Kunstenaar Robin Pieterse speelt met de controle over het eigen lichaam; en documenteert het tegelijkertijd.
Stel je een ruimte voor vol eigenaardige, organische vazen. Van een afstand glanzen ze, alsof ze vochtig zijn, maar wanneer je dichterbij komt, zie je dat ze volledig droog zijn. De potten doen denken aan vaten van menselijke huid, maar niets is minder waar. Het zijn keramische objecten, zorgvuldig gevormd door kunstenaar Robin Pieterse. Een onbekende naam in de kunstwereld, maar onverdiend. Want de ruimte die je je zojuist voorstelde, is haar expositie.
Pieterse groeide op in een kunstzinnige familie. Haar moeder is ook kunstenaar. “Als klein kind was ik al creatief. Vanaf jongs af aan gingen overal de kleurpotloodjes heen mee”, vertelt ze. Op de middelbare school kon ze proeven aan verschillende kunstvakken, maar toen ze op zoek ging naar een vervolgopleiding, viel haar keuze al snel op de kunstacademie.
Toen ze zeventien jaar was, begon ze aan de vooropleiding van de Koninklijke Kunstacademie in Den Haag. “Het jaar daarna ben ik begonnen aan fine-arts. Die vooropleiding is heel erg bedoeld om je te helpen uit te vogelen welke richting je wil als kunstenaar”, licht ze toe. De keuze was voor Pieterse niet moeilijk. “Mijn hele portfolio schreeuwde fine-arts. Het was niet grafisch, er zat niks van illustraties tussen. Het paste niet in de richtingen.”
- Robin Pieterse werkt aan een van de vazen.
- Robin Pieterse voor een van haar schilderijen.
Op een natuurlijke manier ontwikkelde Pieterse zich binnen de beeldende kunst, waarin ze nog steeds werkzaam is. Niet alleen als kunstenaar, maar tegenwoordig ook als docent. “Tijdens mijn opleiding vond ik het zo leuk om de interactie op te zoeken met andere creatievelingen. Ik ben toen eigenlijk al snel gaan kijken voor een docentenopleiding”, aldus Pieterse. Na haar opleiding fine-arts meldde ze zich aan voor de opleiding Docent Beeldende Kunst en Vormgeving aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam.
Bij de werken van Pieterse druipt het existentialisme er zichtbaar vanaf. “Mijn vazen zijn eigenlijk echt in een soort staat van ontwikkeling. Het is niet duidelijk wat ze nu echt zijn, maar het is duidelijk dat ze een connectie met ons hebben als de mens. En ze lijken te ontwikkelen naar iets, en te decomposeren tot iets anders”, vertelt Pieterse. Ze benadrukt de vormen van de vazen. “Het zijn een soort open vormen, en daarmee het beeld wat ik heb bij de evolutie van het lichaam.”
Pieterse begon vlak na de dood van haar oma, wie ze verloor aan kanker. “Zij wilde de controle terug op haar leven; en dat deed ze door euthanasie te plegen. Ze wilde zélf beslissen wanneer ze ging overlijden”, vertelt de kunstenaar. Deze indrukwekkende gedachtewijze van haar oma, inspireerde haar om de vazen te maken. “Ik vond dat zo bizar, maar ook zo krachtig. Alles in je lichaam wil instinctief overleven en doorgaan. Zij kon dat door haar keuze van euthanasie.”
De dood van haar oma was ook verwarrend voor Pieterse. Ze is na de dood van haar oma gaan experimenteren met abstracte verhalen. “Het waren heel zintuigelijke concepten waar ik over schreef. Ik ben dat denk ik gaan doen door de dood van mijn oma. Mijn manier om er mee om te gaan”, vertelt Pieterse. Ze geeft aan hoe bewust ze zich was van het feit dat de mens vergankelijk is.
Uiteindelijk werden deze abstracte verhalen meer dan verhalen. Pieterse begon haar eigen lichaam te documenteren, en te meten. Een voorbeeld van een van deze werken is een fotoserie in haar eigen huis – waar ze een afgietsel van haar eigen lichaam maakte in latex. “Ik vervelde uit mijn eigen lichaam, als een soort diertje”, lacht Pieterse. Het werk stond metaforisch voor de bevrijding van haar als mens. “Als je een foto van jezelf ziet zeven jaar geleden, dat lichaam wat er toen was is er niet meer. Al die cellen zijn weer vervangen door nieuwe cellen”, zegt ze. Ze brengt de vraag op: wat als je in één keer dat hele lichaam kan resetten en een nieuwe kan krijgen?
