Lezen was ooit vanzelfsprekend. Boeken hoorden bij hoe je opgroeide, bij school, vakantie en op je nachtkastje. Ze waren stil gezelschap in een rumoerige wereld. Maar voor een groeiende groep jongeren is dat gevoel verdwenen. Lezen is traag, vermoeiend, overbodig en de cijfers zijn zorgwekkend. Nederland zakt internationaal steeds verder weg, in 2022 presteerde een derde van de vijftienjarigen onder het minimumniveau van leesvaardigheid. Dat betekent geen krant begrijpen, moeilijk een formulier kunnen invullen en geen bijsluiter kunnen lezen of begrijpen.
Zodra je ‘s ochtends je telefoon ontgrendelt begint het, appjes, Insta-captions, reacties, voice-memo’s en zelfs memes vereisen taalgevoel. Waar we vroeger belden, typen we nu eindeloos. We schrijven ons door dagen heen. We lezen op schermen, in flitsen, in fragmenten, maar wel continu.
En toch klinkt het alarmerend: ‘ontlezing’. Alsof alles verloren is als jongeren minder romans openslaan. Maar is dat wel zo? Of missen we de taalontwikkeling die onder onze ogen plaatsvindt gewoon in een andere vorm?
Leescrisis
Tot diep in de 20e eeuw was lezen in Nederland vanzelfsprekend. Boeken, kranten en tijdschriften vormden het hart van opvoeding, vrije tijd en onderwijs. Literatuur was niet alleen lesstof, het was onderdeel van onze cultuur, kinderen leerden zichzelf en hun samenleving begrijpen door de verhalen.
Dat veranderde vanaf de jaren ’90. In het onderwijs ging het steeds minder over verhalen en steeds meer over taalvaardigheden zoals begrijpend lezen. Ondertussen werd in de politiek druk gedebatteerd over ‘de Nederlandse identiteit’. Cultuur werd iets ingewikkelds en juist daardoor raakte het literaire en persoonlijke deel van het taalonderwijs steeds meer op de achtergrond.
En dat bleef niet zonder gevolgen. Jongeren kregen minder kans om lezen echt leuk te gaan vinden en ondertussen wonnen schermen terrein. Jongeren tussen de 13 en 19 lezen gemiddeld nog maar 14 minuten per dag, 40% minder dan vijf jaar geleden.
Wat begon als een aanpassing in het onderwijs, groeide uit tot een stille leescrisis. Het gaat verder dan taal alleen, minder lezen betekent minder verplaatsen in een ander, minder kritisch denken en minder toegang tot de wereld om je heen.
Ook de overheid ziet de leescrisis als urgent probleem. In 2022 stuurde het ministerie van Onderwijs een Kamerbrief naar de Tweede Kamer waarin lezen werd omschreven als “een voorwaarde voor kansengelijkheid.” Met het nationale Leesoffensief wil de overheid scholen, bibliotheken en gemeenten ondersteunen om leesplezier en -vaardigheid onder jongeren te vergroten. Meer ruimte in het curriculum voor vrij lezen, voorlezen en literaire verdieping is daarbij een van de kernpunten.
Waarom boeken toch anders zijn
Volgens Hannah de Mulder, taalkundige van de Universiteit Leiden, is er één ding duidelijk: lezen van boeken traint meer dan alleen taal. Het bouwt woordenschat op, vergroot begrip van moeilijke zinnen en oefent het concentratievermogen. En misschien nog belangrijker, het helpt bij het inlevingsvermogen.
“Een kind dat leest leert het verschil tussen ‘papa eet een boterham’ en ‘de boterham die door papa gegeten werd, was belegd met pindakaas.’ Het lijkt klein maar dit soort zinsconstructies zijn cruciaal voor begrijpen en voor jezelf kunnen uitdrukken” legt ze uit.
Waar je bij een filmpje alles kant-en-klaar krijgt voorgeschoteld, moet je bij een boek zelf puzzelen. Hoe ziet iemand eruit? Wat zegt die blik? Hoe klinkt die stem? Dat heet ‘actieve betekenisconstructie’ en dat is een unieke mentale oefening. MRI-scans bevestigen dat bij lezen meerdere hersengebieden tegelijk actief worden: taalverwerking, geheugen, visuele verbeelding en empathiecentra. Het brein maakt letterlijk meer verbindingen tijdens het lezen dan bij het kijken van een video.
Internationale achterstand
Dat jongeren minder lezen is geen typisch Nederlands verschijnsel maar nergens in Europa daalt het leesplezier en de leesvaardigheid zo snel als hier. Uit het PISA-onderzoek onder 15-jarigen blijkt dat Nederland in 2022 lager scoorde dan het gemiddelde en lager dan landen als Portugal, Italië en Spanje, landen die voorheen juist onder ons stonden.
Ook qua leesplezier bungelen Nederlandse jongeren onderaan. In landen als Finland en Ierland wordt lezen wel actief gestimuleerd op school, daar zie je dat prestaties stijgen zodra vrij lezen, voorlezen en literaire verkenning een plek krijgen in het onderwijs.
Twee talen, twee werelden
Ook thuis verandert lezen. Ouders van meertalige kinderen krijgen vaak het advies om alleen Nederlands te spreken. “Dat lijkt logisch,” zegt Hannah, “maar werkt juist averechts.”
