rösken speelt niet alleen genetische aanleg, maar ook de veranderde leefomgeving een grote rol in deze toename.

Allergieën komen het meest voor bij mensen tussen de 25 en 35 jaar. Maar ook kinderen hebben steeds vaker last van allergische reacties, vooral op voedsel. Naarmate mensen ouder worden, verschuift de gevoeligheid vaker naar allergieën voor luchtwegen, zoals hooikoorts of huisstofmijt. Bij jongeren onder de vijftien jaar hebben jongens vaker allergieën dan meisjes, maar na de puberteit is deze trend omgekeerd: vrouwen rapporteren dan vaker allergieën. Rösken verklaart dit verschil door hormonale factoren; “zo lijken vrouwelijke hormonen als oestrogeen en progesteron het risico op allergieën te verhogen. Daarnaast kunnen genderrollen en blootstelling aan allergenen in cosmetica en schoonmaakmiddelen ook een rol spelen.”

Platteland of stad?

Stedelingen geven vaker aan allergisch te zijn dan mensen die op het platteland wonen. “Dit wordt deels worden verklaard door de beperkte blootstelling aan natuur in stedelijke omgevingen en de hogere concentratie luchtvervuiling. Vooral jonge kinderen die minder in aanraking komen met boerderijdieren, ontwikkelen volgens hem minder vaak een natuurlijke tolerantie tegen potentiële allergenen. Bovendien draagt luchtvervuiling door auto’s, kachels en vliegverkeer in steden bij aan een verhoogde gevoeligheid voor luchtwegallergieën.” Hieronder zien we een grafiek gebaseerd op de desbetreffende publicatie van het CBS. Om de data toegankelijker te maken voor de lezer, is een staafgrafiek opgenomen. Deze grafiek visualiseert de verschillen tussen de verschillende stedelijkheidsniveaus, van zeer sterk stedelijke gebieden met de hoogste stedelijkheidsgraad (23,6%) tot de niet stedelijke gebieden (16,7%). De grafiek maakt de relatieve verschillen duidelijk en biedt een overzichtelijke vergelijking van de verdeling van stedelijkheid binnen Nederland.

Deze aanpak draagt bij aan de begrijpelijkheid van de data en helpt de lezer om de verdeling en betekenis van de verschillende stedelijkheidsgraden beter te interpreteren.

 

Gebrek aan natuurdiversiteit

Rösken stelt dat de toename van allergieën deels te wijten is aan een verlies aan natuurdiversiteit en blootstelling aan schoonmaak- en cosmeticaproducten die de huidbarrière aantasten. Hij pleit voor vroegtijdige blootstelling aan diverse voedingsmiddelen en natuurlijke omgevingen om een gezonde tolerantie op te bouwen. “Zo kunnen kinderen die op jonge leeftijd kennismaken met bijvoorbeeld pinda’s, volgens onderzoek een lager risico op pinda-allergieën ontwikkelen. Ook moedigt hij ouders aan om overmatige hygiëne te vermijden, omdat dit de natuurlijke weerstand van het lichaam kan verzwakken.”

Complex

De diagnose van allergieën blijft echter complex. Eén enkele test is vaak niet genoeg om vast te stellen of iemand een allergie heeft. Voor een nauwkeurige diagnose raadt Rösken aan om bij klachten eerst langs de huisarts te gaan en pas bij blijvende klachten een allergoloog te raadplegen. “Deze kan door middel van een provocatietest de exacte reactie van het lichaam op een allergeen vaststellen, wat een meer betrouwbare diagnose biedt dan alleen een bloedtest.”

Behandelingen zijn afhankelijk van de ernst en de aard van de allergie. De meest voorkomende behandelingen zijn medicatie, vermijding van allergenen en desensibilisatie. Zo kunnen hooikoorts- of huisstofmijtklachten worden verminderd met medicatie zoals antihistaminica of neussprays, maar voor sommige mensen werkt desensibilisatie het best. Hierbij wordt het lichaam in langzaam oplopende doseringen blootgesteld aan het allergeen, waardoor de gevoeligheid afneemt.

Preventie

Tot slot benadrukt Rösken het belang van bewustwording en preventie op maatschappelijk niveau. Om de allergie-epidemie af te remmen, zijn betere reguleringen op stoffen en een herstel van de natuur essentieel. Alleen door effectieve maatregelen te nemen, kunnen we de gezondheid van toekomstige generaties beschermen tegen deze toenemende problematiek.

Over de auteur

Sophie Olijve

Sophie Olijve is eerstejaars student journalistiek aan de Hogeschool Utrecht. Sophie’s interesses liggen vooral bij cultuur, geschiedenis en geaardheid.