In een stille sporthal aan de rand van Haarlem schuift een achttienjarig meisje haar schaatsen aan. Buiten begint de dag pas, een bleke winterzon over lege parkeerplaatsen, maar binnen glinstert het ijs al onder de lampen. De eerste tonen van een melancholisch pianostuk klinken uit de luidsprekers. Op het ijs maakt ze haar eerste cirkels, ritmisch en precies.
Ana Bogdan is kunstschaatser. Een van de betere van haar leeftijd, al zou ze dat zelf nooit zo zeggen. Haar stijl is verfijnd, technisch sterk, maar vooral gevoelig. Ze noemt zichzelf ‘muzikaal’, een term die op de ijsbaan staat voor expressie: het vermogen om met elke armzwaai een emotie over te brengen. In de wereld van jonge schaatstalenten is dat iets waar veel op wordt geoefend, maar waar je ook zeker aanleg voor nodig moet hebben. Wat haar uitzonderlijk maakt, is niet alleen wat ze kan, het zijn haar keuzes. Haar motivatie, en de weg die eraan voorafging.
Ana werd geboren in Roemenië en verhuisde op haar vierde naar Nederland, samen met haar ouders. Haar familie bleef achter. De overgang was abrupt: van de Roemeense cultuur en wonend in Boekarest, naar een Haarlemse wijk en een klaslokaal waarin niemand haar begreep.
In die eerste jaren na haar verhuizing was ze vooral stil. Ze tekende veel, en luisterde naar muziek. Probeerde aan te sluiten op school, maar voelde zich vooral anders. Ze keek vaak naar foto’s van vroeger met haar oma. Zij woont nog in het huis in Roemenië met de klimop tegen de muur.
“In het begin was ik stil,” vertelt ze. “Ik snapte niets van de juffrouw op school. De kinderen keken me raar aan. Alles wat ik kende, was weg,” zegt Bogdan. De Nederlandse taal had ze desondanks dat, snel onder de knie. “Ik voelde me altijd een beetje ertussenin hangen. Niet helemaal Roemeens, niet helemaal Nederlands.”
Die vervreemding vertaalt zich in een soort innerlijke onrust. Ana zoekt een manier om haar emoties te uiten. Eerst probeert ze tekenen, dan zingen, dan spelen op het keyboard. Maar het is pas als ze op haar tiende op het ijs stapt dat er iets in haar klikt. Ze had een uitlaatklep nodig. En die vond ze in de kunst.
Roxana Bogdan, de moeder van Ana, had niet verwacht dat kunstschaatsen de kunstvorm zou worden. “Ik had standaard lades vol met tekeningen die Ana mee bracht van school naar huis. Soms dan zei ze geen woord, ging ze aan de eettafel zitten, en begon ze verder te tekenen totdat die af was”, vertelt ze met een glimlach. “Toen ik samen met haar een keer naar de schaatsbaan ging, zag ik dat ze het helemaal geweldig vond. Dat gun ik haar zo erg”, vertelt ze verder.
De technologie is inmiddels zo ver dat er live-uitzendingen werden gemaakt van de wedstrijden en toernooien waar Ana op reed. Haar oma keek gebruikelijk elke live-uitzending via haar telefoon. Ana was twaalf toen ze haar eerste officiële wedstrijd deed. Ze had net een programma gereden, en werd knap eerste. Na afloop belden ze met elkaar, dat is uitgegroeid tot een vaste traditie. Na elke wedstrijd, gewonnen of verloren, belt Ana haar oma.

Gemaakt door: Roxana Bogdan
Tussen haar dertiende en vijftiende ontwikkelt ze zich snel. Ze traint vijf dagen per week, soms voor school, soms erna. “Het was zwaar. Maar het gaf me richting. Iets om voor te gaan.”
Wat begon als een naschoolse hobby, groeide in rap tempo uit tot een structuur. Ze trainde steeds vaker, won kleine wedstrijden, begon aan haar eerste eigen kür. Niet alleen haar lichaam, ook haar blik op de wereld veranderde. In plaats van kijken naar wat ontbrak, richtte ze zich op wat mogelijk was. Haar stijl ontwikkelde zich niet op basis van regels, maar op basis van gevoel.

Gemaakt door: Piet van Es
Op toernooien valt ze op, juist door die andere benadering. In de vaak technische routines van haar leeftijdsgenoten, is Ana degene die het publiek stil krijgt. Een kleine buiging, een blik omhoog, een onverwachte wending in de choreografie, telkens raakt ze iets aan dat verder gaat dan techniek.

