In de stedelijke ruimte van Utrecht, waar de druk op de woningmarkt steeds groter wordt, hebben krakers altijd een eigen plek weten te vinden. Voor veel mensen lijkt kraken slechts een radicaal verzet tegen het gevestigde systeem, en is het stereotype ‘punkkraker’ van de jaren tachtig nooit verdwenen. Maar tegenwoordig lijkt kraken steeds vaker een manier om een creatieve, zelfgeorganiseerde samenleving te creëren. Het is niet meer alleen een oplossing tegen leegstand en woningnood, maar ook een creatieve tegenbeweging van de stedelijke samenleving.
Al vanaf 2010 is er een verbod op het kraken van panden. Een maximale gevangenisstraf van een jaar kan opgelegd worden, zegt het Ministerie van Algemene Zaken. Maar dit verbod houdt veel krakers niet tegen om toch te blijven kraken. Mede door de toename van de woningnood en voor leegstandpreventie, maar dat is niet altijd de voornaamste reden dat mensen kraken. Dit geldt ook voor Renée (om privacyredenen is haar echte naam aangepast). Zij woont in Huize Pluk, een van de gekraakte panden aan de Burgemeester Reigerstraat.
“Ik heb zelf veel behoefte aan deze manier van samenleven want het geeft een bepaald soort vrijheid en een community gevoel, wat niet snel te vinden is in andere soort huizen en pandjes. Het gevoel dat je dingen vies mag maken zonder dat het iemand anders tot last brengt is heel prettig. Dat maakt niet dat je het ook echt vies wil maken, maar wel dat je veel vrijer kan leven en meer autonomie hebt over het vormgeven van je plek.”
De woningmarkt biedt volgens Renée mooie huizen aan waar het idee van hoe een mens moet wonen vaak al vast staat, terwijl Renée veel liever ergens minimalistisch leeft waar ze zelfredzaam kan zijn.
Zo vullen ze jerrycans met water bij de buurvrouw, krijgen stroom van de buurman en douchen bij vrienden of buren. Ook het toilet spoelen ze door met regen- en afwaswater. “Als ik nu ergens anders het toilet doorspoel, dan voelt dat als zo veel verspilling, dat had ik hiervoor nooit door omdat je er gewoon aan gewend bent. En dat vind ik zo fijn aan in een kraakpand wonen; je gaat eigenlijk heel erg terug naar de basis. Wat heb ik als mens nodig? Dat bepaal je voor jezelf en daar ga je ook zelf achteraan want niet iedereen heeft hetzelfde nodig. Hier mag ik zelf bepalen hoe ik het goed vind.”
Nu is wonen in een kraakpand natuurlijk niet altijd rozengeur en maneschijn. Er zijn namelijk ook een aantal nadelen. Het is onzeker leven; je weet als kraker nooit hoe lang je in een pand kan blijven. Dit is voor Renée niet iets wat haar op dit moment heel erg belemmert in het dagelijks leven, maar ze is zich er wel bewust van dat het elk moment kan gebeuren.
Ook is leven in een kraakpand niet altijd even comfortabel. Er zullen altijd kleine ongemakken zijn. Voor sommigen werkt dit juist in hun voordeel, omdat het hen scherp houdt en de band met huisgenoten versterkt. In Huize Pluk wordt er niet ontspannen met Netflix op de bank; in plaats daarvan worden ze voortdurend uitgedaagd en gaan ze bijvoorbeeld samen op zoek naar hout.
Het grootste nadeel voor Renée ligt echter niet zozeer in het wonen in een kraakpand, maar in het feit dat ze een kraker is. “Je bent altijd een kraker. Je bent niet meer gewoon een mens dat zijn leven aan het leiden is maar iedereen benaderd je als een kraker. Dat bedoelen ze niet altijd negatief, ik ben ook aan het kraken maar dat is niet mijn doel in het leven. Mijn doel in het leven is een vrijere liefdevolle maatschappij creëren.”
Dat beeld dat mensen van krakers hebben komt niet zomaar uit de lucht vallen.
Kraken ontstond rond de jaren vijftig. Het was nog niet populair en men kraakte slechts uit woningnood en voor jongerenhuisvesting, blijkt uit een artikel van de Kanttekening. In de jaren tachtig werd kraken populair en steeg het aantal krakers enorm. Het werd een tegenbeweging tegen autoriteiten, de consumptiemaatschappij, uitbuiting, onderdrukking en dwang. ‘Fuck the system’ en ‘Jullie rechtsorde is de onze niet’, waren leuzen die toen door krakers gebruikt werden. Ze werden vaak gezien als rebelse mensen die een grote community vormden.
Zo zag ook Martien Jeuken dat. Hij kocht in de jaren tachtig als particulier een gekraakt pand om een restaurant te beginnen, maar de krakers waren daar niet blij mee. “Ze hebben toen der tijd onze auto total loss geslagen. Elke avond moest ik de auto ergens anders neerzetten omdat ik bang was dat de auto anders weer total loss geslagen zou worden. Ze hebben ons echt crimineel behandeld.” Zo hadden ze op de derde verdieping een ton met afgewerkte olie staan, die ze kantelden zodat de olie naar beneden over de trap stroomde. Vervolgens strooiden ze kiezelstenen over de olie, met de bedoeling dat de ME’ers bij het ontruimen zouden struikelen. “Ze hadden geen respect voor een pand of een woning, het was puur voor eigen belang”, aldus Jeuken.
Toch kan Renée zich wel vinden in deze krakers. “De basis van deze ideologie gaat over gelijkheid van mensen en dat zou het stereotype moeten zijn dat meer kloppend is bij wat krakers doen. Maar wij worden neergezet als rommelmakend tuig. Het is belangrijk om dat stereotype eruit te krijgen want kraken gaat over veel meer dan dat.”
Volgens Renée is het juist een soort creatieve tegenbeweging van de stedelijke samenleving. Er wordt gezocht naar andere mogelijkheden, en creativiteit is eigenlijk het ‘anders denken’ hierin. “In zo’n huis wordt er heel creatief omgegaan met alledaagse dingen want je moet het zelf doen. Het is niet een vooropgesteld plan van; ‘hier zit je keuken en zo moet je het doen’, dus het is echt iets creatiefs.”
Zo begon Huize Pluk de ‘Tegenwerkplaats’. Een ontmoetingsplek in een van de ruimtes van het gekraakte pand waar mensen hun creativiteit kunnen uiten:
Kraken is dus meer dan alleen huisvesting en rommelmakend tuig. Veel krakers zijn juist op zoek naar verbintenis in een gemeenschap waar iedereen welkom is om zichzelf te zijn en creativiteit te uiten. Het biedt een alternatief voor traditionele woonvormen, waarin ruimte is voor praktische oplossingen, gedeelde verantwoordelijkheid en een andere invulling van het dagelijks leven.