Nederland kampt met nijpende tekorten in de zorgsector. Het wordt zelfs voorspeld dat, als het zo doorgaat, het personeelstekort in de zorg in 2035 zal zijn verviervoudigd. Deze tekorten zorgen ervoor dat het personeel dat er wél is, de steeds zwaardere lasten moet dragen. Door de toenemende werkdruk lopen zorgmedewerkers zelf het risico om ziek te worden en uit te vallen. Hierdoor ontstaat een neerwaartse spiraal: de tekorten in de zorg veroorzaken nog meer tekorten.
Iemand die de gevolgen hiervan ervaarde, is Marieta Warringa. Ze werkt al ruim dertig jaar in de zorg. Maar door overbelasting van het zware ziekenhuiswerk kreeg ze te maken met discopathie. Hier volgt haar verhaal.
Mierenhoop
Januari 2024, Zutphen
Het is een donkere winteravond in midden januari. In het zuiden van de Hanzestad Zutphen staat, aan de kruising van twee provinciale wegen een groot, modern en strak gebouw bestaande uit verticale panelen in zowel oranjebaksteenkleur als antraciet, afgewisseld met grote ramen. Op de voorgevel staat in oranje-paars gekleurde koeienletters: Gelre Ziekenhuizen.

Foto: VVV Zutphen.
Via de personeelsingang aan de andere kant van het gebouw komt een vrouw van middelbare leeftijd met middellang bruin haar naar binnen gelopen. Ze draagt een witte blouse met korte mouwen en oranje accenten. Aan deze scrubtop hangt haar personeelskaart, waarop te lezen staat: Marieta Warringa. Zij is verpleegkundige in het Gelre Ziekenhuis in Zutphen.
Ze neemt de lift naar de vierde etage en loopt richting de afdeling Interne Geneeskunde. Dit is een lange gang met verzorgkamers aan beide kanten. In sommige kamers hangt een poepgeur. De verpleegkundigen lopen kriskras door elkaar in de hal. Iemand rolt een patiënt in een rolstoel vooruit, een tweetal verplegers verplaatst een ziekenbed naar een andere kamer en een andere verpleegkundige sjouwt met een doos medicijnen. Zelfs ’s avonds laat wordt er nog hard gewerkt op de afdeling Interne Geneeskunde. Constant gaat de telefoon, en volgens Marieta hangt er een chaotische sfeer. Het is een soort mierenhoop: iedereen heeft een eigen taak, maar alles dwarrelt een beetje door elkaar.
Al snel valt haar op dat een van haar collega’s ontbreekt: een jonge vrouw van in de twintig die hier pas kort meeloopt. Marieta vangt bij het koffiezetapparaat op dat het meisje is gestopt en nu actief is in de thuiszorg.
Marieta tikt haar koffie achterover en begint aan de nachtdienst. Ze helpt patiënten onder de douche en brengt hen naar bed. Het werk op de afdeling Interne Geneeskunde is zowel geestelijk als fysiek erg zwaar. Marieta ziet dan ook vaker dat nieuwe medewerkers afhaken en verdergaan in bijvoorbeeld de thuiszorg. Maar dit zorgt er alleen maar voor dat het personeelstekort blijft stijgen, terwijl juist extra mensen broodnodig zijn om de lasten te verlichten.
Het is middernacht en nu de meeste patiënten op bed liggen, is het stil in de gangen. Marieta zit een tijdje onderuitgezakt op een stoel. “Jeetje, wat heb ik een stijve rug zeg, even lopen”, denkt ze. Ze staat op, begint te lopen en merkt gelijk dat het een stuk beter gaat. “Het zal wel spierpijn zijn.”
De shift komt ten einde en Marieta voelt zich vermoeider dan normaal. Na een lange dienst stapt ze in haar witte Toyota Aygo. Maar wanneer ze in de autostoel ploft voelt ze de pijn weer. “Ik zal toch geen hernia hebben?”
Messteek
Mei 2024, Zutphen
Op een zonnige dag in mei parkeert Marieta, zoals altijd, haar Aygo op de parkeerplaats achter het ziekenhuis in Zutphen. De afgelopen maanden is de pijn helaas steeds erger geworden. De laatste tijd merkt ze ook dat ze niet meer goed kan functioneren. Haar collega’s ontgaat dit ook niet. Vorige week zei een vriendin op de werkvloer nog tegen haar: “Goh, waarom meld je je niet ziek? Je hebt zo’n last van je rug, dat kan toch niet langer zo?” Maar Marieta wuifde het weg en gaat gewoon aan het werk. Het is zo druk; ze kan het ziekenhuis nu toch niet in de steek laten?
