Sinds haar kindertijd heeft Anke van der Meer al een grote interesse gehad in fotografie. Haar fascinatie begon toen ze als jong meisje bladerde in de glossy ‘avenue’ van haar moeder en daar prachtige foto’s zag van exotische locaties en elegante vrouwen. Toen ze haar eerste camera kreeg, een eenvoudig toestel met een lens, begon ze zelf ook te fotograferen. Hoewel haar eerste foto’s in niets leken op de professionele beelden uit de glossy, was het een begin van haar eigen creatieve ontdekkingstocht. Anke groeide op in Friesland, maar op haar zestiende verhuisde ze met haar ouders naar Haarlem. Plotseling bevond ze zich op de kakkerige school Hageveld, terwijl ze zelf meer aan de alternatieve kant zat.
Op Hageveld moesten Anke en haar klasgenoten keuzes maken voor hun vervolgopleiding. Hoewel Anke in haar hart wist dat ze naar de kunstacademie, fotoacademie of school voor journalistiek wilde, werd haar dit afgeraden door haar decaan Harry. Hij was een lieve man, maar vertelde haar iets wat ze liever niet had willen horen: ze kon maar beter naar de universiteit gaan in plaats van een praktijkopleiding. Dit advies voelde voor haar verbaasd en beledigend. Een van haar klasgenoten koos ervoor om de MTS, Middelbare Technische School, voor zilversmeden te volgen, en Anke bewonderde haar stoerheid. Deze klasgenoot is nu een bekende sieradenkunstenares geworden. Dit besef leerde Anke dat ze haar hart moest volgen, maar dit inzicht kwam pas later in haar leven.
Tijdens haar studie kreeg Anke de kans om cursussen te volgen in de donkere kamer, en ze greep deze mogelijkheid met beide handen aan. Ze bouwde haar eigen donkere kamer in haar studentenkamer op zolder. Terwijl haar vrienden uitgingen, bracht ze avond na avond door in de donkere kamer, soms zelfs tot in de vroege ochtenduren. Deze ervaring was intens en moeilijk te verklaren, maar het wekte een diepe passie in haar op. Na haar studie besloot Anke drie jaar lang ontwikkelingswerk te doen in Afrika. Hoewel ze geboeid was door de fotografie- en schrijfpassie van de mensen daar, voelde ze zich verlegen en onzeker. Ondanks haar inzet realiseerde ze zich uiteindelijk dat dit niet haar roeping was.
Na haar verblijf in Afrika raakte Anke zwanger en keerde ze terug naar Nederland. Ze stond voor de uitdaging om nieuw werk te vinden en merkte dat haar werkervaring in Afrika niet altijd werd gewaardeerd. Mensen vroegen zich af wat ze daar precies had gedaan. Hoewel Anke in die drie jaar veel had geleerd, voelde ze zich niet begrepen. Als je drie jaar vrijwilligerswerk kunnen mensen dat helaas niet als echte werkervaring zien, terwijl je hier enorm veel van kan leren. Uiteindelijk begon ze te werken als docent, eerst op verschillende scholen en later op Hageveld, de school waar ze zelf ook leerling was geweest. Maar ze twijfelde altijd of dit wel haar ware identiteit was als leraar. Op Hageveld leert ze veel collega docenten kennen en een hiervan is geschiedenisdocent Mirjam. Als Mirjam aan Anke denkt, denkt ze vooral aan een grote glimlach met een camera in de buurt. Hoewel ze elkaar lang kennen, wist zij aan het begin niet dat Anke een passie had voor fotografie. Pas toen ze de opleiding ging doen kwam ze erachter. Dit geldt ook voor handvaardigheid docent Margje. Toen ze haar examenexpositie had zag zij pas al haar foto’s. Ze zag wel dat ze er soms mee bezig was, maar niet dat ze zo goed was.