Bij de expositie hangt ook een groot blauw werk. Het getraind oog herkent het: het is een cyanotype. Het is een fotografische techniek waarbij je twee componenten met elkaar mixt. Deze componenten zijn lichtgevoelig. Het moment dat deze met UV-licht in aanraking komen verkleurt het, en nadat je het uitwast, wordt dit dan blauw. Pieterse gebruikt de methode om te spelen met schaduwen. “Op stukken waar de zon op heeft geschenen wordt dus blauw, maar waar de schaduw is; dat zal dus niet kleuren of uitwassen tot wit.”

Robin Pieterse en het oceanotype.
Haar cyanotype werk is een combinatie van verschillende stukken stof. Het werk dient als een soort collage. Op de collage zie je als bezoeker medische documenten en afdrukken. Liam, een bezoeker, staat aandachtig te kijken naar het werk. “Ik vind dit echt een soort Frankenstein-achtig beeld. Die ledematen vertellen het verhaal. Ik vind het echt heel nice”, zegt hij.
“Dit is een werk waar ik mijn eigen lichaam helemaal in heb gedocumenteerd. Met al deze medische documenten heb ik eigenlijk een soort van mijn eigen lichaam ‘Ge-Frankensteined’”, zegt Pieterse, waarmee ze de eerdere woordkeuze van een bezoeker bevestigd. Zo zie je bijvoorbeeld de diagnoses van de kunstenaar hangen in het werk. Ook de vaccinaties die ze heeft gehad, bijvoorbeeld. Er staan röntgenfoto’s van haar organen en andere medische onderzoeken. “Het is inderdaad heel persoonlijk, maar het voelt juist ook heel bevrijdend. Ik vind het niet eng, en het moment dat ik dit soort werken ben gaan maken voelde het juist heel fijn”, vertelt Pieterse. Ze zegt geen moment getwijfeld te hebben over haar de persoonlijkheid van het werk.
Het cyanotype werk is de showstealer van de expositie. Elders hangt er een ruggengraat, hier en daar een tekening. Maar dan zijn er ineens die vazen. Die vlezige, organische vazen. Ze stelen je oog direct. Deze werken genieten het meest van een prikkelend effect heeft op het publiek. “Wanneer je als mens iets ziet buiten je lichaam, wat eigenlijk binnen je lichaam hoort te zijn – zoals bloed of organen, heb je er een walgende reactie op”, aldus Pieterse. Deze reactie probeert zij uit te lokken bij het publiek; en dat lukt haar. De walging is bij menig bezoeker goed van het gezicht af te lezen. Zo ook bij bezoeker Diederik. “Mijn eerste gedachte was ‘gadverdamme’”, lacht hij. “Maar toen las ik de informatiebordjes en begreep ik waar ik naar keek. Nu waardeer ik het wel.”
Hebben wij controle over het lichaam, of andersom? Uit deze vraag zijn de vazen ontstaan. “Ik heb tijdens mijn scriptie een heel onderzoek gedaan over het ‘reptiele brein’, het meest instinctieve gedeelte van ons brein”, vertelt ze. De kunstenaar wilde graag weten hoe bewust de keuzes zijn die wij als mens maken. “Wij zijn schakels in een link, en om die ketting door te laten gaan zijn wij instinctief geprogrammeerd om dingen te laten doen, zoals voortplanting. Maar in hoeverre hebben wij daar dan controle op?”, vraagt Pieterse zich af.

Robin en een van de vazen, en tekeningen.
De laatste werken van Pieterse, die niet bij de expositie zijn meegenomen, spelen ook met het menselijke lichaam. Maar ze is eigenlijk meer bezig om als docent te gaan werken. “Ik houd van het moment van creëren en wanneer ik dit samen met andere kan doen is het nog leuker. Ik wil hier graag mensen in begeleiden”, vertelt ze.
Robin Pieterse is overduidelijk een conceptueel beeldende kunstenaar. Ze wil het procesmatig denken aan de volgende generatie kunstenaars meegeven. “Dat is heel belangrijk. Daar ontstaan nieuwe dingen. Het proces wordt heel vaak overgeslagen, en er wordt nagedacht over het eindwerk; maar de magie zit in het uitproberen. Het experimenteren, en het proces”, aldus Pieterse. Dat is terug te zien in het werk van de kunstenaar. Er is wel een rode draad, maar er is nooit een eindpunt. “Ik probeer me steeds te laten verrassen door vormen en de verrassingen die experimenten met zich meebrengen.”
Zo speelt de kunstenaar regelmatig met nieuw materieel. Het laatste waar ze nu mee aan het experimenteren is; is zilverklei. “Een tijd geleden deelde ik een studio met een zilversmid. Ik was bezig met afgietsels van mijn lichaam, en zij was bezig met sieraden die je je juist ook op je lichaam draagt”, vertelt Pieterse. In de nabije toekomst gaat ze kijken op welke manier ze verder de diepte kan verkennen van sieraden en hun connectie met het menselijk lichaam. Maar voor nu gaan de eerlijke en superpersoonlijke werken van Pieterse na de expositie weer de kast in.