Haagse Vrouwendagen debat 2025: De noodzaak van ruimte innemen

Haagse Vrouwendagen debat 2025: De noodzaak van ruimte innemen

Hoe laten vrouwen zich horen in de kunst en politiek? Dat is het thema van het Haagse Vrouwendagen debat 2025. Er zijn vier vrouwen uitgenodigd om hun visie te delen tijdens het debat: Mariëlle Vavier (wethouder Armoede, Inclusie, Zorg en Internationale Zaken), Majel Blonden (directeur PAARD), Afaina de Jong (architect en oprichter van AFARAI) en Diane Mahín (performance- en geluidskunstenaar). De performance ‘In Land We Resonate’ van Lakisha Apostel laat de lezing en het debat in elkaar overlopen.

Al lijkt het op het eerste gezicht niet zo door de ruimte die haar performance inneemt, ook Apostel ervaart moeite met het innemen van ruimte: ‘Als vrouw, en als zwarte vrouw zijnde, kan het intimiderend zijn. Het is iets waar ik veel mee worstel.’

Een klein kaarsje aan de linkerzijde van de donkere steeg in de Haagse wijk Laakkwartier leidt de bezoekers van het debat Club Laak binnen. Half acht s ’avonds gaan de deuren open en er stromen langzaamaan vrouwen naar binnen. Er zijn ook een aantal mannen, precies op één hand te tellen. Wanneer het acht uur is, wordt iedereen naar de zaal geleid, waar mag worden plaatsgenomen op de hoge tribune. Wanneer je vanaf de tribune naar beneden kijkt, zie je de performance van Lakisha Apostel al klaar staan: twee hoge, gekromde, bruine muren en een houten blok in het midden. Maar daar is het nu nog geen tijd voor, de avond begint, zoals ieder jaar, met de Ria-sikkes lezing.

Het uitzicht van de tribune in de zaal waar de lezing, performance en debat plaatsvinden. Devika Partiman staat klaar voor de Ria-Sikkes lezing.

Ria-Sikkes lezing

De lezing wordt dit jaar gehouden door Devika Partiman: de directeur van Stem op een Vrouw. Deze stichting richtte zij in 2017 op met als doel: zich inzetten voor representatie en emancipatie van vrouwelijke politieke leden. Wanneer Partiman na de aankondiging haar lezing begint, valt de zaal stil. Met rechte schouders en een rustige stem vertelt Partiman waar het op staat: de man komt ook in de politiek nog het meest voor. In 2021 zou de Tweede Kamer het meest divers zijn geweest, nu is dat weer afgenomen. Het kleine aantal vrouwen dat zich in de Tweede Kamer bevindt is vaak wit, hetero en rond de vijftig, alsnog geen volledige representatie van de samenleving dus. Hoewel dit misschien negatief klinkt, heeft Partiman een positieve instelling: ‘Focus je niet op de mensen die het niet met je eens zijn, maar juist op de mensen die het wel eens zijn en vergroot die groep.’

Het is tijd voor een korte pauze. De toiletruimte vult zich en hoewel er weinig mannen aanwezig zijn staat de wc-bril omhoog. Het oog van twee bezoekers valt op de poster met huisregels die op de wc hangt.

Op de wc, maar ook bij de bar hangen posters die men eraan helpt herinneren waar ze in Club Laak niet van gediend zijn.

In Land We Resonate

Wanneer iedereen zich weer heeft verzameld op de tribune, begint de performance In Land We Resonate van Lakisha Apostel en Lungiswa Gqunta. ‘Vanavond is de performance maar zeven minuten, maar normaal duurt hij wel een uur tot anderhalf uur. Het is een heel lange voorstelling,’ vertelt Apostel lachend.

Lakisha Apostel is nog maar net klaar met haar opleiding en is geïnspireerd geraakt door haar gemis van identiteit. In de performance zet ze haar lichaam in om verbinding te zoeken met de aarde en Curaçao, het land waar haar ouders zijn geboren en zij vanuit Rotterdam naar toe is verhuisd met haar gezin toen ze twee was. Ze kiest bewust voor performance art: ‘Ik hou ervan als iets vastzit aan tijd, wanneer het niet voor altijd duurt. Mijn werk gaat over thuishoren en ik denk dat ergens naar verlangen een actie is.’

Drie vrouwen liggen op de grond tegen een houten blok tijdens de performance ‘In Land We Resonate’, door Kyle Tryhorn.

De performance begint met drie mensen die op de grond liggen, met hun benen op het houten blok geplaatst. De mensen verplaatsen zich om de beurt, elkaar nauwlettend in de gaten houdend. Wanneer de mensen op de randen aan de linker muur gaan liggen, plaatsen zij hun voeten in kleine, boot-vormige voorwerpen. Deze stellen open wonden voor, ook wel de baarmoeder, vertelt Apostel. ‘De baarmoeder is een mens eerste thuis. Hoe krijg ik mijzelf daarin terug? Dat probeer ik over te brengen in de performance.’

Ruimte innemen

De bijeenkomst staat in thema van ruimte innemen als vrouw, met name in de kunst en politiek. Binnen deze twee sectoren is namelijk nog werk aan de winkel op het gebied van diversie en vrouwelijke representatie. Lakisha Apostel spreekt uit moeite te hebben met het innemen van ruimte, haar kunst helpt haar hierbij. ‘De manier waarop ik ruimte inneem is doormiddel van mijn werk, dat bestaat uit twee grote muren en een groot platform in het midden. Ik heb het niet met het idee van ruimte innemen gemaakt, maar het is er wel deel van, omdat ik moeite heb om met mijn eigen lichaam ruimte in te nemen. Mijn werk kan dat wel. Op een manier komen vrouwen naar deze bijeenkomst om ruimte in te nemen, ik vind het mooi dat ik daar deel van mag zijn.’  