Marieta zit voorovergebogen bij een toilet om een katheter te legen. Ze kijkt hoe de gele urine uit de zak wegvloeit. Tot opeens… TSJAKK! Het voelt alsof er een mes tussen haar ruggenwervels wordt geboord. Haar zenuwen beginnen razendsnel te tintelen en de snijdende pijn is niet meer te onderdrukken. Dit alles culmineert in een luidkeelse “AHHH” die uit haar mond ontsnapt. Kort daarna neemt de pijn langzaam weer af. Het duurde slechts een seconde, maar het was een ondragelijke seconde. Het ergste is dat ze weet dat de volgende ondragelijke seconde al op de loer ligt.
Toch laat Marieta zich niet kisten en ze gaat door. De piek is echter bereikt wanneer ze een patiënt probeert te helpen met het strikken van zijn schoenenveters. Ze krijgt zichzelf niet meer overeind en moet zich via een beugel omhoogtrekken om rechtop te kunnen staan.
Dit was de druppel. Marieta loopt, een beetje krom, naar een kantoor achter in de gang en klopt op de deur. De afdelingsleider doet open. Marieta vertelt over haar rugklachten en dat ze echt niet meer kan. De afdelingsleider reageert begripvol en zegt dat ze haar al weken ziet worstelen en zich afvraagt wat ze eigenlijk aan het doen was. In het gesprek komt de afdelingsleider dan ook met het besluit: “Misschien is het beter als je een tijdje thuis blijft. Ik haal je de hele maand mei uit het rooster.”
Die woorden blijven hangen terwijl Marieta in de auto naar huis rijdt. Het is inderdaad beter zo, denkt ze, maar toch is ze teleurgesteld. Ze wordt emotioneel; er gaat van alles door haar hoofd. “Potverdorie, ik word naar huis gestuurd. Ik kan niet meer werken. Ik functioneer niet.” Ondertussen voelt ze haar rug weer stijf worden van het zitten in de autostoel. Nu denkt ze terug aan het advies van de afdelingsleider: “Ga meteen maar naar de huisarts, want volgens mij heb je een burn-out.”
Schokdempers
juni 2024, Velp
Marieta wordt geïnstrueerd door een ouwe strenge tang om op een wit bed te gaan liggen, dat vervolgens in een futuristische tunnel wordt geschoven. Dit is de MRI-scan van de rugpoli in Velp, die moet laten zien wat er aan de hand is met haar rug. Een halfuur lang hoort ze gezoem terwijl ze voor zich uit staart en afvraagt: “Waar heb ik last van?”.
Enkele weken later is Marieta opnieuw in Velp en hoort ze de resultaten van de MRI-scan. De tussenwervelschijven van haar rug zijn door overbelasting sterk verminderd. Die tussenwervelschijven zijn eigenlijk de kussentjes die je rug rechtop houden, een soort schokdempers.
Thuis
Zomer 2024, Duiven
In het dorpje Duiven, nabij Arnhem, staat een hoekhuis. Dit is het thuis van Marieta. Ze ligt vaak op de hoekbank in de woonkamer of staat in de keuken. Het is liggen of staan, want zitten kan ze niet meer: dan buigt haar rug te veel.
Terwijl ze op de bank ligt en een kruiswoordpuzzel invult, hoort ze het geluid van een WhatsApp-notificatie van haar telefoon die op de salontafel ligt. Het bericht komt van de groepsapp van haar werk. De gezelligheid van haar collega’s is met afstand het grootste gemis tijdens het thuiszitten. Ze voelt zich nutteloos, alsof ze geen onderdeel meer is van het team en niets kan bijdragen. Ze verwijt het zichzelf enorm dat ze niet kan werken en denkt dat ze haar collega’s in de steek laat. Dat gevoel komt weer naar boven wanneer, een halfuur later, opnieuw een melding klinkt. Dit keer is het een bericht van de afdelingsleider: “Wie kan er een late dienst draaien in verband met ziekte?”
Terwijl Marieta het leest, denkt ze: “Dat is mijn dienst. Jeetje.”
Ze voelt een traan over haar wang rollen. Ze zit hoog in haar emoties en merkt dat ze de laatste tijd veel labieler is geworden en vaker huilbuien heeft. De hoofdreden is vooral het gevoel van falen. Ze denkt dat ze heeft gefaald omdat ze niet meer kan werken. En de pijn in haar rug helpt daar uiteraard niet bij. Marieta heeft nog nooit in haar leven zoveel pijn gehad. “Het is pijnlijker dan bevallen,” beweert ze.
