Links, rechts, links. Met grote moeite kijkt Isa om zich heen. De weersomstandigheden maken het lastig. De regendruppels slaan tegen haar gezicht. De rode paraplu is niet bestand tegen de harde stormwind. Isa loopt, na een korte worsteling met de paraplu, verder naar het kruispunt om over te steken. Het is er altijd onoverzichtelijk en druk, helemaal tijdens de avondspits. Paniekerig kijkt Isa om zich heen. De kust is veilig. Isa kan het eerste zebrapad oversteken. Met grote passen steekt ze over. De overkant is nog niet bereikt: er wacht haar nog een zebrapad. Isa kijkt van onder haar paraplu naar rechts. In de verte komt van rechts een donkere Renault de hoek om rijden, de autolampen reflecteren in de duisternis. Tijd genoeg om over te steken. Voor de zekerheid versnelt Isa haar pas op weg naar de overkant. Als de stoep bijna in zicht is, voelt ze een onverwachte klap van rechts. Met grote snelheid wordt ze naar voren gelanceerd, alsof Isa een snoekduik in het zwembad neemt. Haar voorhoofd vangt de eerste klap op, daarna schaaft haar wang langs de stoep en dan volgt de rest van haar lichaam. In een split second is alles om Isa heen doordrenkt met bloed: van haar gezicht tot aan de stoep.
Het is 16 januari 2023. Een grauwe, troosteloze maandag in januari. Blue Monday doet zijn naam eer aan: dit is zeker één van de meest depressieve dagen van het jaar. De winter blijkt geen echte winter te zijn – er is nog geen enkele vlok sneeuw gevallen, en ook de zomer is nog lang niet in zicht. Isa verlangt hevig naar de zwoele zomeravonden op het terras. Avonden waarop de wijn rijkelijk vloeit en de zon tot laat in de avond schijnt. Nog even wachten. Het jaar begint niet zo goed voor Isa: 2023 is nog geen twee weken oud als haar oma – op vrijdag de 13e notabene– overlijdt aan kanker. Een milde vorm van longkanker, hadden de artsen vlak voor kerst gezegd. Met uitzaaiingen naar andere organen, dat wel. Oma had nog een paar maanden te leven. Het werden drie weken. Vandaag heeft Isa dingen geregeld voor de crematie. De laatste verzorging. Zo werd het haar van Isa’s oma voor de laatste keer in de krul gezet. Daar was ze altijd flink op gesteld. De krasse knar ging tot voor kort elke vrijdag naar de kapper. Tijd om naar haar vader te gaan, om daar te eten en even te ontspannen. De situatie onder woorden brengen. Praten helpt altijd.
De regen komt al de hele dag met bakken uit de hemel. Er is nog geen droog moment geweest. Buiten is het donker, na vijven gaat de zon snel onder. Isa kleedt zich warm aan. Haar zwarte mantel biedt niet genoeg warmte op deze gure winterdag. Langzaam stapt Isa in haar vertrapte Allstars van Converse. Ze zijn oud en afgetrapt, en juist daarom perfect voor dit weer. Haar donkerrode muts van het Franse designermerk Maje steekt mooi af tegen de rest van haar zwarte outfit. Ergens twijfelt ze nog: het is niet te donker? Ben ik zo wel herkenbaar genoeg voor het verkeer? In de haast pakt ze haar spullen. Met een harde klap trekt ze de deur achter zich dicht.
De weg naar het huis van haar vader is simpel: rechtdoor de straat uit, oversteken bij de kerk en weer rechtdoor. Isa heeft de route al duizenden keren bewandeld. Maar vandaag voelt het anders. Het weer is in tijden niet zo slecht geweest. Waar de wandeling normaal niet langer dan een kwartier duurt, doet Isa er nu al minstens twintig minuten over. De wind huilt om de huizen, takken vliegen door de lucht. Isa probeert haar gedachten te verzetten. Ze stopt even in een steegje om aan de wind te ontsnappen. Zonder goed te kijken graait ze haar AirPods – één van de beste aankopen ooit – uit haar tas en opent de Spotify app. Het nieuwe nummer van Suzan en Freek, Slapeloosheid, beschrijft het afgelopen weekend perfect. Ze vervolgt haar weg richting de Grote Kerk, die heel Monnickendam en omstreken van licht voorziet op deze donkere avond. Een harde windvlaag beukt tegen Isa’s paraplu. Die heeft zijn beste tijd gehad.
Met hoge snelheid knalt Isa tegen de rand van de stoep. De auto heeft haar geraakt, en rijdt door. Het gaat snel. Te snel om gelijk te beseffen wat is er is gebeurd. Isa probeert omhoog te komen. Van alle kanten haasten mensen zich in haar richting. Ze stappen net uit de bus, op weg van werk naar huis. Het enige wat Isa voelt is de stromende regen op haar lichaam. Alles is koud, nat en bebloed.
Binnen tien minuten verandert het drukke kruispunt in een plaats delict. Het lijkt alsof Isa in een politieserie à la Baantjer is beland. Een aantal omstanders bieden hulp. Een vriendelijke vrouw haalt vluchtig haar telefoon tevoorschijn en belt 112. “Er heeft een aanrijding plaatsgevonden op het kruispunt bij de Bernardlaan. Alles zit onder het bloed. Het gaat om een jongedame die goed aanspreekbaar is”, hoort Isa de vrouw aan de telefoon zeggen. Een andere vrouw helpt haar met rechtop zitten. Daar zit ze dan. In de stromende regen. Elke minuut voelt als een uur voor Isa.