Op 35-jarige leeftijd besloot Anke loopbaan coaching te volgen. Haar coach stelde haar in het eerste gesprek de cruciale vraag: wat zou ze echt graag willen doen? Anke antwoordde zonder aarzelen dat ze fotograaf wilde worden. De coach vertelde haar over mensen die hun eigen visitekaartjes en websites hadden, wat Anke als iets fantastisch zag. Ze belde de fotoacademie en had al snel een toelatingsgesprek. Ze begon direct met de opleiding. Dit kleine duwtje was precies wat ze nodig had, hoe onverwacht ook. Zou dit het zachtaardige karakter van haar zijn? Ze wist dus eigenlijk al die jaren al dat ze dit wilde, maar had gewoon de woorden van iemand nodig die haar letterlijk vertelden dat het mogelijk zou zijn dit te gaan doen.
Het ging er niet zozeer om dat het nog mogelijk was, maar eerder dat iemand haar vertelde dat ze het gewoon kon doen, zonder beperkingen en twijfels. Anke was toen al 35 jaar oud, en nu is ze 51. Ze gaf Engels omdat ze Engelse taal en cultuur had gestudeerd. Ze volgde de fotoacademie op haar 35e en rondde de opleiding in 4 jaar af, met een specialisatie in de autonome richting. Na haar afstuderen kreeg ze de kans om bij het blad VIVA te werken, waar ze 7 jaar lang portretten maakte van bekende personen voor de rubriek ‘In bed met’. Ze fotografeerde onder andere Douwe Bob, Rick van de Westelaken, Manuel Broekman en Ronnie Flex. De VIVA was een weekblad voor jonge vrouwen waarin allerlei serieuze artikelen werden afgewisseld met luchtige.
Na 7 jaar bij VIVA te hebben gewerkt, begon Anke te voelen dat ze was gegroeid en dat haar interesse meer uitging naar documentairefotografie. Misschien komt dit wel door haar, volgens Mirjam, nieuwsgierige kant. Ze is positief ingestemd waardoor men misschien wel sneller gedurfde keuzes durft te maken. Ze nam afscheid van VIVA en begon zich te richten op documentaire projecten. Haar werkuren als docent waren al geleidelijk afgenomen, van vier naar drie naar twee dagen per week. Anke was van mening dat je school niet half kon doen, en ze ontdekte dat ze vooral genoot van haar rol als mentor, vanwege het contact met de kinderen.
Fotografie was altijd al haar droombaan geweest, en toen ze bijna 50 werd, besloot Anke zich hierop te concentreren. Ze legde het lesgeven grotendeels naast zich neer en richtte zich voornamelijk op documentairefotografie, waarbij ze maandenlang mensen of groepen volgt. Haar belangrijkste doel is om betekenisvolle verhalen te vertellen die een maatschappelijk, politiek of sociologisch kader hebben. Ook Margje vindt dat dit een sterke kant is van Anke. Volgens haar gaat het bij Anke veel breder. Ze vindt dat ze heel maatschappelijk betrokken is. Ook vindt ze dat ze een ragfijn oog voor esthetiek heeft, in combinatie met het vertellen van een belangrijk verhaal. Dit was iets wat ze bij VIVA niet uit zichzelf kon halen. Op dit moment werkt Anke aan een serie over drie Oekraïense vrouwen die naar Heemstede in Nederland zijn gekomen. Deze serie wordt gedurende 2,5 maand tentoongesteld in een galerie, en daar is ze ontzettend trots op. Ze is ook trots dat ze een verhaal gaat maken over haar oudtante, de enige vrouwelijke militair in de Vietnamoorlog. Ze ziet de toekomst positief voor zich en het liefst zou ze alleen maar documentaire fotografie gaan doen. Maar voor nu heeft ze er wel nog andere klussen naast. Mensen kunnen bij Anke aanvragen doen voor bijvoorbeeld portretten. Volgende week komt er een actrice langs die portretten voor haar portfolio wil maken. Niet alleen mensen, maar ook organisaties kunnen aanvragen doen. Zo heeft ze wel eens foto’s gemaakt voor het Stadsarchief in Amsterdam of de OBA (Openbare Bibliotheek Amsterdam). Soms hebben deze opdrachten wel eens wat te maken met kinderen. Tijdens deze evenementfotografie, hoewel Anke zichzelf het tekort vindt doen om het zo te noemen, vindt ze het heel erg leuk met kinderen te werken. Dan voelt ze zich weer een beetje juf.