Van droombaan naar een burn-out: “Je kunt nu maar beter weggaan”

Van droombaan naar een burn-out: “Je kunt nu maar beter weggaan”

Foto van Inge Jenema.

Het is de laatste dag. Ze schrikt wakker van een klap en ze realiseert zich meteen wat haar vandaag te wachten staat. De spullen die ze maanden heeft gebruikt worden weggehaald. Het voelde als haar thuis, maar de stress was een vervelende bijkomstigheid. Via een krakende trap baant ze zich een weg naar de klapperende voordeur die openstaat. De woning achter de winkel waar haar huurder woont, moet ze doorkruisen om bij de winkel te komen. Moedeloos staat ze daar, verward en ontredderd. Niet wetend wat te doen. De huurder kijkt haar aan. “Ik denk dat je maar beter naar huis kunt gaan, dat lijkt me beter voor je. Je kunt hier niets meer doen.” Dit is hoe het eindigde, maar hoe begon het allemaal?

Bijna 25 jaar werkte Inge bij de Gemeente Leeuwarden. Als loopbaanadviseur ging ze in gesprek over de passies en wensen van iemand die op zoek was naar iets nieuws. Tijdens die gesprekken kwamen vragen voorbij als ‘waar loop je warm voor?’ of ‘als je een toverstaf zou hebben, wat voor werk zou je dan gaan doen?’. Totdat ze deze vragen aan zichzelf moest stellen. Er dreigde ontslag wegens bezuiniging. Onder het mom van ‘van een bedreiging een kans zien’, ging Inge op zoek naar een nieuwe stap in haar loopbaan. Het herkennen van wat je echt graag doet was altijd een belangrijke vraag in haar werk als loopbaanadviseur. Dat zette haar aan het denken nu ze zelf een keuze moest maken. Ze kreeg tijd en ondersteuning bij het vinden van een nieuwe baan. Waar ligt je passie? Waar kom je ’s ochtends voor uit je bed? Bij Inge kwam de liefde voor dieren en natuur duidelijk naar voren.

Ze had meerdere gesprekken met een echtpaar dat graag hun biologische winkel wilde verkopen. Adviseurs hielpen haar om een beslissing hierover te nemen. Er borrelden een hoop vragen op. “Is het een rendabel bedrijf en kan ik daar een goede boterham mee verdienen?”. Ze zag een toekomst plaatje voor zich. Daar deed ze het voor. Weg uit een dorpje, wonen in de stad Groningen, dichtbij de school van haar kinderen en een mooie eigen winkel. NatuurLokaal, dat werd de naam van de winkel.

Foto van Inge Jenema.

Vlak voor de drukke decembermaand ging de winkel open. De opening van haar winkel was een groot succes. Klanten kwamen nieuwsgierig binnen, proefden het verse brood en de lokale kazen. Mensen raakten in gesprek aan de grote tafel. De winkel werd een plek van verbinding, precies zoals ze zich het had voorgesteld. Vol energie en enthousiasme begon Inge aan het leven waar ze van droomde. Veel indrukken, uitdagingen en een hoop nieuwe dingen kwamen op haar af.

De uitdagingen overrompelde haar. Inge realiseerde zich dat haar kinderen veel alleen waren. Ze begon zich ook serieus af te vragen of haar huis wel op tijd verkocht zou worden. Daar kwam bovenop dat het nog een uitdaging zou zijn om überhaupt te kúnnen verhuizen, daar was eigenlijk geen tijd voor. Want het liep storm in de winkel. Er kwamen dagelijks veel klanten en gelukkig ontving ze complimenten, zowel van haar klanten als het personeel. Dat zorgde vooral in de eerste weken voor kracht. Desondanks kwam het besef dat dit nog wel eens moeilijk zou kunnen worden. Een winkel runnen en tegelijkertijd een goede toekomst voor haarzelf en haar kinderen te kunnen realiseren.

