Opera spreekt al eeuwen tot de verbeelding met verhalen over liefde, verlies en macht. Toch blijft de wereld erachter opvallend eenzijdig. Uit data-onderzoek met behulp van gegevens uit The Opera Database blijkt dat de kunstvorm nog steeds sterk leunt op zijn Europese wortels. Van de 17.770 geregistreerde uitvoeringen van opera’s in de database zijn 14.349 gecomponeerd door een componist van Europese afkomst. Slechts 3.421 opera’s zijn geschreven door componisten met een niet-Europese achtergrond, iets minder dan een vijfde van het totaal.
Rien Claassen, docent Moderne Kunst aan Hogeschool Utrecht, benadrukt dat diversiteit binnen kunstgeschiedenis lange tijd gevormd werd door een westerse, mannelijke en witte norm. ‘Musea en andere kunstinstellingen beginnen zich daar steeds bewuster van te worden. Maar in het geval van opera is die ontwikkeling trager,’ stelt hij. ‘Opera is een kunstvorm met een lange geschiedenis, en juist daardoor is het moeilijk om daar nieuwe stemmen tussen te krijgen’. Tradities maken het volgens hem moeilijk om ruimte te geven aan diverse perspectieven, hoewel de maatschappelijke discussie over inclusie steeds sterker wordt. Claassen legt uit dat deze discussie in de beeldende kunst zichtbaar is: ‘Een instelling als het MoMA in New York zette een duidelijk signaal neer toen ze het werk van Faith Ringgold naast Picasso hingen. Dat is belangrijk, omdat het laat zien dat kwaliteit en impact niet voorbehouden zijn aan een beperkte groep makers.’
Om inzichtelijk te maken hoe de verdeling tussen Europese en niet-Europese componisten er in detail uitziet, is met onderstaande visualisatie in kaart gebracht hoeveel opera’s er per nationaliteit zijn geregistreerd. Daaruit blijkt dat het aandeel van bijvoorbeeld Afrikaanse, Aziatische of Zuid-Amerikaanse componisten zeer beperkt is.
De oplossing? Volgens Claassen heeft het geen zin om quota op te leggen, maar om actiever te kijken naar talent buiten de gevestigde netwerken. ‘De kunstwereld verandert vanzelf mee als je het waardeoordeel centraal blijft stellen, maar wel met een brede blik. Het is belangrijk dat programmeurs, curatoren en artistiek leiders zich daar bewust van zijn.’ Wat betreft de manier waarop kunstinstellingen hun beleid kunnen aanpassen, stelt hij dat het vooral belangrijk is dat gewerkt wordt vanuit de waarde van kunst zelf. ‘Een kunstinstelling moet kunst laten zien die ertoe doet. Punt. Het gaat niet om het afvinken van diversiteit, maar om het serieus nemen van kunst die relevant en betekenisvol is voor de samenleving. Als instellingen zich richten op de inhoudelijke waarde van kunst, zullen ze vanzelf een mooie representatie ontwikkelen die verder gaat dan de traditionele canon.’
De huidige staat van diversiteit in de kunstwereld laat zien dat er nog vooruitgang mogelijk is, vooral binnen genres zoals opera. Maar met de opkomst van nieuwe inzichten, technologieën en een bredere blik op kunst kunnen we volgens Claassen hopen op een toekomst waarin meer diverse stemmen gehoord worden, zonder dat dit de waarde van de kunst zelf in de weg staat.
Verantwoording
De gebruikte data voor beide visualisaties zijn afkomstig van The Opera Database, samengesteld door operazanger Lee Steiner. De database bevat 17.770 uitvoeringen van opera’s die zijn geregistreerd tussen 1800 en 2019. Een steekproef van dertig willekeurige registraties is uitgevoerd om de nauwkeurigheid van de data te controleren; hierbij zijn geen fouten aangetroffen.
Voor de zelf samengestelde dataset zijn de naam van de opera, de (eventuele) premièredatum, de naam en nationaliteit van de componist opgenomen. In de uiteindelijke visualisaties is enkel de naam en nationaliteit van de componisten gebruikt, om overzicht te behouden.
Een componist wordt als ‘Europees’ beschouwd als deze afkomstig is uit een land binnen de Europese Unie (EU). Engeland vormt hierop een uitzondering: hoewel het formeel geen EU-lid meer is, is het wel cultureel-Europees en verantwoordelijk voor 840 opera’s. In de staafdiagram vallen deze echter onder ‘niet-Europees’, om het contrast tussen EU en niet-EU-landen helder te houden.
Voor het tonen van het aantal opera’s per nationaliteit is gekozen voor eensunburstdiagram, omdat deze visualisatie hiërarchieën en onderlinge verhoudingen goed in beeld brengt. Het staafdiagram is bewust eenvoudiger gehouden om de tegenstelling tussen Europese en niet-Europese componisten duidelijk en direct inzichtelijk te maken.
Om de transparantie en herhaalbaarheid van deze analyse te waarborgen, is de bron van de dataset publiek beschikbaar via The Opera Database. Hierdoor kunnen lezers de gebruikte methode controleren of repliceren. Ook is via onderstaande download-knop de dataset gebruikt bij het maken van de visualisaties te bekijken.