In Nederland is het recht op vrije meningsuiting vastgelegd in artikel 7 van de Grondwet. Dit artikel stelt dat iedereen in ons land het recht heeft om zijn of haar mening te uiten. Volgens het College voor de Rechten van de Mens en Amnesty International biedt deze vrijheid burgers de mogelijkheid om zich een mening te vormen over onderwerpen die in de maatschappij spelen en actief deel te nemen aan het publieke debat. Hoe controversieel meningen ook mogen zijn, in principe heeft iedereen het recht om alles te zeggen. Er gelden echter wel grenzen, zoals de verplichting om andere grondrechten te respecteren: men mag bijvoorbeeld niet discrimineren.
Naast nationale wetgeving wordt de vrijheid van meningsuiting ook internationaal beschermd, zoals in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Toch blijkt in de praktijk dat dit recht niet altijd volledig wordt gekoesterd. Veel publieke figuren die zich uitspreken over polariserende thema’s krijgen te maken met ernstige bedreigingen en zelfs aanslagen.
Vermoord vanwege overtuigingen
In het begin van deze eeuw kregen we in Nederland te maken met een aantal politieke moorden. Politicus Pim Fortuyn is vermoord door Volkert van de Graaf op 6 mei 2002 in Hilversum en paar jaar later volgde columnist en regisseur Theo van Gogh hetzelfde lot. Van Gogh werd op 2 november 2004 neergeschoten door Mohammed Bouyeri. Zijn motief om deze daad te verrichtten is de kritiek die Van Gogh had op de islam. Aanslagen als reactie op kritiek op religie blijkt een steeds vaker terugkerend onderwerp te zijn.
Twintig jaar later
Twintig jaar na deze tragische gebeurtenissen lijkt er weinig veranderd te zijn. Hoewel er tegenwoordig minder van dit soort moorden plaatsvinden in Nederland, worden veel publieke figuren nog steeds voortdurend bedreigd. Geert Wilders leeft al jaren onder zware beveiliging vanwege zijn politieke standpunten. Schrijfster Lale Gül overweegt, naar eigen zeggen in een artikel met de Telegraaf, haar toon te verzachten door de vele dreigementen die ze ontvangt. Politicus Thierry Baudet werd tijdens de laatste verkiezingen twee keer fysiek aangevallen, en voormalig minister Sigrid Kaag kreeg te maken met een man die met een fakkel voor haar huis stond. Voor veel mensen blijkt het dus nog steeds lastig om openlijk hun mening te kunnen geven zonder angst voor bedreiging of zelfs hun leven te vrezen.
Luister hier de audioreportage: