In de Gooi- en Vechtstreek worden de zomermaanden dit jaar ingeluid met een golf aan tentoonstellingen, workshops, lezingen en fietsroutes. Alles draait om ‘makers’, in de breedste zin van het woord. Achter de schermen van het Erfgoedfestival Gooi & Vecht beweegt één vrouw onvermoeibaar van museum naar gemeentehuis, van podcaststudio tot vormgeefstudio: Laura Grijns, regioconservator Gooi en Vechtstreek bij Singer Laren.
De titel regioconservator is er een die ze zelf mede vormgaf en inmiddels een sleutelrol vervult voor de dertien musea in de regio. “We zijn in 2018 begonnen met een klein groepje. Dat werd een succes. Nu zijn we bij de derde editie, met dertig partners, musea en andere culturele instellingen.”
Het Erfgoedfestival heeft twee doelen: mensen in contact brengen met de rijke geschiedenis van de Gooi- en Vechtstreek. Vanaf 1880 maakte deze regio een ingrijpende ontwikkeling door. De opkomst van industrialisatie en de aanleg van openbaar vervoer maakten het gebied goed bereikbaar vanuit Amsterdam. Steeds meer stedelingen trokken de natuur in en vestigden zich in de kleine dorpen van het Gooi. Die beweging bracht vrijheid, ruimte en inspiratie. Kunstenaars, architecten, schrijvers en andere makers vonden in het landschap en de sfeer een bron van creativiteit. Het Erfgoedfestival is er om die verhalen zichtbaar te maken. Daarnaast wil de organisatie door kennisdeling en netwerkvorming de erfgoedsector versterken en innoveren.
De waterlelies van Monet
Haar fascinatie voor kunst begon met een reis naar Parijs. Als tiener bezocht ze samen met haar familie het museum voor impressionistische kunst Jeu de Paume. “En toen ben ik heel oldschool volledig door de knieën gegaan voor de prachtige waterlelies van Monet.” Ze raakte volledig in de ban van het impressionisme en besloot al haar scripties aan kunst te wijden. Ze was een echte impressionisme fan geworden.
Toch was haar eerste stap richting haar kunstcarrière een andere. “Iedereen was werkloos in die tijd, dus ik ging beleid en management van de gezondheidszorg studeren. Maar ik vond het verschrikkelijk in Rotterdam.” Tijdens een tussenjaar schreef ze zich ‘voor de fun’ in voor kunstgeschiedenis en ontdekte haar echte passie. “Toen vond ik het zo leuk dat ik tegen mijn ouders zei: ja, maar ik wil helemaal niet meer in die gezondheidszorg.” Haar ouders gaven toestemming, onder de voorwaarde dat ze haar studie serieus nam.
Die keuze leidde haar uiteindelijk terug naar Parijs, voor een postdoctorale opleiding museologie aan de prestigieuze École du Louvre. Daar deed ze veel meer dan alleen studeren, er werden vriendschappen gemaakt en de liefde was gevonden. Ze begon een promotieonderzoek in Frankrijk, tot het moment dat haar ouders aangaven dat de studiefinanciering ophield. “We hebben vier dochters. Jullie krijgen allemaal een opleiding. En daarna ga je gewoon aan het werk.”
Ze keerde terug naar Nederland maar niet zonder twijfel. Het werkveld waar zij zich in bevond was talig, wat een internationale carrière bemoeilijkte. Ze zag zichzelf niet eindigen als museumrondleider; “dat vond ik geen carrière pad. Dus toen heb ik toch maar mijn koffertje ingepakt en ben na tweeënhalf jaar weer terug naar huis gegaan.”
Een rol zonder handleiding
De functie van regioconservator bestond niet totdat Laura Grijns haar kreeg. “Regioconservator is door onze regio verzonnen. Ik ben de enige in Nederland.” Haar taak is musea verbinden, samenwerking stimuleren en het erfgoedveld versterken. Dankzij haar ervaring in musea, beleid en fondsen kon ze de rol zelf vormgeven. “Er zijn niet zo heel veel mensen die zo’n gevarieerde functie hebben als ik. Je doet financiën, collectie, maakt een kinderboek en een podcast.”
De aanstelling kwam mede op initiatief van Evert van Os, directeur van Singer Laren. “Als grote broer in de regio voelde ik me verantwoordelijk voor de kleinere instellingen,” zegt hij. Singer diende de subsidieaanvraag in en nam Laura formeel in dienst, zodat ze namens alle instellingen kon werken. “Er zijn allemaal kleine gemeenten met losse budgetten, dan is het waardevol als iemand partijen bij elkaar brengt.”
Het systeem heeft z’n nadelen, “elk jaar moeten gemeenten opnieuw beslissen of ze bijdragen en dat maakt het kwetsbaar.” Toch is Evert overtuigd van het belang, “wat hier gebeurt is zeldzaam, Laura speelt daarin een sleutelrol.”
Makers van toen en nu
Het Erfgoedfestival draait om samenwerking, zichtbaarheid en verhalen vertellen. Elk editie wordt gezamenlijk een nieuw thema gekozen. “Dat verzinnen we samen,” zegt Laura. In 2019 was het thema groen erfgoed, een logische keuze in een streek die bekendstaat om zijn natuur. “We hadden toen net de nieuwe Piet Oudolf Beeldentuin in Singer Laren die openging, dus dat was een makkelijke keuze. Daarnaast zijn er drie andere museumtuinen. Dus huppakee, we gaan voor het groene erfgoed.”
