Een kolkende hal dooft snel, in afwachting voor dat wat gaat komen. Iedereen weet eigenlijk al wel wat dat is en tegelijkertijd is niemand zeker van de uitkomst. De hal ontploft bij het horen van het startschot. Klikkende ijzers worden met grof geweld op het ijs geslagen en komen nauwelijks boven het menselijke geluid uit, terwijl twee vrouwen versnellen op het mythische ijs van Thialf. De volgende 35 seconden gaan geschiedenis schrijven.
Het is 2 maart 2025. Ik sla de autodeuren dicht op een nietszeggend grasveldje langs een weg in Friesland. Aan de overkant van de weg ligt een beekje, daarachter een klein paardenveldje en een treinspoor, die de noordelijke provincie verbindt met de rest van Nederland. Volgens Mijke is dit een van haar grote geheimen. Ze komt hier al een aantal jaar en met haar ouders zorgen ze er elk jaar weer voor dat ze van de beste plekken verzekerd zijn.
Het duurt niet lang voordat we ons mengen tussen de schaatsfans, veel gehuld in oranje kleding, die allemaal op weg zijn naar hetzelfde doel. Thialf. Voor mij de eerste keer. Ik ben een doorgewinterd voetbalfan en ik ben tot dan toe nog niet bij veel grote internationale sportevenementen geweest. Ik verwacht dan ook een nationaal feestje “We zullen vandaag wel veel voor Nederland gaan juichen”, spreek ik verwachtingsvol uit tegen Jurjen.
In goed gezelschap
Ik ben niet alleen naar Thialf gegaan. Ik ben met drie van mijn beste vrienden, allemaal hebben ze hun eigen band met schaatsen en Thialf. Mijke komt uit Rotterdam, maar maakt al jaren de tocht van drie uur om met haar ouders naar de grootste schaatshal van de wereld te gaan. Zij wilde dan ook heel graag ons een keer meenemen.
Jurjen komt uit Friesland en is onze ‘local’. Hij komt uit Joure en heeft vroeger zelf geschaatst. Op zijn kamer staan nog een aantal bekers van die tijd. Het zijn vooral derde plekken bij de junioren, lees ik van de sokkels van de trofeeën, die verder als stofvanger op zijn kamer staan. Het hele weekend vertelt hij ons allemaal anekdotes over zijn jeugd. De Nederlandse toptalenten die meedoen dit weekend? Stuk voor stuk heeft Jurjen een verhaal uit zijn eigen jeugd met die sporter.
Tot slot is Linde ook mee, maar zij heeft eigenlijk niet zoveel met schaatsen. Ik denk dat zij het vooral leuk vond om met de groep te zijn, aangezien ze stiekem in haar tas ook haar E-reader mee heeft genomen.
Als Mijke mijn verwachting hoort over de sfeer in Thialf, stopt ze haar pas gelijk en draait ze driftig om. “Nee hoor, in Thialf juicht iedereen voor iedereen.” Ik schiet in de lach. “Het kan toch niet dat wij als Nederlanders zelfs voor de grootste concurrent van onze eigen atleten gaan juichen?” Ik realiseer mij dan nog niet dat de voetbalmentaliteit, die diep geworteld zit in mij, helemaal niet van toepassing is bij het schaatsen.
De allergrootste fan
Als we onze tickets laten scannen en gelijk door kunnen lopen is het nog rustig rondom Thialf. We zijn namelijk heel erg vroeg gegaan, want Mijke wil er zeker van zijn dat we met elkaar vooraan konden staan. We lopen de halflege schaatshal in en al snel vinden we een weg tot vlak achter de ijsbaan. We zitten met ons neus bijna bovenop de blauwe boarding. Voor ons staat één rij aan supporters, een aantal superfans. Mijn ogen dwalen al snel af naar de muts van de man voor mij. Op zijn sinaasappeloranje muts zie ik pinnetjes van de grootste schaatsevenementen van de afgelopen twintig jaar.
De Olympische Spelen in Canada in 2010, het WK van 2015 in Heerenveen en die van 2011 in Inzell. Allemaal staan ze op zijn muts, als een herinneringenmuts. Elke pin met zijn eigen verhaal. Hij is echt een doorgewinterd schaatsfan. Ik hoor de passie uit zijn mond komen als hij begint over zijn avonturen. Tijdens de opwarmrondes van de schaatsers merk ik dat hij elke schaatser kent van voor- en achternaam. Hij kent ze zelfs zo goed, dat hij de trainers enkel bij hun voornaam hoeft te noemen of er al gezwaaid wordt naar hem.
Ook de mensen om hem heen weten mij alles te vertellen over het schaatsen en waar je op moet letten. Gedurende de dag discussiëren ze om elk detail en bespreken ze werkelijk. De dag begint met de ploegenachtervolging. Gelijk een Nederlands feestje, met een gouden medaille bij de vrouwen en een bronzen voor de mannen.
