Isa (23): ‘’Ik dacht altijd dat het mij nooit zou overkomen’’

Isa (23): ‘’Ik dacht altijd dat het mij nooit zou overkomen’’

Beeld: gratis stockfoto Pexels

In de ochtend zijn de warme broodjes, romige croissantjes en het verse brood duidelijk te ruiken aan de Burgemeester Reigerstraat, vlak bij het centrum van Utrecht. Daarnaast is de straat voor de feestdagen versierd met warm gekleurde lichtjes in de bomen en rode versiersels boven de straten. Maar zo gezellig is deze tijd niet voor Isa. In een rap tempo fietst zij door de straat alsof zij niet geïnteresseerd is in de gezelligheid van de feestdagen en de heerlijke geur van vers brood en romige croissantjes. Aan haar gezicht is te zien dat zij wel iets anders aan haar hoofd heeft, iets serieuzers en iets waarbij ze op tijd moet komen. Wanneer Isa aankomt in de wijk Wittevrouwen, verandert haar blik per direct. Haar rode gezicht van het harde fietsen lijkt weg te trekken in een spierwit gezicht. Voorzichtig stapt ze af en zet ze haar fiets op slot met een oud kettingslot, dat inmiddels zo verroest is dat de zilveren kleur nier meer te zien is. Vervolgens loopt ze de straat in waar haar afspraak over enkele minuten zal plaatsvinden. Maar net voordat zij de deur van het pand wil open hoort zij een luide stem van een vrouw: ‘’Jonge dame, mag ik wat vragen’’ zegt de vrouw met een paars gebreide muts op. Isa reageert geschrokken, want wie schreeuwt er nou op zo’n vroege morgen naar een wildvreemde? ‘’Uhm, ja hoor, ik ben alleen niet heel bekend in Utrecht’’, zegt Isa. ‘’Dat maakt niet uit, ik wil namelijk alleen vragen of je zeker weet dat je een abortus wilt. Je bent er toch wel van op de hoogte dat je een moord pleegt? En dan ook nog eens een moord op je eigen kind!’’, zegt de vrouw terwijl ze Isa aandringerig aankijkt. Isa weet niet wat ze moet zeggen. Ze blijft voor enkele secondes de vrouw aankijken maar uit paniek doet ze snel de deur achter haar open en loopt ze het pand binnen. Eenmaal binnen probeert Isa tot adem te komen door plaats te nemen in de wachtkamer. Het valt de verpleegster achter de desk op dat Isa het even lastig heeft. Met een glaasje water loopt ze de wachtruimte binnen en zegt ze: ‘’Stonden ze nu al buiten? Meestal zijn ze er aan het begin van de middag en niet zo vroeg. Maar gaat het wel een beetje met je?’’ Isa neemt een slok van het glas water en knikt naar de verpleegster dat het goed gaat. ‘’Zal ik even kijken of mijn collega je nu al kan helpen? Dan hoef je niet langer gespannen te wachten’’, zegt de verpleegster. Isa vindt dat een goed idee, maar het lukt haar niet om antwoord te geven. Opnieuw knikt ze naar de verpleegster, die vervolgens de wachtruimte verlaat en de trap oploopt. Toch lijkt het voor Isa uren te duren voordat de verloskundige terugkomt. Maar dan opeens hoort ze in alle stilte de hakken van twee verpleegsters de trap afkomen. Isa probeert haar hoofd om de hoek te steken om te kijken of het eindelijk zo ver is. En ja hoor, voordat ze het weet wordt haar naam geroepen: ‘’Mevrouw Riens, u mag met mij meelopen naar de eerste verdieping’’, zegt de verloskundige. Isa staat langzaam op en volgt haar tot aan de kamer. Wanneer ze de kamer inloopt krijgt ze het gevoel dat ze het in een verlaten ziekenhuis rondloopt. De medische geur van een ziekenhuis, de hakken van de verpleegsters die over de grond klikken en de schone maar saaie ruimtes die je uit duizenden kunt herkennen. Toch houdt het verlaten ziekenhuis gevoel Isa niet tegen en neemt ze voorzichtig plaats op een standaard houten stoel. De verloskundige ziet aan het spierwitte gezicht van Isa dat ze nog gespannen is. Toch moet ze een aantal vragen stellen over wanneer haar laatste menstruatie dag was en hoe lang ze zwanger is. 