Gemaakt door: Piet van Es
Rond haar vijftiende krijgt Ana de kans om les te geven aan jongere kinderen. Eerst één uurtje per week aan een klein groepje, inmiddels meerdere keren per week. “Dat vond ik spannend in het begin. Maar ik vond dat eigenlijk nog leuker dan zelf een programma rijden.” Ze weet precies hoe het is om verlegen het ijs op te stappen, om te worstelen met balans, met durf, met jezelf. Die ervaring gebruikt ze. “Ik wilde ze laten voelen wat kunstschaatsen mij had gegeven: een plek om te zijn wie je bent.”
De lesmomenten worden haar nieuwe ankerpunten. Ze ontdekt dat ze niet alleen goed is in schaatsen, maar ook in overbrengen. “Soms helpt een kind ineens een ander kind opstaan, en dan weet ik: dit is meer dan sport. Dit is verbinding.” Bogdan corrigeert zacht, kijkt goed, stelt vragen. Ze leert haar leerlingen om niet alleen te oefenen op techniek, maar op expressie. Ze moedigt hen aan om hun verhalen in het ijs te schrijven, zoals zij dat zelf ook doet. En hoewel ze streng kan zijn, blijft haar lesmethode gericht op vertrouwen. Geen kind bang maken om te vallen, maar leren hoe je weer opstaat.
Volgens haar trainer Indy Babb, die haar al jaren begeleidt, is het die combinatie van discipline en empathie die haar bijzonder maakt. “Ze heeft overzicht, voelt haar leerlingen aan, en heeft een enorme werkethiek,” zegt ze tijdens een kort gesprek na een training.
Tussen alle prestaties door blijft één ding voortdurend terugkomen: het zoeken naar balans. Niet alleen tussen school en sport, maar ook tussen de vele verwachtingen. Die van haar ouders, trots maar soms bezorgd dat ze zichzelf voorbijloopt. Die van haar coaches, die steeds meer in haar potentieel geloven. En die van haarzelf, misschien wel de hoogste lat van allemaal.
Ze is zich ervan bewust dat haar weg ongebruikelijk is. In een tijd waarin de meeste jongeren hun vrije tijd vullen met scrollen, feestjes of bijbaantjes, beweegt Ana zich in een wereld waarin lichaamsbeheersing en discipline centraal staan. Dat is een bewuste keuze, maar geen makkelijke. Soms vraagt ze zich af of ze iets mist. Vriendschappen verwateren, feestjes moet ze afslaan. “Ik word hier blij van, en daar wil ik me dan ook zonder afleiding op focussen. Aan de andere kant vind ik het jammer dat ik mezelf op dat gebied een beetje buitenspel zet,” vertelt Bogdan.
Wat haar ook bezighoudt, is de vraag wie ze precies is als kind van twee culturen, als sporter én als maker. Haar Roemeense achtergrond blijft voelbaar. Thuis wordt er Roemeens gesproken. Ze viert feestdagen uit beide landen. Ze eet mamaliga en stamppot. In haar choreografieën sluipen soms flarden van volksmuziek, onbewust gekozen, maar altijd passend. Dat dubbelbewustzijn voedt haar werk, al noemt ze het zelf liever ‘meerdere lagen’ dan ‘identiteitscrisis’.
Die gelaagdheid maakt haar tot meer dan een schaatser. Als jonge maker in de kunstwereld, want dat is hoe ze zich langzaamaan begint te profileren, heeft ze een scherp oog voor hoe cultuur mensen vormt. Kunst is voor haar geen product, maar proces. En haar lessen zijn niet alleen technische overdrachten, maar kleine overdrachtsmomenten van identiteit, vertrouwen en expressie.
Anderen zien dat ook. Haar trainer spreekt over haar als “meer dan een talent.” Volgens haar heeft ze het in zich om later een coach te worden van een professioneel schaatsster. Niet omdat ze het hoogste podium moet halen, maar omdat ze iets wezenlijks begrijpt over wat beweging met mensen doet. “Dat is de kracht en kunst van de sport”, vertelt Babb met een glimlach.
In dat opzicht werkt Ana nu al in de kunstsector, al zou ze dat zelf misschien niet zo noemen. Ze maakt geen theater, geen boeken, geen exposities. Maar ze creëert wel degelijk: veilige ruimte, artistieke groei, verbinding tussen mensen. Op het ijs, in de lessen, in hoe ze anderen uitnodigt om zichzelf te laten zien en in beweging.
Wat haar toekomst brengt, weet ze nog niet precies. Ze denkt aan een studie binnen de beweging, of psychologie. Ook wil ze vaker trainingen geven, maar ook de balans proberen te zoeken tussen sociaal contact en de sport. “Niets is nog zeker voor mij. Voor de sport begin ik best oud te worden. Alle kunstschaatssters zijn heel erg jong, ook op professioneel niveau. Zo lang ik het nog leuk vind om die kleine kindjes les te geven en te inspireren tot zover dat me lukt, ga ik lekker door”, aldus Bogdan. Maar zeker is dat ze zich zal blijven bewegen op het snijvlak van kunst, identiteit en begeleiding.