De dag is grijs. Het is continu zachtjes aan het regenen, miezeren en het wordt vandaag niet warmer dan twaalf graden. Voorbijgangers fronzen hun wenkbrauwen. Sommige hebben een paraplu opgestoken, anderen nemen genoegen met hun jas die ze iets over hun hoofd getrokken hebben. De pas zit er goed in.
Alle huizen in de Watersalamanderstraat zien er hetzelfde uit. Wittig met een grijze waas door de continue regen. Negen…, zeven…, vijf… drie.
Een roomwit huis met een blauwe Volvo op de oprit, de familie auto. Paulien, Ronald, Jasper en Tessa, staat op het wit met blauwe familie bordje naast de voordeur. Ouders en kinderen. Moet dat bordje misschien niet vervangen worden?
Binnen is de vloer nat: “de schoonmaakster is hier nu, ze heeft gedweild”, licht Paulien toe. Op haar bruine sloffen loopt ze vooruit richting de keuken en vraagt of er iemand thee wil. Er wordt geantwoord met: “lekker, schat.” Dat zal Ronald zijn. Hij zit in zijn geruite badjas en dikke, wollen sokken aan de keukentafel. Zijn haar staat overeind, alsof hij net uit bed is gerold. Hij heeft een bril op die hij met zijn wijsvinger verder op zijn neus drukt. In zijn andere hand houdt hij de krant van vandaag vast.
Paulien stroopt de mouwen van haar lichtgrijze, dunne trui omhoog als ze de waterkoker onder de kraan zet. Ze heeft een dunne ketting om, die zichtbaar is door de V-hals van haar trui, kleine zilveren knopjes in haar oren, voor de rest geen sieraden.
Een wit- zwart- oranje kat springt het aanrecht op om beter te kunnen bekijken wat zijn baasje aan het doen is. De arm van Paulien strekt uit en veegt de kat in een snelle beweging van het aanrecht: “Dat mogen ze niet doen hier. Al geven Jasper en Tessa daar toch wat minder aandacht aan waardoor die katten op het aanrecht blijven springen… achja wat doe je eraan.”
“Ash”, zegt Ronald terwijl hij opkijkt van zijn krant en zijn ogen naar zijn vrouw richten.
“Weet ik, schat. Het was een foutje. Ik zeg haar naam verder altijd correct. Hen… bedoel ik.”
“Ik doe het zelf ook fout hoor. Hen naam…” Mompelt Ronald.
“Ja. Hen naam is Ash. We hebben daar een lange route voor af gelegd.”
Paulien denkt terug aan 1980, toen de Wet Gelijke Behandeling werd aangenomen. Dat was hun tijd, toen waren andere genders naast man of vrouw nauwelijks bespreekbaar. Sindsdien hebben discussies over taal en gender steeds meer ruimte gekregen. Toen waren termen zoals ‘hen’ en ‘die’ nog nauwelijks ingeburgerd. Nu is het bijna een dagelijkse term geworden, ondanks dat het veranderen van taal heel lastig kan zijn. Woorden uit je dagelijks vocabulaire toevoegen of verwijderen is ingewikkeld omdat bepaalde woorden en gewoonten erin gestampt zijn sinds kinds af aan. Het is desondanks niet onmogelijk, is maar weer bewezen.
Het theewater borrelt en is klaar om in de pot te doen, met een zakje van Pickwick, sterrenmunt.
Vier jaar geleden
De zestienjarige Jasper zit in zijn Levi’s broek en witte shirt op de bank te gamen, Call of Duty. Twee vrienden van hem zitten naast hem. Pauline zit aan de eettafel met een boek voor haar neus die heet: ‘The boy, the mole, the fox and the horse’, van Charlie Mackey.
“Pak hem dan! Pak hem dan!” Schreeuwt de vriend die links naast Jasper zit. Pauline kijkt op en werpt een blik richting de woonkamer. Ze rolt voorzichtig met haar ogen en kijkt weer terug naar het boek dat op de eettafel ligt.
“Godverdomme man, had je beter kunnen doen”, zegt Jasper terwijl een meisje met donkerblond haar, een grijze trui en zwarte broek de trap af komt lopen.
“Yo Tes”, zegt Jasper. Zijn twee vrienden werpen alleen een blik naar het meisje die om het hoekje gluurt.
“Hoi”, reageert ze.
Paulien kijkt weer op en ziet haar dochter een banaan uit de fruitschaal pakken. Ze stuntelt er een beetje mee, ze trekt één keer hard aan de banaan en hij scheurt los van de anderen.
De donkere cirkels onder haar ogen zijn niet te vermijden. In haar haar zijn strepen te zien, gemengd met roos. De nagels zijn versleten. Alle tien de nagels zijn kort gebeten, dat de huid van de vingers boven de nagels uitsteekt.
“Is dat genoeg voor je als lunch schat?” Vraagt Pauline aan haar dochter.
“Ja, dat is prima ik heb toch niet zo veel honger”, reageert Tessa terwijl ze naar de grond kijkt en snel terug naar boven loopt, voordat Paulien nog iets tegen haar kon zeggen.
Pauline laat haar schouders zakken en staart naar de openstaande deur waar haar dochter net doorheen is gelopen om weer terug naar haar kamer te gaan.
Ze pakt de pen vast die links van haar ligt en slaat de kaft van het boek open zodat de witte pagina in het boek zichtbaar is. Ze staart leeg naar het witte papiertje terwijl ze de pen met haar rechterhand vasthoudt en laat balanceren op haar wijsvinger.
Ze pakt de pen vast en begint met schrijven:
“Lieve Tessa,
Wie je ook bent,
Wat je ook kiest,
Hoe je je ook voelt,
Waar je ook heen gaat,
Wij houden van je en zijn er voor jou!
Liefs, pap en mam
5 december 2020”
Haar ogen beginnen vochtig te worden terwijl ze aan het schrijven is. Een vage glimlach kruipt op haar gezicht en fluistert tegen zichzelf:
“Ik hou van jou, Tessaatje.”
Drie jaar geleden
Pauline staat in de keuken het avond eten voor te bereiden. Het is pannenkoeken avond. Jasper zit op zijn telefoon clash of clans te spelen en Tessa zit naast hem aan haar Frans huiswerk. Ronald zit aan de eettafel de krant van vanochtend te lezen.
Pauline zet het beslag in de mixer en gaat tegenover haar man aan tafel zitten. Achter zich hoort ze een lange zucht van Tessa en enkele seconden later haar voetstappen richting de eettafel.
Pauline draait zich om en ziet Tessa leunen tegen de muur terwijl ze haar aankijkt. Vervolgens naar Ronald, en weer terug naar haarzelf.
Ze ziet de uiteinden van de wenkbrauwen van haar dochter een beetje zakken terwijl ze begint te pulken en te bijten aan haar nagels.
Na een moment stilte vraagt Paulien: “is er iets aan de hand, schat?”
Tessa antwoord niet en blijft Paulien met grote ogen aanstaren.
“Hallo?”
Haar dochter laat haar ogen op de grond vallen en zegt: “Ik zit niet lekker in mijn vel. Ik… ik denk dus dat ik geen meisje ben. Of eigenlijk non-binair ben.”
Ronald kijkt op van zijn krant en Jasper legt zijn telefoon aan de kant.
Pauline spreekt als eerst: “Wat ontzettend fijn dat je eruit bent.”
Ze glimlacht terwijl ze opstaat uit haar stoel en naar haar kind loopt met open armen, die ze om Tessa heen doet als ze tegenover haar kind staat. Ronald en Jasper geven een glimlach als support maar houden zich verder op de achtergrond van het gesprek.
Door de wimpers heen kijkend vraagt Tessa aan Pauline:
“Had je het zien aankomen?”
“Ja, eigenlijk wel. En dan bedoel ik niet per se dat ik wist dat je je als non-binair zou identificeren, maar meer dat je je niet comfortabel in je lichaam voelde.”
“Ik ben blij voor je schat”, zegt Ronald terwijl hij opstaat en naar boven loopt.
