Defensie in Europa is verouderd en verdeeld

Defensie in Europa is verouderd en verdeeld

Uit dataonderzoek blijkt dat de defensiecapaciteiten van Europa sterk gefragmenteerd en verouderd zijn, wat de vraag oproept of het continent zichzelf effectief kan verdedigen nu Amerikaanse hulp niet meer vanzelfsprekend is. “Er is een risico dat Amerika uiteindelijk zegt, als het echt spannend wordt, dat hij niet meedoet met een Artikel 5-operatie,” waarschuwt Frans Osinga, hoogleraar oorlogsstudies aan de Universiteit Leiden. Volgens Osinga is het van cruciaal belang dat Europese landen gezamenlijk wapens inkopen om deze fragmentatie tegen te gaan.  

De Stand van Europese Straaljagers

Een blik op de cijfers laat zien dat Europa op het gebied van straaljagers goed scoort: als je alle straaljagers van de EU bij elkaar optelt, staat Europa wereldwijd op de tweede plaats qua hoeveelheid. Maar deze cijfers vertellen niet het hele verhaal. “Veel van de straaljagers zijn verouderd en kunnen niet goed onopgemerkt blijven, zoals de nieuwere F-35 straaljagers dat wel kunnen. Daardoor zijn ze kwetsbaar voor de grote hoeveelheid Russische luchtafweer.” legt Osinga uit. Daarbij heeft Europa zelf ook een tekort aan luchtverdedigingssystemen. “Dit is nu maar vijf procent van wat Europa nodig heeft om effectief te opereren.”

 

Versplintering Tanksystemen

Het aantal Tanks in Europa scoort ook top 3. Maar het dataonderzoek vertelt ook dat in Europe tanks gefragmenteerd zijn. Hoewel landen zoals Nederland, Duitsland en Denemarken Leopard-tanks gebruiken, die dezelfde munitie en communicatiesystemen hebben, beschikken andere landen over hun eigen systemen. Britse Challengers gebruiken bijvoorbeeld andere munitie dan Franse Leclerc-tanks, die op hun beurt weer andere communicatiesystemen hebben. “Defensie werd jarenlang gezien als een soeverein goed,” legt Osinga uit. “Frankrijk kocht en maakte hun tanks in Frankrijk, en Duitsland in Duitsland. Hierdoor heb je op logistiek vlak niet met elkaar kunnen samenwerken of dezelfde munitie kunnen gebruiken, wat zorgt voor inefficiëntie en dus hogere kosten.”

Deze tekorten en verouderde wapens zijn volgens Osinga vooral het gevolg van jarenlang vertrouwen op Amerikaanse bescherming. “We dachten dat Amerika ons zal verdedigen, en daardoor besteedden we zelf minder aan ons eigen defensiemateriaal. Dit heeft geleid tot een situatie waarin Europa niet alleen afhankelijk is van Amerikaanse technologie, maar ook kwetsbaar is in geval van een crisis waarin de VS besluit minder betrokken te zijn.”

Succesverhalen en Advies voor Toekomstige Samenwerking

Ondanks deze versnippering van defensiemateriaal in Europa zijn er voorbeelden van succesvolle samenwerking binnen Europese defensie. “We zien als succesverhaal in de lucht: Europese landen kopen al jarenlang samen F-16-straaljagers in, waardoor je daar nu ook gestandaardiseerd wordt,” zegt Osinga. Hij adviseert hetzelfde te doen voor landmacht materieel zoals tanks en luchtverdedigingssystemen. “Het is nu belangrijk dat we samen wapens inkopen zodat we de middelen hebben om onszelf te verdedigen als Amerika ons niet komt helpen,” benadrukt Osinga. Daar zijn volgens Osinga nu ook op Europese Unie nu ook gesprekken over. Maar hij waarschuwt dat dit tijd kost: “Voordat we alle middelen hebben, zijn we al vijf tot acht jaar verder. Alle landen staan nu aan te kloppen bij de wapenindustrie die overspoeld wordt.” Dit maakt de situatie extra urgent.

Verantwoording: De data voor dit onderzoek is grotendeels gebaseerd op de cijfers van de Global Firepower Index. Hier hebben we informatie over tanks, straaljagers en luchtverweersystemen vandaan. Zij baseren hun data op overheidsrapporten en defensiepublicaties. Zij maakten daarbij onderscheid of tanks gereedbaar zijn. Dit houdt in dat ze nu ingezet kunnen worden en niet verouderd of technisch in slechte staat zijn. Ik heb in dit onderzoek alleen gebruik gemaakt van die gereedheidscijfers, omdat dit een realistischer beeld geeft van de staat van tanks per land.  Ze hanteren een gereedheidspercentage zoals ook gebruikt door het Amerikaanse leger. Dit is voor landmacht gemiddeld 80% en voor luchtmacht 75%.  De cijfers die Global Firepower index gebruikt zijn allemaal dit kalender jaar nog geüpdatet.

Om te bepalen welke soorten tanks landen gebruiken, maakten we in het begin gebruik van een Wikipedia-lijst van tanksoorten. Wikipedia baseert zijn cijfers op overheidsrapporten en defensiepublicaties, die ik heb nagekeken. Ik heb gekeken of ik de informatie kon halen uit NAVO-rapporten, maar zij gaven alleen weer welke tanks Frankrijk, Duitsland en Engeland hebben en niet van alle Europese Unie-landen. Ook keek ik in de database van SIPRI, maar hier kan ik ook niet specifiek per land vinden welke tanks ze gebruiken. Doordat ik de bronnen van Wikipedia heb gecontroleerd en er dus geen andere manier is, vind ik het verantwoord om hen als bron te gebruiken.

De mate waarin tanks met elkaar kunnen samenwerken volledig of beperkt  is gebaseerd op rapporten van het Clingendael Instituut. Volgens deze rapporten markeert de Leopard 2-serie het begin van standaardisering binnen het Europese tankarsenaal. In eigen land ontworpen en geproduceerde tanks, zoals de Franse Leclerc of oude Sovjetmodellen, beschikken doorgaans niet over compatibele communicatiesystemen of munitietypes. Op basis van deze analyse heb ik de Leopard-tank in dit onderzoek als standaardmodel gehanteerd. Alle andere tanks zijn beschouwd als systemen die beperkt of niet compatibel zijn met de Leopard.

Dataset

Over de auteur

Leon Hart

Leon Hart 21 derde jaars journalistiek student.