‘’Isa doe je nog open? Ik moet me klaar maken voor college en ik wilde ook nog even douchen, want mijn haar is zo vettig dat het lijkt alsof ik het nog nooit gewassen heb’’, zegt Gina terwijl ze op de badkamerdeur blijft bonken. ‘’Ja, één momentje Gien. Als ik klaar ben roep ik je gelijk zodat niemand anders de badkamer ingaat’’, zegt Isa terwijl ze de secondewijzer van haar horloge in de gaten houdt. Aan haar gezicht is af te lezen dat de wachttijd van drie minuten voor haar eerder drie uur lijkt te duren. Maar voordat ze het weet is het zo ver. Er staan twee streepjes op de zwangerschapstest. Even lijkt ze opgelucht te kijken, totdat ze de achterkant van de verpakking erbij pakt. ‘’Dit meen je toch niet!’’, schreeuwt Isa door de badkamer terwijl ze nog op de wc zit. In haar ogen zijn verschillende emoties en gevoelens te zien. Van angst tot aan schaamte. ‘’Hoe kon dit gebeuren. En waarom moet ik de uitverkorene weer zijn’’, zegt ze hardop tegen haarzelf. Opnieuw pakt ze de verpakking van de zwangerschapstest erbij, in de hoop dat ze uit angst verkeerd heeft gelezen wat er daadwerkelijk stond. Langzaam leest ze de achterkant van de zwangerschapstest hardop voor: ‘Als u twee streepjes ziet bent u positief getest, zelfs al zijn de streepjes maar heel licht, dan is het antwoord simpelweg: Ja, u bent vrijwel zeker zwanger.’ Het lijkt wel alsof Isa door de grond zakt, heel diep, zo diep dat ze begint te huilen en ze tegelijkertijd naar adem moet happen.

‘’In de ochtend van 4 november kwam ik erachter. Op tv keek ik vroeger naar programma’s waar jonge moeders aan meededen die in verwachting waren. Dat vond ik toen best heftig maar ik dacht altijd dat het mij nooit zou overkomen’’, vertelt Isa terwijl ze naar benden kijkt omdat ze de verloskundige niet durft aan te kijken. ‘’Heb je ook enig idee hoe het dan toch is gebeurd? Ben je de pil vergeten te slikken of was je ziek en heeft de pil daarom niet gewerkt?’’, vraagt de verloskundige met een serieuze blik. Even blijft het stil. Isa weet niet wat ze moet zeggen en barst in tranen uit. ‘’Het is allemaal mijn schuld en ik schaam me er ook voor, ik schaam me dood! Ik weet niet waarom ik met hem mee naar huis ging terwijl ik wist dat ik de pil was vergeten die ochtend. En dan ook nog denken dat het mij nooit zou overkomen, alsof dit alleen bij jonge meiden in de Verenigde Staten gebeurt’’, vertelt Isa met tranen in haar ogen. De verloskundige schrikt van de huiluitbarsting van Isa. Ze loopt naar de kraan, zet het water aan en pakt een schoon glas, dat ze vervolgens vult met koud water. ‘’Neem even een slok en probeer te kalmeren, want inderdaad, dit kan iedereen overkomen. En het fijne in jouw geval is, is dat je in Nederland woont en daarom zelf mag kiezen voor een abortus, dat kunnen niet alle vrouwen’’, zegt de verloskundige terwijl ze over Isa’s arm wrijft om haar te kalmeren. Snikkend laat Isa weten dat ze bijna vijf weken zwanger is maar dat ze niet eerder terecht kon voor een afspraak, want anders had ze eerder willen komen. De verloskundige kijkt Isa aangrijpend aan en zegt: ‘’Dan was het helaas te druk en konden we je niet eerder helpen. Dat betekent tegelijkertijd dat je dus echt niet de enige vrouw bent die wij helpen. En daarnaast kunnen we je met vijf weken ook helpen. Het wordt alleen lastiger wanneer je over de tweeëntwintig weken zwanger bent, maar dat geldt gelukkig niet voor jou.’’ Met een opgelucht gevoel neemt Isa nog een slok van het koude glas met water en lijkt ze weer bij te komen. De verloskundige ziet dat Isa zich beter voelt en probeert langzaam uit te leggen hoe het proces verder zal verlopen. Ze begint met het uitleggen over de periode van 16 dagen waarbij je overtijd kunt zijn en dus geen verplichte bedenktijd van 5 dagen hebt. Maar dat geldt helaas niet voor Isa omdat zij al bijna vijf weken zwanger is.

