Factcheck: Nee, ouders willen geen kijkwijzer op social media

Factcheck: Nee, ouders willen geen kijkwijzer op social media

@https://www.pexels.com

Tijdens het debat hebben D66 en GroenLinks/PvdA laten weten dat ze een kijkwijzer voor social media willen invoeren. “Ouders snakken naar duidelijkheid”, zegt Barbara Kathmann, Kamerlid van GroenLinks-PvdA. Maar is dat echt zo? Willen ouders daadwerkelijk een verbod op social media voor hun kinderen?

Nee, ouders willen geen verbod op social media. De uitspraak van Kathmann is niet gebaseerd op een onderzoek. Wel blijkt uit informatie van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) dat ouders zich zorgen maken over social media en soms moeite hebben met de opvoeding rondom dit onderwerp. Social media wordt onder jongeren steeds populairder, met zowel voordelen als nadelen. Uit een rapport van de Universiteit Amsterdam blijkt bijvoorbeeld dat WhatsApp het populairst is, met maar liefst 96% gebruik onder jongeren, gevolgd door Instagram (83%), YouTube (82%) en Snapchat (67%). Facebook wordt met 35% veel minder vaak gebruikt. Er is echter nooit specifiek onderzoek gedaan naar wat ouders echt willen. Wat wel duidelijk is, volgens verschillende instanties, is dat zowel kinderen als ouders bewust moeten worden gemaakt van de risico’s van social media. De impact op kinderen kan namelijk groot zijn.

Mediaopvoeding

Volgens Vivian den Blanken van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) is een verbod geen oplossing. “Ouders moeten zich verdiepen in het social mediagebruik van hun kinderen, zodat ze begrijpen waar ze mee bezig zijn.” Het NJi houdt zich dagelijks bezig met jongeren en ouders. “Mediaopvoeding speelt een grote rol in de dagelijkse opvoeding van ouders of verzorgers.” Zoals eerder genoemd, vinden zij een verbod geen optie, maar zijn ze wel voor een betere voorlichting over social media. “Er verandert dagelijks ontzettend veel op social mediaplatformen, en dat is soms lastig bij te houden voor volwassenen,” vertelt Den Blanken. Daarom is praten met je kind belangrijk.

Wat is de kijkwijzer?

De kijkwijzer informeert over welke leeftijdsgrenzen gelden voor schadelijke beelden. Veel mensen weten dit niet, maar volgens wet artikel 4.1 mogen kinderen onder de 16 jaar niet naar een 16+film zonder legitimatie, zelfs niet onder begeleiding. D66 en GroenLinks/PvdA willen vergelijkbare richtlijnen voor social media, met leeftijdsbeperkingen voor social media.

Wat zijn de gevaren van social media?

“Niet elk kind is zich bewust van de gevaren van social media. Zonder voldoende begeleiding lopen kinderen risico’s,” vertelt Den Blanken. Uit hun onderzoek blijkt dat veel kinderen moeite hebben om hun tijdsbesteding op social media onder controle te houden. Te veel tijd op social media gaat ten koste van andere activiteiten, zoals buitenspelen, sporten, huiswerk maken, lezen of slapen. Dit kan leiden tot serieuze gevolgen zoals:

  • Psychosociale problemen, zoals depressie:
  • Leerproblemen, met slechtere schoolprestaties als gevolg:
  • Gezondheidsproblemen, waaronder overgewicht, slaapproblemen en andere lichamelijke klachten:
  • Gedragsproblemen, zoals agressie, ADHD of schermverslaving.

AD-stelling

Naar aanleiding van het debat heeft het AD een stelling voorgelegd aan hun lezers. Hieruit bleek dat ouders inderdaad hulp zoeken bij het begeleiden van hun kinderen met social media, maar dat een kijkwijzer volgens hen niet de oplossing is. Jongeren vinden toch wel een manier om social media te gebruiken. Maar liefst 42% van de stemmers gaf aan dat het instellen van een minimumleeftijd een beter idee zou zijn. Dit zou betekenen dat er wel een leeftijdsgrens komt, maar zonder een totaal verbod voor jongeren.

Conclusie

Kortom, uit dit onderzoek blijkt dat ouders geen social media verbod willen, maar duidelijkheid willen over het social media gebruik. Hoe meer volwassen hier vanaf weten, hoe betere media-opvoeding ze kunnen geven. Ook is het zeker handig om ervan bewust te zijn wat de gevaren kunnen zijn. Social media ziet er namelijk onschuldig uit, maar het kan grote gevolgen brengen.

Bronnen

De gebruikte bronnen zijn te vinden via de linkjes in de tekst. Verder heb ik contact gehad met:

  • Gesprek gehad met Vivian den Blanken van het Nederlands Jeugdinstituut
  • Rapport van Universiteit van Amsterdam

Over de auteur