In 2020 stelde Bort Zwaan, destijds cultureel ambtenaar van de gemeente Bunschoten, een lijst op met de vrouwen die dagelijks klederdracht droegen. Destijds waren dit 104 vrouwen, maar inmiddels is het aantal gedaald tot 38 vrouwen die nog in dracht gekleed zijn. “Pasgeleden overleden in een maand tijd drie vrouwen. Het verdwijnen van de dracht gaat heel hard”, stelt Adriaantje de Jong, directeur-conservator bij Museum Spakenburg.
Afname van de klederdracht
In de jaren na de afsluiting van de Zuiderzee in 1932 veranderde de samenleving in Bunschoten-Spakenburg aanzienlijk. De visserij liep sterk terug, waardoor steeds meer vrouwen werk buiten het dorp zochten. Dit leidde ertoe dat de traditionele klederdracht langzaam verdween. De Jong licht toe: “Er hing een enorm stigma rondom vrouwen die klederdracht droegen. In het openbaar vervoer kregen ze opmerkingen als ‘hé boerentrien’. Dit stereotype zorgde ervoor dat veel vrouwen ervoor kozen ‘burger’ kleding te gaan dragen.”
Herwaardering, maar geen toekomst
De laatste jaren is er een herwaardering van de klederdracht onder jongere generaties. Op de jaarlijkse Visserijdag dragen complete families, van grootmoeders tot kleinkinderen, traditionele dracht. Deze dag werd 35 jaar geleden opgericht en viert de geschiedenis van de gemeente.“Er is een sterk gevoel van identiteit,” zegt De Jong. “Met de dracht onderscheiden Spakenburgers zich en creëren ze een wij-gevoel: wij zijn van Spakenburg.” Toch verwacht ze niet dat de dracht daadwerkelijk zal worden voortgezet. “Dit is echt de laatste generatie klederdrachtdragers die iedere dag in dracht gekleed zijn. De kinderen van deze vrouwen dragen ‘burger’ kleding. Voor wie er niet mee is opgegroeid, voelt het alsof je je verkleedt. Bovendien is het erg arbeidsintensief en zit het minder comfortabel dan ‘burger’ kleding.”
Een generatie die afscheid neemt
De laatste draagsters hebben weinig moeite met het naderende einde. Wimpje Blokhuis en Hendrikje Kuis zeggen: “Het is niet meer van deze tijd. Wie in Amersfoort werkt of in Amsterdam studeert, draagt geen klederdracht.” Hoewel sommige inwoners van Bunschoten-Spakenburg zich inzetten om de traditie te behouden, accepteren de meesten dat deze vorm van kleding binnenkort zal verdwijnen. De sociale en praktische barrières zijn te groot om een blijvende toekomst voor de klederdracht te garanderen.
Behoud van kennis en tradities
Museum Spakenburg en de gemeente zetten zich in om kennis over klederdracht vast te leggen. “We proberen alles te documenteren, maar veel kennis zal verloren gaan,” zegt De Jong. Het aankleden is complex en vereist specifieke regels over stofkeuze en draagwijze. “In Volendam, waar de dracht al is uitgestorven, is de dracht een karikatuur geworden. Dat willen we in Bunschoten voorkomen. We streven naar een zo authentiek mogelijk beeld van de dracht.” Hoewel de klederdracht verdwijnt, blijft het een belangrijk onderdeel van de lokale geschiedenis en identiteit. Door tentoonstellingen en visserijdagen zal het verhaal van de Spakenburgse klederdracht voortleven, ook wanneer de laatste draagsters er niet meer zijn.
Data verantwoording
Data verzameling en bewerking
Voor dit onderzoek is gebruikgemaakt van een dataset die afkomstig is van de gemeente Bunschoten en is samengesteld door cultureel ambtenaar Bort Zwaan. De lijst bevat gegevens van vrouwen die nog actief Spakenburgse klederdracht droegen in 2020 binnen de gemeente, waaronder hun voor- en achternaam en geboortedatum. In de toelichting bij de dataset wordt beschreven dat het om een schatting gaat van het aantal draagsters, en dat er mogelijk enkele fouten in de lijst kunnen voorkomen.