Het is twee uur ’s middags wanneer Marieta een joekel van een pil naar achter slikt, daarna haalt ze een matje van zolder en begint ze met de oefeningen die ze heeft gekregen van de fysiotherapeut. Een van de oefeningen is dat ze met beide handen en voeten op de grond staat als een viervoeter. Terwijl ze deze oefening doet, hoort ze de voordeur opengaan. Een 19-jarige blonde meid komt binnengelopen: haar dochter Laura, net terug van school. Ze lacht wanneer ze haar moeder in dezelfde houding ziet als de twee cavia’s in het hok achter haar.
“Wil je zo een stuk gaan wandelen?” vraagt Laura glimlachend. Ze helpt haar moeder met het strikken van haar veters en doet de voordeur open. De zomerzon schijnt op Marieta’s huid. Heerlijk, even wandelen na al dat binnen zitten. Laura kijkt haar moeder aan en ziet haar opbloeien. Moeder en dochter hebben een innige band, dus Laura weet als de beste hoe haar moeder zich voelt.
“Ik merkte dat mam moeite had met het aanpassen aan de situatie,” vertelt Laura. “Mentaal zat ze nog in het werkritme en wilde ze, net als in haar vrije tijd buiten werk, even een wandeling maken, ergens heen rijden of boodschappen doen op de fiets – gewoon even eruit. Maar zelfs die dagelijkse bezigheden lukten niet. Vanaf de bank naar de wc lopen duurde al lang en ging moeilijk. Soms moesten pap en ik haar helpen om zonder pijn rechtop te zitten. Ze zocht naar dingen om te doen, thuis, liggend en het liefst zonder te veel te bewegen.”
De wandeling in de frisse buitenlucht was even fijn. Maar wanneer Marieta later weer in bed ligt blijft ze veel piekeren. Een van haar grootste angsten is dat ze straks helemaal niet meer aan de slag kan.
Terug aan de slag
Juli 2024, Zutphen
Het is eind juli en Marieta begint langzamerhand weer terug te keren naar het ziekenhuis in Zutphen. Daar start ze met administratief werk achter een stabureau. Tussen het werk door heeft ze altijd wel een tabblad openstaan met vacatures. Het administratieve werk is geen duurzame oplossing, dus zoekt ze een baan in de zorg die fysiek minder zwaar is. Want na dertig jaar ziet ze het niet zitten om de sector te verlaten.
Marieta loopt het hele ziekenhuis door en kijkt overal een aantal dagen mee: bij het leerhuis, het transferbureau, de palliatieve zorg – you name it. Een jaar is verstreken, maar ze heeft nog niets gevonden wat echt bij haar past. Totdat op een gegeven moment er een vacature vrijkomt bij de Plastische Chirurgie.
Eerste dag bij Plastische Chirurgie
Augustus 2025, Apeldoorn
In het zuiden van Apeldoorn, grenzend aan het dennenheuvelbos achter de A1, staat een massief, zandkleurig betonnen gebouw. Het gebouw heeft een grote metalen luifel als entree, waarop – net als in Zutphen – in koeienletters Gelre Ziekenhuizen staat. Op de personeelsparkeerplaats staat de Aygo. Vandaag begint Marieta aan haar eerste dag als verpleegkundige bij de Plastische Chirurgie. Ze heeft al bij allerlei afdelingen meegedraaid, dus ze gaat met dezelfde instelling hiernaartoe: “Kijken of het wat wordt.”

Foto: CMS Gelre.
De wachtkamer van de plastische chirurgie heeft een knusse, huiselijke sfeer. Op de houten tafel in het midden van de ruimte staat een vaas met vers geplukte bloemen uit de tuin van de secretaresse. De sfeer past ook bij de mensen die daar werken. Ze wordt meteen vriendelijk en begeleidend opgevangen door haar nieuwe team.
Wanneer Marieta aan het eind van de dag terugrijdt, is ze enthousiast en verheugd om hier te blijven werken. Het team is warm, het werk is leuk en ze hoeft niets te tillen, bukken of hurken.
Sinds augustus 2025 werkt Marieta 24 uur per week bij de plastische chirurgie. De discopathie zal nooit helemaal verdwijnen, maar de pijn is weg.
Haar lichaam liet haar in de steek, maar ze weigerde op te geven. De zorg past nog steeds bij Marieta. Alleen zorgt ze nu ook een beetje beter voor zichzelf.
