Het geluid van het brommende koffiezetapparaat komt steeds harder binnen wanneer Mark langzaam zijn ogen opendoet. Zijn oogleden plakken een beetje aan elkaar wanneer hij verwart om zich heen kijkt met een wazige blik. Ondanks dat ziet dat hij in zijn studentenkamer in Utrecht is. Tussen zijn gordijnen straalt de felle zon hard naar binnen. Mark tast naast zijn bed en vist zijn bril en telefoon van zijn bedrand. Na nog even zo erg uitgerekt te hebben dat hij zijn verwarming aan het eind van zijn bed aantikt met zijn tenen, kijkt hij op zijn telefoon. 24 ongelezen berichten in de chat die ‘Paddo trip’ heet. Met een veeg over zijn telefoon opent hij de chat. Zijn ogen glijden snel over het scherm. Hij leest dat de paddo’s die hij later die dag gaat gebruiken zijn opgehaald door Kevin, een goede vriend van hem. Hij gooit zijn telefoon terug op bed en kijkt naar de klok die hem vertelt dat het bijna half één ’s middags is. Wanneer hij op staat en de koude vloer onder zijn voeten voelt hoort hij op de achtergrond hoort hij nogmaals beneden het koffiezetapparaat brommen. Wanneer hij de kenmerkende harde lach van zijn huisgenoot Rik hoort besluit Mark ook maar naar beneden te gaan.
Eenmaal beneden wordt hij begroet met de brede glimlachen van zijn huisgenoten Thijs en Rik. ‘Zo, jij bent ook weer ontwaakt uit je winterslaap?’, zegt Thijs. Bij het opendoen van zijn mond voelt Mark hoe uitgedroogd hij is van de avond ervoor. ‘Ja, de vrijdagmiddagborrel van werk is iets verder uit de hand gelopen dan ik op voorhand had verwacht’, reageert Mark schor. Hij loopt naar de kraan in de keuken en neemt een aantal grote slokken water, waarna hij ook een hand vol water in zijn gezicht gooit. Het koude water voelt aan als een deken van nieuw leven dat nu langzaam weer naar beneden glijdt over zijn gezicht. ‘Ga jij trouwens ook niet vanavond aan de paddo’s?’, vraagt Rik vanuit de woonkamer. ‘Ja’, reageert Mark kortaf. Hij heeft weken geleden afgesproken om met twee vrienden, Kevin en Joost om paddo’s te gaan doen. In de afgelopen jaren heeft Mark meerdere keren truffels gedaan en ook een handvol keren 2CB. Deze psychedelica komen qua werking aardig overeen met paddo’s; je gaat ervan hallucineren, dus voorwerpen worden groter of kleiner, je ziet patronen of caleidoscopen met je ogen dicht en je tijdsbesef verdwijnt. Hij kijkt er sinds het moment dat ze het hebben afgesproken al naar uit, door zijn lichaam voelt hij gezonde spanning gieren wanneer hij onder de douche erover nadenkt. Gelukkig is Luc, een andere goede vriend, erbij. Hij is tripsitter voor de avond. Een tripsitter is een persoon die erbij is om alles in de gaten te houden, deze persoon blijft ook nuchter. Een geruststellende gedachte, maar toch blijft de spanning voelbaar.
Na een lange douche en een stevig ontbijt (eerder een lunch te noemen), voelt Mark zich weer als de oude. Hij grist nog snel zijn toilettas van de badkamer en gooit daar snel zijn lenzendoosje, lenzenvloeistof en zijn tandenborstel in. Mark pakt zijn rugzak en ploft op de bank om zijn schoenen aan te trekken. ‘Ga je nu al naar Joost?’, hoort hij vanuit het trapgat komen. Rik komt naar beneden van de fragiele wenteltrap in de woonkamer. ‘Ja, we gaan nog even met zijn allen eten voordat we aan de trip beginnen, dus ik wil er bijtijds zijn.’ Nadat allebei zijn huisgenoten hem plezier hebben gewenst trekt hij de voordeur achter zich dicht. De felle zon schijnt direct in zijn ogen en voelt een licht briesje door zijn T-shirt blazen. Een perfecte zomerdag.