Als de politie tien minuten later aan komt rijden hoort ze een bekende stem. Isa herkent de stem uit duizenden. Het is haar buurman, Arie. Arie is een vriendelijke, besnorde vijftiger. Isa slaakt een zucht van verlichting. De politie vraagt naar haar gegevens. “Mijn naam is Isa, Isa Kouwenoord. Ik woon in het Zuideinde, hier in Monnickendam. Mijn postcode is 1141 BJ.” Ze kan alles moeiteloos benoemen, want ze voelt zich helder en is niet out geweest. Na ruim een kwartier wachten arriveert ook de ambulance. De ambulancemedewerker pakt haar voorzichtig bij haar middel en sjort haar overeind. Zijn rechterhand om haar rug, zijn linkerhand rond haar nek.
Even later neemt Isa plaats op de brandcard. “Britt van Zouwen, ambulanceverpleegkundige.” Het personeel begint met de eerste checks. De dame van in de veertig met een kort gekapt kapsel voelt aan Isa haar rug. Ze checkt alles, wervel voor wervel, tot aan de haargrens in haar nek. Britt knikt tevreden. Het voelt goed. Een nekbrace is niet nodig, volgens haar. Dan start de chauffeur de ambulance, op weg naar het Dijklander Ziekenhuis in Purmerend. Een rilling loopt over Isa’s lichaam. Haar lichaam is in shock. Britt vestigt haar aandacht op de grote snee in het voorhoofd van Isa. Hoewel de wond vrij diep is, stroomt er weinig bloed uit. Ze besluit om wat pijnstilling toe te dienen en legt een infuus aan met paracetamol. Ze pakt Isa haar arm en prikt erin. Mis. Nog een keer. Ook de tweede poging mislukt. De weg is hobbelig en Isa haar aders liggen diep. Ze is lastig te prikken.
“U mag van geluk spreken, mevrouw Kouwenoord”, zegt dienstdoende arts Van Ramesdonk rustig. Hij hecht Isa’s hoofdwond – vergelijkbaar met een krater op de maan – alsof een gat in het voorhoofd van een jongedame de normaalste zaak van de wereld is. ‘Voor hem waarschijnlijk wel’, denkt Isa. Haar lichaam trilt door de adrenaline en de kou. Die vreselijke kou. Die is in haar lichaam getrokken. Ze heeft een half uur op de grond gelegen, in de regen. De ijzige januariwind maakte het ook niet veel beter. “Dokter?”, vraagt Isa trillend. Haar stem slaat over. “Is er iets, Isa? Moet ik even stoppen met hechten?”, zegt de dokter enigszins bezorgd. “Is de wond erg diep?”, piept Isa. “Als ik eerlijk moet zijn…best wel, ja. Maar we gaan er iets moois van maken. Ik heb er alle vertrouwen in. Het had veel erger af kunnen lopen.” Isa is nog niet gerustgesteld door het antwoord van de dokter. “Wordt het een litteken?” “Ik ben bang van wel. Maar waarschijnlijk een klein streepje. En je kunt het altijd laten corrigeren”, zegt de dokter geconcentreerd terwijl hij bezig is met de laatste hechting. Isa voelt tranen opkomen.
Twee weken later is het zo ver. Na een periode van herstel moet Isa haar grootste angst onder ogen komen. Het is onvermijdelijk: oversteken. Met een lichaam vol zenuwen en een kloppend hart loopt Isa richting de plek des onheils. Het is, net als twee weken geleden, donker en druk op het kruispunt. Isa’s handen worden met de seconde klammer. Een straaltje zweet loopt over haar rug. Voor het zebrapad blijft Isa staan. Verstijft van angst. ‘Adem in, adem uit’, roept Isa streng tegen zichzelf. Ze kijkt goed om zich heen. Dan breekt het moment écht aan: ze steekt het eerste zebrapad over. Nog een keer naar rechts kijken. Binnen een seconde is ze aan de overkant. Het is gelukt. Een golf van opluchting stroomt door haar lichaam. Een gil van geluk ontsnapt uit haar mond. Het begin is er!
Als Isa later die middag haar huissleutel in de voordeur stopt, voelt ze iets trillen in haar zak. Haar telefoon gaat. Anoniem. “Met Isa, goedemiddag”, zegt Isa met een gespannen stem. “Hallo Isa, je spreekt met Alex Broek van politie Waterland. Hopelijk voel je je al iets beter. Ik wilde je op de hoogte stellen van jouw zaak. We hebben een proces-verbaal opgemaakt tegen de chauffeur van de auto. Ze moet binnen drie maanden voorkomen en riskeert een flinke boete. Het CBR bekijkt haar rijbewijs. Die wordt wellicht ingenomen. Een oudere vrouw die slecht ter been is, kan beter geen auto meer rijden. Maar dat bepalen wij niet. Ik houd je op de hoogte. Als er meer nieuws is, bel ik. Fijne dag verder.” Binnen twee minuten is het gesprek voorbij. Isa is blij dat er iets gaat gebeuren. Ze wil gerechtigheid.
De klap. Die kwam onverwacht, geheel onverwacht. Toch zal Isa het moment van het ongeluk nooit vergeten. Het heeft haar leven voor goed veranderd. Alsof er een klein stukje onbezorgdheid uit haar leven is weggerukt. Voor altijd.