‘Vijf, zes, zeven, acht!’ Muziek van Stromae (Santé) klinkt luid door de intieme theaterzaal van Padualaan 99. Adrie kijkt toe hoe acht meiden al hun energie in het dansen gooien. Blosjes op de wangen, zweetdruppels op de voorhoofden en achteraf naar lucht happen. ‘Ziet er al goed uit. Volgende week gaan we hiermee verder oefenen, laten we nu aan de volgende scène werken.’ Even een paar slokken water, plaspauze, snel kletsen en weer door.

Nog maar twee weken voordat het zover is, de voorstelling ‘Alone Together’. Docenten en theatermakers Adrie Mesch en Stanske Lomans hebben met een groep van 14 studenten in drie maanden tijd een voorstelling van een uur gecreëerd. Allemaal studenten van de Hogeschool Utrecht, die allemaal een andere opleiding doen. Gebarentaal, Life Science, Docent Omgangskunde, Docent Engels, etc. In dit project is iedereen welkom.

Affiche ‘Alone Together’
‘We gaan nu werken aan de bewegingsscène.’ Waterflessen worden nog weggezet en langzaam druppelt iedereen weer terug naar binnen. ‘We beginnen met het grote springtouw. Maud en Sara, jullie draaien ermee. Floor en Celeste, jullie springen in!’ De spelers giechelen als kleine kinderen terwijl de nostalgie van het podium druipt. Dan verschijnen nog een aantal spelers met eenpersoons springtouwen en nog twee anderen met een ballon. De blije gezichten en de giechelende lachjes nemen toe. Iedereen rent snel af wanneer ze drie meiden met blauw, rood en paars gekleurde hoepels op zien komen. Om de middel, om de nek, om de armen. Helemaal in hun eigen wereld.

Adrie en Stanske startten in december 2024 een theaterproject op. ‘Alone Together’, is de titel. ‘Alle studenten van de Hogeschool Utrecht mogen meedoen, theaterervaring is geen eis!’ De spelers maken zelf de scènes, onder leiding van de docenten. Het gaat over ideeën en dromen die ze als kind hadden, de realiteit waarin ze nu leven en hun kijk op de toekomst.

Dit is voor Adrie een extra speciaal project, omdat het (voorlopig) zijn laatste is. In november werd hij 67, tijd om met pensioen te gaan. ‘Ik geloof dat ik daar nog niet zo aan toe ben.’ Zestien jaar geleden richtte Adrie met mede-collega’s de minor ‘Theatermaken in Sociaal-Artistieke Context’ op. Ook weer studenten van allerlei opleidingen, werken in deze minor intensief samen naar een voorstelling, die ze in januari hebben gegeven. Ook vakken als Scenografie, Dramaturgie en Spel- en Regieontwikkeling worden daar behandeld. Een aantal studenten van de minor konden na januari het kleine theaterzaaltje van de Padualaan nog niet achter zich laten en meldden zich aan voor ‘Alone Together’, naast al een hoop andere studenten.
Adrie Mesch
‘Werken met tieners en jongeren vind ik het leukste wat er is. Zij zitten in een levensfase waarin het allemaal nog niet vaststaat. Ik heb zelf altijd al veel moeite gehad met dingen vastleggen.’ Ook al is Adrie 67, hij is nog steeds een flexibele denker. Hij is ook helemaal niet begonnen als theatermaker en docent, maar heeft vroeger Biomedische Wetenschappen gestudeerd. ‘Ik had ook nooit gedacht dat ik op een gegeven moment docent zou worden. Dat is komen aanwaaien.’

Als docent gaat hij met pensioen, omdat het moet. ‘Maar als theatermaker ga je gewoon niet met pensioen. Ik zal misschien in de toekomst nog wel wat organiseren. Stanske gaat nu de minor overnemen, maar er is verder geen vervanging voor mij. Voor de meeste vakken is er een oplossing, maar nog niet voor alles. Ik heb tegen Stanske gezegd, als je me nodig hebt, kan ik volgend jaar nog wel een gastlesje komen geven.’
‘We gaan de telefoonscène nog even oefenen en dan is het alweer zeven uur!’ roept Stanske. ‘We kunnen volgende week nog een paar dagen in deelrepetities werken, want dan is het voorjaarsvakantie. De week erop, op 5 maart, is de voorstelling al!’ Een aantal mensen kijken haar met grote ogen aan. ‘Shit, is het al zo snel?’ ‘We zijn nog lang niet klaar!’ ‘We moeten alles ook nog aan elkaar breien, hoe dan?!’
Met een kalme blik en rustige toon vertelt Adrie: ‘Het komt allemaal wel goed. Ik heb vaker gewerkt in een snelkookpan en het is altijd goed gekomen.’