Volgens Apostel is het moeilijk om te bestaan zonder ruimte in te nemen. ‘Ik denk constant ‘oh, kan ik hier zitten? Is het oké als ik mijn voeten hier neerzet?’ Terwijl de man naast mij in het openbaar vervoer aan het ‘manspreaden’ is alsof hij eigenaar van de stoel is.’ Manspreaden verwijst naar de gewoonte die mannen kunnen hebben om met gespreide benen te zitten.

Drie vrouwen liggen in de performance ‘In Land We Resonate’, door Kyle Tryhorn.

Het debat

Om half tien begint het debat, al noemt Hasna el Maroudi, die het debat leidt, het eerder een panelgesprek. Er zijn geen partijen die tegenover elkaar staan, de vier uitgenodigde vrouwen voeren een gesprek over het laten horen en gehoord voelen.

De vrouw met het lange, zwarte haar en het felgekleurde shirt gaat op de derde stoel van rechts zitten. Het is Diane Mahín, performance maker van onder anderen de performance ‘Grunt’. Om haar te introduceren wordt de performance op het scherm getoond. In de video zit Mahín in het midden van een kleine, witte zaal op een stoel. Ze kijkt naar het publiek, dat langs de rand van de zaal op de grond zit, en maakt harde, schelle geluiden: ze grunt. Grunten is een zangtechniek die veel voorkomt in de muziekgenre metal. De lage tonen zouden geassocieerd kunnen worden met mannelijkheid, maar voor Mahín is niks minder waar: ‘Het voelde voor mij heel vrouwelijk omdat het zo krachtig voelde en een beetje vulkanisch bijna. Alsof het de aarde laat trillen, dat vind ik een heel vrouwelijke kracht. Voor mij was het fijn om dit geluid te produceren, wat te maken had met mijn genderidentiteit en hoe ik als vrouw word gezien, hoe verwacht wordt dat ik mij gedraag. Ik vind het heel belangrijk dat er wordt benadrukt dat seksisme er nog steeds is, maar ook dat het heel sterk is, ook in onszelf.’ Op de video is dan ook te zien dat het publiek naar Diane kijkt alsof ze zich ongemakkelijk voelen, alsof ze niet verwacht hadden dat dit geluid uit haar zou komen.

Mahín kijkt zelf veel naar performance art, maar merkt nog steeds dat ze wel eens seksistische gedachten heeft. ‘In de zin van dat ik denk ‘oh, zo hoort een vrouw zich toch niet te gedragen?’ Heel kort denk ik dat, het is gewoon geïnternaliseerd door de maatschappij en mijn familie. Daarom vind ik het belangrijk om naar elkaar te blijven kijken en af te vragen wat een vrouw is of kan zijn.’

Seksisme komt in de sector performance en regie waar Mahín in werkt volgens haar weinig voor. Toch ziet ze het in de algemene kunstsector nog wel. ‘Daar zie ik vooral mannen die de hoogste functies hebben bij de theaters en leeft er soms ook nog een machocultuur. Ik heb ook wel eens gehad dat een technicus mij gaat uitleggen hoe het geluid werkt.’

Intersectionaliteit

Binnen het debat komt intersectionaliteit ter sprake: de opeenstapeling van meerdere vormen van discriminatie, bijvoorbeeld discriminatie op basis van het geslacht en afkomst.

Apostel merkt een verschil tussen de ervaringen van witte vrouwen en haar eigen wanneer het over seksisme gaat, mede door intersectionaliteit. ‘Ik kon me herkennen in het onveilig voelen s ’nachts, het achterna geroepen worden, het onderschat worden op basis van mijn gender. Maar waar ik mij niet in kon herkennen was het losstaan van de identiteit van het vrouw zijn en de identiteit van afkomst. Voor de witte vrouwen waar ik mee sprak waren dat losstaande identiteiten. Voor mij is dat niet zo, ook door de dingen die ik heb meegemaakt, met name in Nederland, denk ik altijd dat er iets gebeurt omdat ik zwart ben.’

In Curaçao ervaart Apostel dit heel anders. ‘Daar is iedereen zwart, dus is het concept van zwart zijn niet zo aanwezig. Maar daardoor voelt het wel alsof de dingen die mij overkomen gebeuren omdat ik vrouw ben. Daar denken ze dat ik geen boormachine kan gebruiken, omdat ik maar een kleine, fragiele vrouw ben.’

Gehoord worden

De vraag van de avond is ‘Hoe zorg je ervoor dat je gehoord wordt in de kunst?’ Apostel vertelt dat ze weet dat ze gehoord wordt als kunstenaar wanneer het volgende waarheid wordt: ‘Ik wil niet gezien worden als een zwarte kunstenaar, of een zwarte vrouwelijke kunstenaar, of een vrouwelijke kunstenaar. Het is allemaal waar, maar ik zou er niet door begrenst moeten worden. Dat bedoel ik niet op een manier van mijn identiteit ontkennen, maar meer: laat mij bestaan op de manier dat ik wil bestaan.’

De avond eindigt en de meeste mensen blijven nog even hangen om de avond met elkaar te bespreken. Er lopen ook al mensen naar de uitgang, waar een vrouw van de organisatie vraagt: ‘Wil je dat er voor de zekerheid iemand met je mee loopt door de steeg naar de uitgang?’

Over de auteur

Elise Roelofs

Elise Roelofs (2004) is student journalistiek op de Hogeschool Utrecht. Hiervoor deed ze havo op het Segbroek college. Ze woont in Den Haag en ze is geïnteresseerd in kunst en cultuur.