De realiteit was compleet anders dan het droombeeld waarmee ze begon. Ze voelde zich geïsoleerd in de winkel. Behalve de mentale uitputting, raakte het haar ook fysiek. Op sommige dagen kon ze nauwelijks op haar benen blijven staan. Ze had het gevoel alsof ze zo door haar knieën zou kunnen zakken. Haar eetlust nam af. Er was nauwelijks tijd om rustig een kopje koffie te drinken. Ze had zelfs geen tijd staan om met haar kinderen door te brengen of naar de verjaardag van een familielid te gaan. Het was alsof er druk stond op ieder uur van de dag. Mensen zeiden steeds “fouten maken mag”, maar juist dat was iets waar ze voor waakte. Iedere fout kostte geld. Al gauw voelde ze zich verloren. De problemen stapelden zich op. Eén van deze problemen was de bemoeienis van de vorige eigenaren. Ze voelde zich niet serieus genomen.

“Hoe haal je het in je hoofd om de prijzen te verhogen?”

Een wervelwind aan frustraties ging door haar hoofd.

“En die bezorging, dat kan je toch niet zomaar opheffen?”

De eenzaamheid, het gemis van haar kinderen en de problemen werden groter. Hoe leuk de klanten en het personeel ook waren, het liefst wilde ze naar huis. Weg uit dat hokje waarin ze zich opgesloten voelde. Gelukkig kwam er hulp. Een collega-ondernemer met veel ervaring kwam haar helpen. Al die tijd had ze haar best gedaan om de bezorgdienst in stand te houden. Op advies van haar collega besloot ze daarmee te stoppen. Daardoor ontstond er weer overzicht en werd het rustiger in haar hoofd. Zo voelde dat ook in de winkel. Aan de grote tafel bij het raam vormde zich een groep imkers en zij begonnen levendige, enthousiaste gesprekken. Het voelde als haar eigen huiskamer, een plek die zij zelf had gecreëerd. Een vonk van energie en plezier vonden de weg terug in haar hoofd. De geur van het verse brood en kaas op de plank.

Al snel kwam de volgende uitdaging; hoe overleef je het als startende ondernemer als de straat van jouw winkel bijna een half jaar afgesloten is vanwege groot onderhoud? De klanten konden de winkel nauwelijks bereiken. De winkel draaide slechte omzet. Ze maakte dagen van meer dan twaalf uur en was weinig thuis. Al die tijd voelde ze een tweestrijd. Aan de ene kant wou ze haar tijd en energie steken in het draaiend houden van de winkel, er plezier in hebben, mensen blij maken met wat ze daar had opgebouwd. Anderzijds miste ze haar kinderen, wou ze gezellig met hen aan tafel zitten.

Nadat NatuurLokaal ruim een jaar bestond, kwam de boekhouder weer langs om in gesprek te gaan over de stand van zaken.

“Hoe sta ik er financieel voor? Wat is het toekomstperspectief?”

De boekhouder was duidelijk.

“Ik ben geregeld in de winkel geweest en weet hoe de omzet is. De cijfers zijn ronduit zorgelijk. Je kunt het eigenlijk alleen redden als je er eigen geld in gaat steken. Los van dit financiële plaatje moet jij je af gaan vragen of je het wilt, of het wel goed voor je is om door te gaan. Het is de vraag of je het emotioneel én praktisch gezien kan volhouden.”

Hij wou nog verder praten maar Inge onderbreekt hem.

“Stop maar, ik vind het te moeilijk nu.”

De volgende dag nam ze het besluit. Ze ging stoppen met de winkel. Erover nadenken was niet nodig, ze wist het antwoord al.

Op deze laatste dag loopt ze door de lege winkel. Ditmaal zonder de geur van vers brood en de gezelligheid van de klanten. Het enige dat overblijft is stilte. Ze loopt richting de toonbank, waar ze veel tijd heeft doorgebracht. Inge herinnert zich de eerste dag nog heel goed, enthousiast en energiek. Ze herinnert zich ook de slapeloze nachten, de stress en de tranen. Ze sluit even haar ogen en ademt diep in en uit. Dit is het einde.

Het hele proces daarna was een achtbaan aan emoties, onzekerheden en persoonlijke ontdekkingen. Inmiddels is ze ruim zeven jaar verder en heeft ze haar plekje gevonden. Ze gaat met plezier naar haar werk als begeleider in de gehandicaptenzorg. Er is iets op haar pad gekomen waar ze haar passie voor gehandicaptenzorg en een winkel kan combineren. Bij de woon- en werkgemeenschap waar ze nu werkt is de visie van de zorg verbonden met de antroposofie. Hier voelt ze zich niet alleen professioneel op haar plek, maar ook persoonlijk volledig in verbinding met wat voor haar écht telt.

Over de auteur