Ontsnappen aan je jeugd

Ontsnappen aan je jeugd

Noorwegen 2006

´Klaar maken om aan te meren!´ Wordt er geschreeuwd vanaf de brug waar de stuurman zich bevindt. Jaco doet de deur open van zijn kleine hut en rent de steile trap snel maar toch ook voorzichtig af. Zo bevindt hij zich uiteindelijk in zijn tweede huis op de boot, de machinekamer. Hij wil zo snel mogelijk, maar ook zorgvuldig werken. Voor ieder ander mens zou het concentreren waarschijnlijk erg lastig gaan door de ronkende motoren en de andere geluiden die deze ruimte teweegbrengen. Maar voor Jaco is dat niet het geval, hij doet dit nou immers al een aantal jaar en weet precies wat er moet gebeuren. Dit is de eerste keer dat Jaco een reis naar Noorwegen maakt en hij wil graag boven aan dek staan als ze binnenkomen. Na alle taken volbracht te hebben snelt hij zich in alle haast de steile trap op naar boven, nu iets minder voorzichtig dan daarnet stoot hij zijn hoofd tegen een houten deurpost. Vloekend loopt hij verder, hij wil nou eenmaal niet te laat komen. Eindelijk is hij aan dek, de frisse zeewind stroomt zijn neusgaten in, hij ziet de steile Noorse bergtoppen in de verte en geniet van de felle zon op zijn koude gezicht. Eindelijk varen ze een windstil Fjord binnen waar de zee vlak is en golven amper de kans krijgen om het schip te laten slingeren. Genietend van de vrijheid en het prachtige uitzicht zet Jaco zijn blik op het ouderwetse havenstadje met de kleurrijke huisjes. Hij denkt even terug aan thuis. Snel pakt hij zijn camera erbij om een foto te maken om aan zijn kinderen te laten zien als hij terugkomt. Voorheen liet hij deze foto´s nog wel eens zien aan zijn vader, maar die spreekt hij bijna niet meer.

 

Katwijk 1986

“Nee pap, ik heb geen zin” roept hij vanuit zijn bed terwijl hij zijn vader steeds verder de trap op hoort komen. Jaco heeft geen zin om net als elke week weer naar de kerk te gaan. Hij is net wakker en trekt de zachte deken weer lekker over zich heen. Door deze rebelse actie wordt de angst voor zijn vader trede voor trede steeds groter. Diep van binnen weet hij ook wel dat zijn vaders wil wet is. Jaco´s kamerdeur vliegt open waarna zijn vader woedend voor het bed staat en met een dreigende stem begint te schreeuwen; ´Nou ga je onmiddellijk mee!´ Jaco denkt warm en veilig onder de zachte dekens te liggen, maar niets is minder waar. Met grof geweld pakt zijn vader zijn enkels vast en trekt hem hard onder zijn ´veilige´ dekens vandaan en geeft hem vervolgens een harde klap. Jaco heeft geen zin om het nog moeilijker te maken voor zichzelf en besluit te luisteren. Hij trekt daarom zijn zondagse nette kleding maar aan. Dit bestaat deze zondag uit een blauw overhemd en een lichtgekleurde pantalon met keurige bruine schoenen, want spijkerbroeken en gympen waren absoluut uit den boze. Jaco propt nog even snel een vers broodje met kaas naar binnen en snelt zich door de Louwestraat naar één van zijn vrienden die op de boulevard aan zee woont.

Samen met deze vriend genaamd Bart bedenkt hij een plan om deze ochtend op één of andere manier de dienst toch over te slaan. Met in het achterhoofd dat de ‘oude kerk’ altijd één deur aan de voorkant en één aan de achterkant open heeft voordat de dienst begint, beslissen ze dat het beste idee is om gewoon in een keer door te lopen naar buiten. Nu alleen de uitvoering nog denkt Jaco, die natuurlijk weet dat zijn vader hem nauwlettend in de gaten houdt. Ze lopen aan de noordzijde naar binnen en proberen zich zo goed mogelijk in te mengen met een groep kerkgangers zodat ze minder opvallen. Er zitten al veel net geklede gezinnen in de bankjes die hun psalmen en gezangenboekje al keurig in hun hand houden. Hij moet de aandacht bij de les houden, want zijn ouders zitten twee banken verderop. De spanning giert door zijn lijf en met zijn haren recht overeind maakt hij de tactische beslissing om te doen alsof ze aan de andere kant van de kerk gaan zitten. Stap voor stap komen ze dichter bij de uitgang. En als hij weet dat zijn vader hen niet meer in de gaten houdt lopen ze wat sneller richting de zonovergoten deur. Ze zetten de eerste stap buiten en kijken elkaar vreugdig aan, ze hebben het gehaald! Om dit te vieren besluiten ze een drankje te gaan doen in een strandtent 200 meter verderop, maar Jaco moet wel nauwlettend zijn horloge in de gaten houden om te zorgen dat ze precies na de dienst weer buiten de kerk staan. De dag was echter nog niet over, s’ avonds moest hij weer met zijn ouders mee naar een dienst.