Sterke beheersing van de moedertaal helpt bij het leren van Nederlands. Patronen herkennen, zinnen begrijpen, verhalen structureren, het is universeel. Lezen in twee talen maakt kinderen bovendien flexibeler, ze leren schakelen tussen werelden en voelen zich gezien.
Angst voor sociale media
Sociale media, games en streamingdiensten zijn altijd binnen handbereik en zorgen voor snelle prikkels. Geen wonder dat jongeren zeggen “een achtervolging is in een serie veel spannender dan in een boek” of “in een boek moet je zelf bedenken hoe iets eruitziet, dat kost moeite.”
39% van de middelbare scholieren zegt minder tijd aan huiswerk te besteden door hun telefoon, 5% heeft kenmerken van verslaving en 13% gamet meer dan 24 uur per week. Het zijn cijfers die niet alleen iets zeggen over gedrag, maar ook over afnemende concentratie.
Een beweging die je niet voorbij kan zijn gegaan is BookTok. Op deze TikTok-subgemeenschap delen jongeren boekentips, leeservaringen en recensies. En dat werkt. BookTok speelt vooral een rol bij jongeren die twijfelen over lezen en na het kijken van BookTok-video’s krijgen ze vaker zin om te gaan lezen. Peer-to-peer aanbevelingen maken dus echt verschil. Ongeveer een kwart van de jongeren leest boeken die ze via BookTok hebben ontdekt, veel van deze boeken zijn Engelstalige fantasy of romantiek en worden onder jongeren razend populair.
BookTok laat zien dat sociale media niet per definitie tegenover lezen staan. Sterker nog, als het goed wordt ingezet kan het jongeren juist enthousiasmeren. Het opnemen van populaire BookTok-boeken in het onderwijs of het bespreken van BookTok-trends in de klas, zou een slimme manier zijn om aan te sluiten bij wat jongeren bezighoudt. Opvallend is dat het aantal boekhandels in Nederland sinds kort weer stijgt, een mogelijke reden is de invloed van sociale media. De terugkeer van het fysieke boek als object, als cadeau, als identiteit. Lezen wordt hip, maar dan wel op eigen voorwaarden.
Docent Nederlands Anne van Mechelen ziet ook dat leerlingen vaak liever Engels lezen. Hoewel ze dat als docent Nederlands niet direct stimuleert, ziet ze er ook kansen in. “Laat ze iets lezen wat hen wel raakt. Als het maar binnenkomt.”
Op haar school probeert ze het anders aan te pakken. Leerlingen in de brugklas kiezen een sleutelfragment uit een boek en schrijven daar een theaterscène bij. In de bovenbouw maken leerlingen een documentaire waarin ze een roman koppelen aan thema’s als postkolonialisme. “Het helpt als ze het boek kunnen verbinden aan iets wat speelt of als ze er iets mee mogen doen in plaats van er alleen iets uit moeten halen.”
Wat werkt wel?
Juist in een wereld waarin jongeren overspoeld worden door schermen en snelle prikkels, zijn er initiatieven die werken. Zo steunt de overheid programma’s zoals het Leesoffensief en Kunst van Lezen met als doel niet alleen meer lezen, maar ook meer plezier in lezen. Stichting Lezen speelt daarin een centrale rol door onderzoek, tips voor scholen en campagnes gericht op jongeren te organiseren.
Voorbeelden zijn BoekStart, De Bibliotheek op School en de Jonge Jury. Evenementen als de Kinderboekenweek, de Nationale Voorleeswedstrijd en Poetry Slams maken lezen sociaal, actueel en tastbaar. Sinds 2022 is bibliotheeklidmaatschap tot 18 jaar gratis, een drempel minder om te beginnen met lezen.
Maar daar zit meteen het knelpunt. “Zolang het onderwijs zo strak georganiseerd is en het curriculum uitpuilt, verdwijnt lezen snel naar de zijlijn,” zegt Aureen Harthoorn van de Bibliotheek Zuid-Kennemerland. “Als je leerlingen alleen een boek laat lezen maar er verder niets mee doet, blijft het hangen in verplichting. Maar zodra je in gesprek gaat, gebeurt er iets.” Ze beschrijft hoe een leerling na het lezen van een boek over echtscheiding iets deelde in de klas en andere leerlingen zich herkenden. “Dan zie je dat een boek een opening kan zijn naar echte gesprekken, maar daar moet je als docent wel ruimte voor maken.”
Ook platforms zoals ‘De Situatie’ proberen lezen te koppelen aan actualiteit en performance. Met schrijfwedstrijden, literaire avonden en jonge auteurs op het podium ontstaat een nieuwe vorm van literaire cultuur die jongeren aanspreekt.
Lezen is meer dan woorden begrijpen. Het is denken in lagen, met iemand mee voelen, jezelf even vergeten en in een ander verdwijnen. Het is leren hoe een ander kijkt en hoe jij klinkt. Minder lezen betekent niet alleen minder taal, het betekent minder ruimte om je verbeelding te oefenen en minder ruimte om te ontdekken wie je bent.
Meer weten?
Wat zie je als je dagelijks met jongeren werkt? In deze video vertellen docenten Karin en Jolien, en jeugdschrijver Marc ter Horst wat zij merken van de leescrisis.