In 2021 was het thema Grensverleggers, een ode aan de visionairs en vernieuwers uit de regio. “Dat vond ik een leuk thema omdat er hier hele bijzondere mensen actief zijn geweest die echt de wereld hebben vernieuwd.”
Het thema van dit jaar is Makers, bewust breed zodat iedereen er iets mee kan. “Want daar kan dus iedereen op aanhaken.” Of het nu gaat om de ontwerpers van kanonnen in het Vestingmuseum, de vormgevers van het Comenius-mausoleum of letterontwerpers, het concept ‘maken’ is overal. “Je moet echt iets zoeken waar heel verschillende musea met diverse collecties zoals een instituut voor Beeld & Geluid of een kasteel als het Muiderslot iets mee kunnen. Iets wat voor de bezoeker begrijpelijk is dat het samenhangt.”
Niet alleen instellingen, ook inwoners worden betrokken. “Het wordt bijna een half cultuurparticipatieproject.” Dankzij een open call konden regionale makers werk insturen voor een gezamenlijke tentoonstelling. “Er zijn ook heel veel creatieve professionals hier actief die niet gecureerd zijn. Dus niet zichtbaar. Daarom wilden we een element toevoegen waarbij mensen zichzelf kunnen aanmelden en als maker kunnen presenteren.”
Haar persoonlijke favoriet in het festival is het maken van het kinderboek. “Daar doet echt iedereen heel actief in mee. Dat is echt co-creatie.” Elk museum krijgt vier pagina’s afgestemd op de identiteit van de instelling en passend bi het thema Maken. Van fotografie tot ‘monumenten-yoga’ voor kinderen worden speelse, leerzaam en originele opdrachten en verhalen gemaakt. “Ja, ik moet daar echt onwijs om lachen. Dit soort dingen verzint iedereen, dat maakt het zo leuk.”
Het festival brengt ook onverwachte ontmoetingen. Zoals met het gilde van fluweelwerkers, opgericht in 1699, dat een pop-up tentoonstelling wilde organiseren. “Ik dacht altijd dat Leiden groot was in de lakenindustrie maar blijkbaar was Naarden dat ook. Daarbij heb ik geleerd dat fluweel dus ook van wol gemaakt. Dat wist ik helemaal niet.”
Onzichtbare ondersteuning
Naast publieksactiviteiten speelt Laura een belangrijke rol achter de schermen. Veel kleine musea hebben nauwelijks budget, geen communicatiekennis en beperkte digitale infrastructuur. “Die kunnen geen folders betalen, een PR-bord bestellen” Door samen te werken kunnen we een groter bereik realiseren en mensen die geïnteresseerd zijn in een bekend museum zien daar ook wat er elders in de regio valt te beleven.
Laura helpt de museale instellingen vooruit. Zo regelt ze financiering voor een digitale collectieportal, een vereiste om deel te nemen aan de Museumkaart. “Ik verzin een infrastructuur, regel het geld, en zij hoeven alleen hun gegevens aan te leveren. Dan zorgen wij dat het online komt.”
Ze organiseert ook trainingen over veiligheid en collectiebeheer. “Ik vlieg twintig studenten in vanuit de RCE en de Reinwardt Academie. Die geven lezingen, schrijven adviezen en daardoor krijgen al die musea een goed rapport waarmee ze verder kunnen bouwen.”
“Ik ben een soort mobiele piloot die een beetje door die regio cirkelt.” Ze inventariseert gedeelde knelpunten en bedenkt collectieve oplossingen. “Soms help ik bij individuele nood, zoals een zieke conservator. Maar mijn hoofdtaak is het versterken van het geheel.”
In andere provincies wordt deze rol vervuld door een museumconsulent. Maar Noord-Holland kent geen structurele erfgoedondersteuning. “Die willen alleen molens en herbestemmingen financieren.” Daarom besloot de regio Gooi en Vechtstreek het zelf te regelen en zo ontstond de regioconservator.
Makers in Gooi & Vecht
Samen met radiomaker Casper Stalenhoef maakt Laura de podcast Makers in Gooi & Vecht. De serie ontstond tijdens de coronajaren, toen musea hun deuren sloten en nieuwe manieren zochten om verhalen te delen. Sindsdien werken ze samen aan een reeks gesprekken met makers uit de regio. “Ik vind het mooi om over kunst en cultuur te praten op een manier die voor veel mensen te begrijpen is,” zegt Casper. De podcast slaagt erin om persoonlijke verhalen hoorbaar te maken, en om nieuwsgierigheid te wekken naar het erfgoed en de creativiteit in de streek. “Als je iemand hoort praten over zijn of haar werk, brengt dat het echt dichterbij.”
Blijven of bewegen?
“Ik zit hier al acht jaar. Ik moet eigenlijk bewegen, maar het is hier hartstikke leuk en heel divers.” Laura is nuchter over haar werktoekomst. Singer Laren is niet alleen een fijne werkplek, maar ook een praktische luxe: “Ik ben op twintig minuten afstand van mijn werk. Dus ik ben er zo, en kan gemakkelijk van de ene plek naar het andere museum, met de auto. ”
Voorlopig ligt de focus op het hier en nu. “Mijn eerste missie is dit festival goed neerzetten en dan zorgen dat mijn kind de middelbare school afmaakt en blij en gelukkig de wereld ingaat.”