 

Katwijk 1990

Jaco heeft nooit van de verplichtingen en de bekrompenheid van zijn ouders gehouden. Desondanks koos hij er voor om net als zijn vader, die een eigen bouwbedrijf had, in dezelfde sector te gaan werken. Vier keer in de week vroeg op en van 7:00 tot 16:00 hard en zwaar til en klus werk verrichten. Toen hij vorig jaar met de opleiding begon, dacht hij dit wel leuk te vinden, maar dat begint nu steeds minder en minder te worden. Het tillen van de zware ruwe bakstenen ziet hij zichzelf eigenlijk niet tot zijn 65e doen, maar dit wil nog niet zeggen dat hij gaat opgeven. Tot hij een paar weken later steeds meer last krijgt van hooikoortsklachten tijdens het werken in de buitenlucht. Rode jeukende waterige ogen maken het lastig om nog scherp te kunnen kijken, het constante niezen is om gek van te worden en het wordt zelfs zo erg dat hij om half twee al naar huis wordt gestuurd door de leidinggevende. Jaco duwt zijn sleutel in het slot van zijn voordeur en opent hem langzaam. Snotterend van de hooikoorts en met tranende ogen komt hij binnen. Normaal is zijn vader op dit moment nog niet thuis, maar nu jammer genoeg wel. En al hoewel duidelijk te zien is dat de zeventienjarige Jaco zich buitengewoon ziek en ellendig voelt, vraagt zijn vader grommend, chagrijnig en zonder medelijden ‘wat doe jij hier?’

Na vier dagen ziek in bed te hebben gelegen van de hooikoorts kwamen er gedachtes van vroeger naar boven. Zijn oom Arie vertelde toen Jaco een jaar of tien was al spannende en indrukwekkende verhalen over het werken op een grote vissersboot. Hier ging Jaco dan altijd helemaal klaar voor zitten om aandachtig te kunnen luisteren. Zijn hart begon al sneller te kloppen als ome Arie het had over het varen naar andere landen, het ontdekken van andere culturen en de vriendschappen die hij van het varen had overgehouden. En nu de bouw hem steeds minder leuk lijkt, begint dat varen toch steeds meer in zijn gedachtes naar boven te drijven. Dit is niet het enige wat voor hem meespeelt, hij wil namelijk ook graag tegengas geven aan de tirannie en wil van zijn vader.

Het denken aan deze verhalen en de opmerking van zijn vader toen hij ziek thuis kwam hebben de emmer over laten lopen. Hij gaat niet meer leven zoals zijn vader dat wil, Jaco gaat zijn eigen keuzes maken en kiest daarom om zich in te schrijven op een zeevaartschool. Niet die in Katwijk, maar in Rotterdam. Hij wil zo ver mogelijk weg van zijn vader en het bekrompen dorp zijn. Zonder veel na te denken over hoe hij dit gaat vertellen stapt hij uit bed, loopt hij naar de kantoorkamer van zijn vader en roept; ‘ik ben er klaar mee, ik ga varen’. Voordat zijn vader een reactie kan geven heeft Jaco de benen al genomen. Hij gaat wandelen op het strand om de frisse zeewind te ruiken en om na te denken over zijn keuzes. En al hoewel zijn vader niet blij zal zijn met deze keuze en hij waarschijnlijk niet meer het huis in mag vanavond, weet hij diep van binnen dat dit een goede keuze is.

 

Ierland 2022

Tijdens het varen langs de ruige, maar ook prachtige kust neemt Jaco tussen het werken door een momentje voor zichzelf. Hij gaat op het dek aan de voorkant van het schip staan en kijkt naar de golven die tegen de rotsen van de Ierse westkust aanklotsen. Hij weet dat hij deze landen, de gezelligheid aan boord en deze vrijheid nooit zou kunnen hebben ervaren als hij nooit had losgebroken van zijn vader. De heftige gebeurtenissen die hij in zijn jeugd heeft meegemaakt zijn nu verhalen die hij aan zijn kinderen verteld, maar hebben uiteindelijk ook een grote impact gehad op zijn leven.

Over de auteur