Stilte voor de storm
Het is half drie op zondagmiddag 2 maart, de stadionverlichting staat uit en terwijl de dweilmachines terug naar het basisstation keren, zweept de stadionspeaker het publiek nog maar eens op om te gaan staan. Precies op dat moment schieten de lichten aan. “Het is tijd! Thialf, ga uit je dak voor de sterren van vandaag!” schelt er door de speakers heen. Om mij heen gaat alles en iedereen staan en wordt er uitbundig geklapt. Als ik niet beter zou weten, was er nu al een winnaar, maar de 500 meter moet nog beginnen.
We horen dat de eerste schaatsers naar de start mogen komen. Het valt heel snel stil in het stadion. Een vrouw voor mij kijkt achterom naar de fans die een paar rijen achter mij staan. Daar staan twee mensen nog met elkaar te praten. Ook zij moeten stil zijn voor de start, ook als ze de schaatsers niet kennen. Om mij heen nemen mensen de stilte bijzonder serieus. Ik voel mijn hartslag direct tien slagen omhoog gaan.
Alle ogen dezelfde kant op
Na een stilte die veel te lang lijkt te duren, trappen een Duitse en een Canadese de wedstrijd af. Een golf aan geluid vanaf de tribunes volgt de schaatsers over de ijsbaan. Vlak nadat ze voorbij glijden, merk ik dat de aandacht van de mensen om mij heen al snel niet meer op de twee topsporters ligt, maar op de inrijbaan. Daar staat Femke Kok klaar om haar start te oefenen.
Op dat moment wordt het groepje fanatieke fans voor mij ook wat stiller. Het enige wat je hoort, zijn de harde klappen van haar schaatsen op het ijs. De kracht uit haar benen voel je dwars door de tribunes heen komen. Het levert best wat rumoer op om mij heen, vooral bij de mannen links van ons, die onder de indruk zijn van de kracht die loskomt bij zo’n start. In de vierde rit mag ze dat aan de hele wereld laten zien. Het is de laatste keer dat het Friese publiek Femke Kok dit schaatsseizoen in actie gaat zien. Het voelt alsof iedereen ineens een megafoon heeft gekregen om Femke Kok net even wat harder aan te moedigen.
We horen de stem van de scheidsrechter gedecideerd door de speakers komen. “Go to the start”. Ik kijk nog even naar Mijke, die nog net geen hoopje van haar eigen nagels naast haar heeft liggen. Het geluid in het stadion verdooft als een vuurtje in een stortbui. “Ready”, zijn de laatste worden van de scheidsrechter. Het duurt een kleine seconde, waarbij iedereen zijn adem inhoudt. Wat daarna loskomt, kan ik alleen maar vergelijken met het scoren van de winnende goal in de allerlaatste minuut van een WK-finale.
Oorverdovende support
Een gebrul vanaf de tribune alsof het publiek al weet dat Femke Kok hiermee een nieuw succesvol hoofdstuk in haar topsportcarrière gaat schrijven. Na 150 meter scheurt ze met 50 kilometer per uur langs onze bocht. Voor ons al wel duidelijk: Zij moet gaan winnen. Ik krijg op dat moment een melding binnen van mijn horloge: “Pas op, het gemiddelde geluidsniveau is 95 decibel. Langdurige blootstelling aan geluiden op of boven dit niveau kan je gehoor beschadigen.” Daar heeft het groepje mensen achter mij echter geen boodschap aan, terwijl ze nog wat kracht bijzetten.
Als ze de laatste bocht uitkomt, lijkt het stadion collectief het dak van Thialf af te willen blazen. Nog één keer schreeuwt alles en iedereen de longen uit het lijf. Kort daarop volgt de laatste push over de finish en zet ze haar tijd neer. Heel even is het stil. Iedereen houdt zijn adem in en gaan de blikken omhoog naar het scorebord. Daar staat een dikke ‘1’ achter de naam van Femke Kok. 37:13, de snelste tijd.
Het stadion vult zich met gejuich en gejoel. Ze moet uiteindelijk zelf het publiek weer tot stilte manen, omdat een nieuwe rit alweer op het punt van beginnen staat. Maar voor de schaatsfans is het feestje compleet. In de zes ritten die volgen gaat er niemand meer onder de tijd van Femke Kok. Uiteindelijk wint Nederland nog op de massastart goud met Marijke Groenewoud, waarna alles en iedereen met een grote glimlach Thialf voor een laatste keer dit seizoen verlaat.
En die man met de muts? Zijn seizoen zit er nog lang niet op als ik hem daarom vraag. “Over twee weken zijn de wereldkampioenschappen in Hamar, dat ligt in Noorwegen. Daar zitten we er ook gewoon weer bij”. Ik had ook eigenlijk niks anders verwacht. Na dit weekend snap ik hem wel. Schaatsen is gewoon een hele leuke sport om te zien, juist omdat Nederland in deze sport niet altijd de beste hoeft te zijn.