 

Verder legt de verloskundige uit dat er bij een zwangerschap van minder dan negen weken, je de zwangerschap kunt afbreken met medicijnen: ‘’Dit wordt ook wel de ‘abortuspil’ genoemd.’’ Geïnteresseerd blijft Isa naar haar luisteren totdat de verloskundige vraagt: ‘’ Heb je er wel goed over nagedacht en is een abortus jouw eigen keuze?’’ Volmondig zegt Isa: ‘’Ja! Dit is echt wat ik wil en dit is ook mijn keus. Niemand in mijn omgeving weet dat ik zwanger ben omdat ik helemaal niet zwanger wil zijn.’’ Ze blijft even stil en laat vervolgens weten dat Isa zich niet hoeft te schamen en dat het wel belangrijk is dat zij dit met iemand anders deelt, al is het een vriendin. De verloskundige heeft het idee dat Isa er zo snel mogelijk van af wil zijn en dat is volgens haar geen probleem, alleen is het voor Isa goed om te weten dat je na een abortus verschillende gevoelens kunt krijgen. ‘’Je kunt hierbij denken aan schaamte, opluchting, verdriet of een schuldgevoel’’, vertelt de verloskundige. En dan wordt het weer even stil in de kamer. Isa knikt en lijkt weer terughoudend te reageren. ‘’Ik zie dat het iets met je doet, maar het is goed om het te weten en erover na te denken, ook tijdens de verplichte bedenktijd van vijf dagen’’, zegt de verloskundige. Opnieuw knikt Isa terwijl ze snel een slok water neemt. ‘’Het dringt goed door wat je nu vertelt. Misschien is het inderdaad handig als ik het aan iemand vertel. Maar ik wil wel alvast een afspraak maken voor volgende week als er plek is. Want ik weet zeker dat ik dit wil’’, zegt Isa. De verloskundige vindt dat geen probleem en kijkt samen met Isa naar een datum. Wanneer de afspraak is gemaakt loop en ze samen richting de trap. Opeens stopt de verloskundige met lopen en zegt ze: ‘’Vergeet niet dat er nu misschien meerdere mensen in de straat staan en dat zij jou kunnen aanspreken. Negeer ze en loop gewoon door, jij mag tenslotte bepalen wat jij belangrijk vindt in jouw leven. Dat mogen zij niet voor jou bepalen.’’ Het blijft even muisstil en Isa denkt aan de vrouw met de paars gebreide muts. Zou ze er nog staan? Hoe dan ook, ze moet erlangs en of dat nou met één vrouw als obstakel moet zijn of met meerdere dat maakt haar niet uit, vertelt ze aan de verloskundige, die vervolgens lacht om de term ‘obstakels’. ‘’Als het te veel wordt buiten kun je altijd weer even binnen wachten of ons bellen. Misschien kan één van ons met je meelopen, laat maar weten’’, zegt de verloskundige.

 

Eenmaal buiten gebeurt er wat er net is besproken. Er staan meerdere mensen in de straat met borden in hun handen. Hele enge kartonnen borden, met foto’s van foetussen. In koor schreeuwen ze: ‘’Life is life, no matter how small.’’ Isa loopt richting haar fiets, stopt haar sleutels maar moeite in het verkleurde kettingslot en fietst zo snel mogelijk de straat uit. Ze fietst weg van de schreeuwende mensen. Weg van de mensen met een andere mening. Weg van de mensen die haar mening willen veranderen.

 

Over de auteur