Amper tien minuten later zet hij zijn fiets in de ondergrondse fietsenstalling van Utrecht Centraal. Nog precies één plekje vrij vlakbij de uitgang. Haastig loopt hij de trap op, de stank van urine bespeurt zijn neus bij het omhoog lopen. Mensen plassen hier altijd naar beneden ’s nachts. Snel loopt hij door naar buiten, waar de frisse lucht hem aangenaam begroet. Hij loopt de drukke stationshal binnen en ziet op het bord dat de trein naar Amsterdam Centraal bijna de enige trein is die geen vertraging heeft. Snel loopt hij door de mensenmassa richting de poortjes. Deze gaat met de kenmerkende schelle piep voor hem open wanneer hij zijn Ov-kaart ervoor houdt. Eenmaal in de trein, waar hij ook nog een van de laatste zitplekken heeft kunnen bemachtigen, voelt hij weer de zenuwen door zijn lichaam gieren. Het kriebelige gevoel in zijn maag zorgt voor een kleine glimlach bij de gedachte dat hij zo meteen weer gaat trippen. Op zijn oortjes dreunt zijn favoriete muziek, terwijl hij uit het raam kijkt zakt hij verder weg in gedachten. Met zijn hoofd op rustend zijn handpalm maken de zenuwen plaats voor kalmte en hij sluit langzaam zijn ogen.
Zijn dutje wordt ruw verstoort wanneer hij zijn telefoon voelt trillen in zijn binnenzak. Binnen no-time is hij weer klaarwakker en pakt zijn telefoon erbij. Er is een gesprek losgebarsten in de ‘Paddo trip’ chat. Razendsnel leest hij wat er gezegd is en ziet dat Luc heeft gezegd dat hij een dubbele afspraak heeft gemaakt en niet meer kan komen om tripsitter te zijn. Er wordt snel overlegd of ze dan wel door moeten gaan met de trip. Mark voelt zelf weinig twijfel en begint met typen ‘Wat mij betreft gaan we gewoon zonder Luc het doen, wat kan er nou misgaan?’, stuurt hij. Joost en Kevin sturen instemmende berichten terug en hij legt zijn telefoon weer weg. Hij heeft vaker getript zonder tripsitter, dus deze gedachte maakt hem niet onzeker. Mark is vooral blij dat hij nog heel even zijn ogen kan sluiten.
Een paar uur later, na bijgepraat te hebben en een diepvriespizza Hawaii te hebben gegeten, zitten Mark, Joost en Kevin op de bank in het appartement van Joost. Een joint gaat de cirkel rond. ‘Nog even scherpe randjes eraf roken’, zegt Joost met een glimlach voordat hij de plakrand van het vloeitje likt. Nadat de joints platgedrukt in de asbak zijn verdwenen pakt Kevin een plastic bakje met een bruine substantie erin tevoorschijn. Bij het openen van het bakje komt een vreemde geur vrij, de inhoud lijkt erg veel op paddenstoelen-melange van de plaatselijke supermarkt. ‘Dit is voor drie personen zei die gast tegen mij’, zegt Kevin. Zorgvuldig worden de paddo’s afgewogen en door drie gedeeld. ‘Het zou een stuk minder goor moeten zijn dan truffels, maar pak voor de zekerheid maar chocolademelk om die vieze smaak weg te spoelen.’ Mark pakt zijn deel van de paddo’s en begint op een groot stuk te kauwen. Hij knijpt zijn ogen dicht om aan iets lekkers te denken, maar een mengsel van aarde, ijzer en een andere zure smaak bereiken zijn smaakpapillen. Snel neemt hij een grote slok chocolademelk en begint aan zijn volgende stuk. Hij blijft stoïcijns door eten tot alles op is. Nog één grote slok om zijn mond te verlossen van die nare smaak en hij leunt langzaam achterover tegen de zachte rugleuning van de bank; nu is het wachten tot het trippen te begint.