De bewerking van de dataset werd op 3 april 2025 afgerond door Meike van der Ploeg. In deze fase is in kaart gebracht welke vrouwen nog in leven zijn en welke inmiddels zijn overleden. Dit is gedaan in samenwerking met Wimpje Blokhuis, die nauwgezet heeft bijgehouden wie er in het dorp zijn overleden. Om de gegevens zo volledig mogelijk te maken, zijn overlijdensdata waar mogelijk toegevoegd aan de hand van openbare bronnen zoals online-familieberichten.nl, openarchieven.nl en begraafplaatsenonline.nl. Wanneer er geen betrouwbare overlijdensinformatie beschikbaar was, is deze weggelaten.
Vanwege privacywetgeving was het voor de gemeente niet mogelijk om ontbrekende informatie aan te vullen, wat betekent dat de dataset op sommige punten onvolledig is gebleven. Naast de overlijdensdata is voor elke vrouw in de lijst de huidige leeftijd berekend, en voor de overleden vrouwen is tevens hun overlijdensleeftijd vastgesteld, waar bekend Hoewel de gegevens in de gepubliceerde versie van de dataset zijn geanonimiseerd, zijn de namen van de betrokken vrouwen bij de redactie wel bekend.
Methode van schatting
Omdat de data-visualisatie gebaseerd is op schattingen, is het belangrijk om inzage te geven op welke manier de schattingen tot stand zijn gekomen. Van de inmiddels 66 overleden vrouwen uit de dataset zijn van 35 vrouwen de overlijdensleeftijden bekend. Deze gegevens leidden tot een berekende gemiddelde overlijdensleeftijd van 91,34 jaar. Deze gemiddelde leeftijd vormt het uitgangspunt voor de verdere berekeningen. Voor iedere vrouw in de dataset is gekeken naar haar huidige leeftijd. Door deze leeftijd af te trekken van het gemiddelde (91,34 jaar) ontstaat een indicatie van het aantal jaren dat zij naar verwachting nog zal leven. Dit getal is vervolgens opgeteld bij het huidige jaar (2025), waarmee voor elke vrouw een geschat overlijdensjaar is bepaald. Bijvoorbeeld: voor een vrouw die momenteel 88 jaar oud is, geldt 91,34 – 88 = 3,34 jaar resterend. Opgeteld bij 2025 leidt dit tot een verwachte overlijdensdatum rond 2028.
De jongste nog levende vrouw in de dataset is op dit moment 74 jaar oud. Als zij de laatste draagster zou zijn van de Spakenburgse klederdracht, betekent dit – op basis van de gemiddelde overlijdensleeftijd – dat zij naar verwachting in 2041 zal overlijden. Daarmee zou ook het verdwijnen van de klederdracht zich rond dat jaar kunnen voltrekken.
Het is belangrijk om te benadrukken dat deze berekening slechts een indicatie geeft. De gemiddelde overlijdensleeftijd is immers gebaseerd op een beperkte groep vrouwen waarvan niet bij iedereen de overlijdensdatum bekend is. Bovendien zijn er meerdere factoren die van invloed kunnen zijn op het daadwerkelijke verdwijnen van de klederdracht. Zo kunnen vrouwen ouder worden dan gemiddeld, eerder overlijden, of op enig moment besluiten te stoppen met het dragen van de dracht, om redenen die niets met overlijden te maken hebben. De gemiddelde leeftijd bij overlijden in Nederland bij deze generatie vrouwen ligt bijna 20 jaar lager. Al deze variabelen zorgen ervoor dat de uitkomst geen voorspelling is in strikte zin, maar eerder een richtinggevend scenario.
Het is onmogelijk om een exact moment te voorspellen waarop de klederdracht volledig zal verdwijnen. Wel geeft deze analyse een grove inschatting van de snelheid waarmee de traditie verdwijnt en onderstreept het de noodzaak om de kennis en geschiedenis ervan vast te leggen voor toekomstige generaties.