Totdat, er tijdens de voorjaarsvakantie een mailtje van Adrie binnenkomt. 22 februari: ‘Ik ben helaas, zoals vele anderen, door de griep geveld. Hopelijk kan ik dinsdag en woensdag wel met jullie repeteren in Utrecht.’
Oké, nog geen man over boord.
24 februari: ‘Mijn griep gaat waarschijnlijk minimaal een week duren, helaas. Stanske mailt jullie vandaag uitgebreider.’
Stanske moet zelfs voor hem mailen? Dan zal hij wel heel ziek zijn.
Dezelfde dag: ‘Helaas heeft Adrie gisteren aangegeven dat hij heel erg ziek is van de griep, en deze week echt niet naar Utrecht kan komen. Hij voelt zich heel erg beroerd en is bang dat hij er ook volgende week, de voorstellingsweek, niet kan zijn. In dat geval zouden we de voorstelling moeten verplaatsen…’
Twee dagen later komt er nog een mailtje van Stanske, met twee mogelijke oplossingen. ‘Optie 1: verplaatsen naar zaterdag 29 maart. Optie 2: op dezelfde datum (5 maart) optreden in een simpele vorm, met wat er tot dan toe staat. Met of zonder Adrie, afhankelijk van of hij beter is.’ In de groepsapp wordt een poll aangemaakt. Er heersen verschillende meningen. ‘Ik denk dat de 29e heel lastig wordt voor mij’, zegt Tiffany. ‘Ik heb liever een complete voorstelling de 29e, dan gedeeltelijk volgende week. Ik ben al sinds zaterdag ziek, dus denk dat ik volgende week ook niet in beste conditie ben’, zegt Nienke. ‘Ik wil niet dat we half werk gaan laten zien als we ook gewoon een sterk stuk neer kunnen zetten’, zegt Celeste. ‘Ik kan de 29e niet :(‘, zegt Evelyn.
Allerlei andere berichten en oplossingen worden nog genoemd, maar het komt erop neer dat het toch 29 maart wordt. Een beetje passen en meten, en iedereen kan er toch zijn die dag, op één iemand na. Iedereen vindt het balen, maar er was niet veel keus.
Bij de eerst volgende repetitie lijkt het weer beter te gaan met Adrie. ‘Ik ben in twintig jaar niet ziek geweest, maar deze griep vond ik best heftig. Ik voel me nog niet helemaal op en top, ik hoest ook nog veel. Maar we gaan er weer voor!’ Vier extra repetities is de groep nu gegund, waardoor ze iets spectaculairs neer kunnen gaan zetten. ‘Toen de repetities in de vakantie niet doorgingen, had ik al het gevoel dat we het niet gingen redden. Ik vind het heel fijn dat we het konden verplaatsen naar 29 maart’, zegt Adrie.
De groep heeft ondertussen een bijzondere band met elkaar gekregen. ‘Ik ben heel blij en dankbaar dat ik jullie heb leren kennen en dat we samen zo’n mooie voorstelling in elkaar zetten. Ik voel me bij jullie thuis en kan mezelf zijn, maskers af laten. Dat wilde ik jullie eventjes laten weten’, stuurt Nienke in de groepsapp. De rest van de groep bevestigt dit gevoel.

Dan is het eindelijk zover, dé dag is aangebroken. ’s Ochtends verschijnen er nog berichtjes over laatste dingetjes. ‘Heeft iemand toevallig een extra muts voor die ene scène?’, ‘Nemen jullie nog kinderschoentjes mee voor scène 1?’, ‘Heeft iemand toevallig thuis nog een rode stropdas liggen??’, ‘Is er eigenlijk iemand die bestek meeneemt voor het eten?’
Wanneer iedereen om stipt twaalf uur binnen is, start meteen de doorloop van het hele stuk. De technici moeten ook nog het een en ander weten. Adrie vliegt heen en weer en probeert overal te helpen, maar hij is voor de tweede keer geveld door de griep. Hij doet wat hij kan en Stanske probeert zoveel mogelijk van hem over te nemen. Last-minute kostuumwijzigingen worden doorgevoerd, attributen worden verzameld in de coulissen en make-up en kapsels worden bijgewerkt. ‘We hebben maar één doorloop gedaan, is dat genoeg?’, ‘Waar zijn de hoepels?’, ‘Heeft iedereen een krijtje in z’n zak?’ ‘Het publiek staat buiten, nog maar 5 minuten!’
Dan klinkt er geroezemoes in de zaal, publiek! De spelers staan klaar in de kleedkamer. Gefronste wenkbrauwen, trappelende voetjes en ademhalingsoefeningen. Nog even een slok water en een knuffel. ‘We gaan knallen!’
En dat doen ze. Iedereen weet zijn tekst, de overgangen gaan soepel, hier en daar een technisch foutje, maar dat lossen ze op. Het is niet perfect, maar in die korte repetitietijd kan dat ook haast niet. Luid geklap en gejoel klinkt door de zaal, de spelers buigen met een lach op hun gezicht en ze krijgen allemaal een witte roos. Achteraf wordt er gekletst met familie en vrienden, maar het is al laat, dus iedereen is redelijk snel weer op weg naar huis. Adrie belooft een afscheid met deze groep, die snel zal plaatsvinden. De voorstelling is opgenomen, dus de groep kan thuis nog heerlijk nagenieten.

‘Ondanks mijn grieperigheid in het weekend kijk ik terug met mooie gevoelens over ‘Alone Together’. Groetjes, Adrie’
Het enige dat Adrie niet erg vindt aan zijn pensioen, is dat hij gedag kan zeggen tegen het schoolsysteem. ‘Het wordt steeds strenger binnen de HU. Ik vind het heel belangrijk dat docenten ook autonoom kunnen zijn. Dat je je docenten vertrouwt. Ik vind het aan de andere kant ook wel weer jammer, want dit systeem heb ik grotendeels zelf opgebouwd. De theaterzaal en de dramalokalen, voelen wel echt als míjn lokalen. Daar ben ik behoorlijk aan gehecht.’
Hij draagt voor het docentschap bij de minor graag zijn stokje over aan Stanske. ‘Het gaat me zeker lukken, maar ik ga Adrie ontzettend missen.’ Hij gaat haar ook missen, net als de andere docenten, de studenten, de mensen van de receptie en de schoonmakers. Hij zal ook zeker niet stilzitten tijdens zijn pensioen. ‘Ik heb nog wel wat klusjes voor je’, zegt zijn vrouw Anita.
Adrie’s boodschap aan vrienden en collega’s: ‘Blijf de wereld met een open en nieuwsgierige blik aankijken.’
Het theateravontuur houdt hier zeker nog niet op voor Adrie, ondanks de pensioenleeftijd.
Alle foto’s zijn gemaakt door Carmen van de Brug.