Pauline en Tessa kijken elkaar aan. Tessa’s ogen worden groter en haar mond staat een klein beetje open. Pauline ziet de angst in de ogen van Tessa en loopt achter haar man aan naar boven.
Ronald zit in de slaapkamer op het bed voor zich uit te staren. Zijn handen liggen op zijn schoot en zit in elkaar gezakt.
“Wat is er?”
“Ons kleine meisje… ze is er niet meer.”
Pauline loopt langzaam naar hem toe en gaat naast hem op bed zitten. Ze legt haar arm om hem heen en kijkt naar zijn gezicht. Van zo dichtbij ziet ze zo veel meer.
“Begrijp me niet verkeerd…” vervolgt Ronald. “Ik zal altijd van haar blijven houden, altijd. Maar dat kleine meisje op haar roze fiets, met haar lange blonde haren, dat is gewoon weg.”
Pauline ziet zijn wenkbrauwen samentrekken en hem meerdere keren achter elkaar knipperen. Hij weet niet waar hij zijn armen kwijt moet en begint te wrijven over zijn benen.
“Ik vind het ook lastig Ronald. Maar Tessa zelf ook en als wij haar niet steunen tot zover we kunnen dan ziet Tessa dat zelf ook. Ik denk voor nu dat we naar beneden moeten gaan, en er voor ons kind moeten zijn zoals we dat altijd gedaan hebben.”
Ronald neemt nog even de tijd om door zijn neus in te ademen en door zijn mond uit.
Ze lopen samen naar beneden.
“Wat wordt verstaan onder non-binair eigenlijk?” Vraagt Ronald.
Tessa komt in een snelle beweging omhoog en kijkt haar vader aan: “Als iemand zich geen man of vrouw voelt kun je jezelf identificeren als non-binair. Vaak voelt het alsof ik hang tussen jongen/ man en meisje/ vrouw. In Nederland zijn er naar schatting tussen de 233.000 en 306.000 mensen boven de 16 jaar non-binair.”
“Jij hebt goed onderzoek gedaan zeg. En hoe wil je dan dat we je noemen?”
“Ash, Met als voornaamwoorden zij/ hen.”
“Oke.”
“…dankjewel pap.”
“Natuurlijk schat, ik hou van je.”
Terug naar nu
Pauline zet haar theekopje op de onderzetter tegenover de bank en staat op. Ze loopt naar de kast en rommelt wat tot ze stilstaat en een fotolijst in haar handen heeft. Ze kijkt er even naar en loopt terug naar de bank.
In de fotolijst is Ash te zien. Linksboven is ze te zien als klein meisje. Blond haar, een grote glimlach op haar gezicht en glinster ogen met een roze vestje aan. Naarmate ze ouder wordt op de foto verdwijnt de glimlach. Tot en met een jaar of 15. Op deze foto heeft Ash veel acné en lang bruin haar dat een beetje vettig is. Ze glimlacht met haar mond gesloten.
Op de volgende foto is Ash te zien na hen openbaring. Ash heeft het haar zwart geverfd en afgeknipt. De glinster die hen 10 jaar geleden had, is terug te zien. Ash lacht met de tanden zichtbaar.
“Ash is veel vrijer geworden. Hen durft nu te doen wat hen leuk vindt en pakt hobby’s op. Zoals anime, theater of cosplay. Ik heb er soms nog zeker moeite mee, ja. Maar niet dat ik het hen niet gun om gelukkig te zijn, het tegenovergestelde. Maar meer dat Ash geen Tessa meer is en de voornaamwoorden anders zijn. Dat ik moet opboksen tegen de familie, die er minder begrip voor hebben. Dat vind ik lastig. Maar voor Ash ben ik zo ontzettend blij dat hen zichzelf gevonden heeft en zich nu goed voelt in het lichaam. Ik hield van Tessa en ik hou van Ash.”
‘“So you know all about me?”
Asked the boy.
“Yes”, said the horse.
“And you still love me?”
“We love you all the more.”
The boy, the mole, the fox and the horse – Charlie Mackey