Terwijl het aantal landbouwbedrijven daalt, maakt de dienstverlening voor landbouw een opmars

Terwijl het aantal landbouwbedrijven daalt, maakt de dienstverlening voor landbouw een opmars

Het aantal Nederlandse landbouwbedrijven neemt in de afgelopen tien jaar gestaag af. Onder meer vergrijzing en de druk op innovatie in relatie tot verduurzaming zijn hierin belangrijke factoren. Daarentegen neemt het aantal dienstverlenende bedrijven voor de landbouw toe. Vanwaar deze ontwikkelingen?

Pieter Willem Blokland, Onderzoeker Milieu & Economie bij Wageningen Economic Research (WecR), duidt dat sprake is van vergrijzing in de land- en tuinbouw. “Steeds vaker staat er geen nieuwe generatie klaar om het bedrijf over te nemen. Het ene jaar stopt één of twee procent, het andere jaar wel vijf.” Het lijkt Blokland een onontkoombare trend dat deze daling zich voortzet.

Michel de Haan, projectleider bij Wageningen University & Research, stelt dat boeren vanuit de maatschappij en politiek steeds meer het beeld krijgen dat ze ongewenst zijn: “Dit negatieve beeld heeft een demotiverend effect op velen, waardoor het werken in de agrarische sector minder aantrekkelijk wordt.”

Ook de ‘noodzakelijke’ schaalvergroting is een belangrijke reden voor het afnemende aantal landbouwbedrijven, benadrukt Jakob Jager, onderzoeker Landbouw & Economie bij WecR. Deze schaalvergroting vindt niet alleen plaats in de veehouderij, maar ook in de tuinbouw en gecombineerde bedrijven. “Deze trend is het minst merkbaar in de akkerbouw, waar boeren vaak, nadat ze hun vee hebben afgestoten, naar overschakelen voor het verbouwen van gewassen zoals maïs en granen. Hierdoor worden ze in het vervolg als akkerbouwbedrijf getypeerd.” Met diezelfde reden verklaart Blokland de opvallende stijging van akkerbouwbedrijven tussen 2021 en 2022. “Ondanks dat het aantal graasdierbedrijven afneemt, kan het zijn dat sommige veranderen van bedrijfstak. Die stappen bijvoorbeeld over naar akkerbouw, aan beschikbare grond is namelijk geen gebrek.”

De druk op innovatie en veranderingen met betrekking tot verduurzaming vormt volgens Olaf Hietbrink, Business Unit Manager bij WecR, een extra uitdaging voor de sector. “Problemen zoals stikstofemissie en CO2-uitstoot in de glastuinbouw vereisen innovatieve oplossingen, maar de omvang van bedrijven en andere factoren, zoals schaal, kunnen de uitvoering van deze veranderingen beperken.”

Toename dienstverlenende bedrijven
Waar het aantal landbouwbedrijven afneemt, maakt het aantal dienstverlenende bedrijven in de landbouw een opmars. Deze bedrijven richten zich op behandeling van gewassen en zaden na de oogst, behandeling van boomkwekerijgewassen, akkerbouw- en tuinbouwzaden voor vermeerdering en op de dienstverlening voor de akker- en/of tuinbouw, evenals het fokken en behouden van dieren.

“De groeiende complexiteit van wet- en regelgeving in de land- en tuinbouw, met betrekking tot subsidieaanvragen, mestwetgeving, geurvoorschriften en vergunningen, dwingt ondernemers om hulp in te schakelen van agrarische dienstverleners met expertise en ervaring”, legt Blokland uit.

Verantwoording
De data zijn afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en geven een overzicht van het aantal landbouwbedrijven en dienstverlenende bedrijven in de landbouw in de afgelopen tien jaar. De gegevens voor het jaar 2023 zijn nog niet definitief en daarom ook niet meegenomen in deze analyse. De gegevens zijn ingedeeld volgens het NSO-typeringssysteem. Dit systeem classificeert land- en tuinbouwbedrijven op basis van hun activiteiten en de bijbehorende standaard opbrengsten in verschillende bedrijfstypen. Elk bedrijf wordt slechts toegewezen aan één bedrijfstype, waardoor er geen sprake is van dubbeltelling.

Vanaf 2016 wordt voor de bepaling van wat als een landbouwbedrijf wordt beschouwd, gebruikgemaakt van informatie uit het Handelsregister. Als een bedrijf geregistreerd staat met een agrarische SBI-code (Standaard BedrijfsIndeling), wordt dit beschouwd als een leidend kenmerk dat aangeeft dat het om een landbouwbedrijf gaat. Deze afbakening is ontworpen om zo nauw mogelijk aan te sluiten bij de statistische regels van Eurostat en de Nederlandse implementatie van het begrip ‘actieve landbouwer’ volgens het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).

Zie hier de gebruikte dataset.

Over de auteur

Fleur Nuijten

Fleur Nuijten streeft ernaar om altijd ergens het maximale uit te halen en te kijken of er nog verbetering in zit. ‘Kwalitatief werk leveren staat daarom altijd voorop bij mij.’