Inkomsten musea stabiel tijdens coronacrisis, hoe kan dat?

Inkomsten musea stabiel tijdens coronacrisis, hoe kan dat?

Bron: Pexels

De coronacrisis was een moeilijke tijd voor iedereen en dus ook voor musea. Wat in de bovenstaande grafiek te zien is, is dat musea ondanks dat ze veel minder tickets, eten en souvenirs verkochten ze toch even veel omzet gedraaid hebben. Dit komt omdat de overheid geld heeft geschonken aan musea ten tijde van de coronacrisis. Wat was er gebeurd als deze subsidies niet gedaan waren en wat was het belang van de overheid om deze subsidies te geven?  

Een vertegenwoordiger van een klein museum in het centrum van Utrecht geeft aan heel erg blij te zijn met de subsidies die verkregen zijn. ‘’Zonder deze subsidies waren wij failliet gegaan. Het was  onmogelijk geweest om de huur van het gebouw te kunnen betalen zonder mensen die normaliter langskwamen en betaalden om de kunst te zien die er hangt’’, stelt hij. Normaliter is het zo dat de overheid alleen geld schenkt aan de grote rijksmusea in Nederland en dat de gemeente ervoor zorgt dat kleine musea genoeg geld tot hun beschikking hebben. De coronacrisis heeft ervoor gezorgd dat de overheid een uitzondering heeft gemaakt door ook gemeenten van geld te voorzien om de lasten bij de gemeente te doen verminderen. Dit was nodig, want de gemeenten hadden niet genoeg geld om naast hun andere bezigheden ervoor te zorgen dat de musea waar zij verantwoordelijk waren draaiende bleven. Grote musea kregen van de overheid een bonus op het geld wat ze al kregen, ook hier was dat om de schade van de coronacrisis op te vangen. 

De subsidie van de overheid was niet alleen in het belang voor de musea maar ook in het belang van hun zelf. Dezelfde vertegenwoordiger zegt hier het volgende over: ‘Het is voor de Nederlandse internationale concurrentiepositie ten opzichte van andere landen erg belangrijk dat er voldoende verkoop is van producten in zowel grote en kleine steden in Nederland. Musea zijn vaak trekpleisters van steden en dorpen en zorgen er hiermee voor dat er veel toeristen zijn die naar deze steden en dorpen toekomen die naast hun entreeticket ook nog wat anders komen kopen in dezelfde stad of hetzelfde dorp. Dit zorgt er weer voor dat andere bedrijven het interessant vinden om zich in Nederland te vestigen omdat ze weten dat er meer vraag voor hun product zou zijn’’. De overheid is mede opgericht om ervoor te zorgen dat de Nederlandse internationale concurrentiepositie bevorderd wordt. De internationale concurrentiepositie geeft aan in hoeverre goederen en diensten geproduceerd in een land op de wereldmarkt kunnen concurreren met goederen en diensten uit andere landen. Dit is een taak van de overheid en dit laat zien waarom de overheid wil dat het goed gaat met de musea.  

Nu de coronacrisis voorbij is zijn de musea weer geopend. Uit onderzoek blijkt dat kleine musea in Nederland het nog steeds lastig hebben. Dit komt doordat vele musea niet meer dezelfde bezoekersaantallen halen als voor de coronacrisis. Grote musea hebben hier minder last van omdat ze nog steeds subsidiesteun krijgen vanuit de overheid. Sinds de coronacrisis voorbij is moeten kleine musea het weer doen met de steun vanuit de gemeente. ‘’We zijn er dankbaar voor dat de overheid ervoor heeft gezorgd dat we niet failliet zijn gegaan, maar we zouden het zeker waarderen als de gemeente Utrecht wat meer geld in ons museum zou kunnen steken zodat wij kunnen innoveren om betere bezoekersaantallen te verkrijgen’’, concludeert de vertegenwoordiger van het museum. 

 

Over de auteur