Buiten waait een licht zomerbriesje wanneer Luc zijn fiets parkeert vlakbij het appartementencomplex van Joost. Hij had een afspraak, maar die is uiteindelijk toch niet doorgegaan dus hij besluit toch maar langs te gaan bij zijn vrienden die ongeveer een uur geleden paddo’s hebben ingenomen. Hij loopt het complex binnen en belt aan bij nummer 52. De deur wordt niet veel later opengedaan door een redelijk helder ogende Joost. Na iedereen begroet te hebben ploft Luc op de bank. ‘Hebben jullie nog niks genomen ofzo? Iedereen oogt zo helder’, zegt hij. ‘We hebben het al een uur geleden genomen maar voelen nog helemaal niks’, antwoord Mark. ‘Zullen we maar een jointje draaien dan? Misschien stimuleert dat het effect wel’, stelt Joost voor. Nog geen tien minuten later hangen er dikke rookwolken van wiet in de kleine woonkamer. Mark krijgt de joint van Luc aangereikt en neemt een grote hijs. Hij voelt de hete lucht zijn longen binnenkomen en bij het uitademen voelt hij diezelfde lucht weer uit zijn longen verdwijnen. ‘Misschien begin ik wel wat te voelen nu’, zegt Kevin aarzelend. Mark heeft hetzelfde. Wanneer hij zich focust op één punt op de muur begint hij langzaam patronen te zien die zich om dat punt vormen, de patronen dansen met de muziek mee die zachtjes op de achtergrond aanstaat. Wanneer hij opstaat voelt het alsof er lood in zijn schoenen zit en dat zijn benen zijn vervangen voor doorgekookte spaghettislierten. Mark neemt weer plaats en besluit alles over zich heen te laten komen, de trip is nu écht begonnen.
Luc kijkt om zich heen en ziet Joost en Kevin in een oncontroleerbare lachbui met een ballon hooghouden. Hij lacht bij het schouwspel dat voor zijn neus afspeelt; twee volwassen mannen die zo veel lol hebben met een ballon dat ze bijna moeten huilen van het lachen. Hij kijkt naast zich en ziet Mark onderuitgezakt op de bank zitten, hij lijkt een beetje bleek. ‘Hé Mark, hoe voel jij je?’, vraagt Luc met een serieuze toon. Er komt geen reactie vanaf de bank. Luc herhaalt zijn vraag nog eens, maar met iets meer volume. Mark draait zijn bleke hoofd richting Luc en kijkt hem ernstig aan, alsof hij net iets had gezien wat hij niet had mogen zien. ‘Het is te veel’, brengt hij met moeite uit. ‘Het is te veel’, zegt hij nog eens. Luc realiseert dat Mark tegen het randje van een bad trip aanzit en pakt snel een glas cola uit de keuken en geeft die aan Mark. Hij probeert hem gerust te stellen door van onderwerp te veranderen. Intussen blijft hij aandringen dat hij de cola moet opdrinken. Suiker remt het overweldigende gevoel, weet hij van een eerdere keer trippen. Hij tast in zijn broek zakt en haalt daar een pakje Dextro uit, snel pakt hij er drie uit en geeft die ook aan Mark. ‘Waar ben ik?’, stamelt hij. Met glazige ogen kijkt hij verwilderd om zich heen. Intussen hebben Joost en Kevin niks door en zijn ze heel druk bezig met dat de ballon de grond niet mag raken. Luc grijpt Mark bij zijn arm en trekt hem mee naar de slaapkamer van Joost.
Met zijn gedachten op meer dan 200 kilometer per uur ligt Mark op een zacht bed in een kamer waar sfeervolle verlichting aan de muur hangt. ‘Waar ben ik, en wie ben ik?’, hoort hij zichzelf hardop afvragen. Zijn gedachten zijn, in tegenstelling tot de kleurrijke verlichting in de slaapkamer, gitzwart en hij lijkt steeds verder opgeslokt te worden door die gedachten. ‘Ik ben bij je man’, hoort hij Luc ver weg zeggen. ‘Het houdt zo meteen op en dan kan je weer lachen’, verzekert de bekende stem. Het lijkt wel een nachtmerrie, een nachtmerrie waar hij in opgesloten zit.
Na ruim twee uur Mark gerust te stellen en uitleggen waar en wie hij was, merkt Luc dat er een soort deken van rust over zijn vriend is gevallen. ‘Hoe voel je je?’, vraagt hij voor de twintigste keer vandaag aan Mark. ‘Beter.. Een stuk beter’, zegt hij met een ontnuchterde stem. Mark wrijft in zijn ogen en komt langzaam overeind. Hij ziet Luc op het voeteneind van het bed zitten, met zijn rug tegen de muur. De patronen zijn verdwenen en hij realiseert zich waar hij is. ‘Bedankt man’, zegt hij tegen Luc. ‘Zonder jou had ik dit niet overleefd, ik dacht écht dat ik doodging’, vervolgt hij. Mark kijkt nog één keer goed om zich heen. Hij is terug, hij heeft het overwonnen. ‘Dit doe ik nooit meer’, zegt hij terwijl hij terug achterover op het kussen ploft.