De medewerkers van de IKEA in Groningen zijn het zat. Het cao-bod van het grote Zweedse meubelbedrijf is volgens hen te laag. De FNV heeft daarom stakingen georganiseerd om ervoor te zorgen dat IKEA met een beter aanbod komt. Maar wat stond er precies in het afgewezen bod, en wat wil de FNV sowieso terugzien in een beter cao-bod?
IKEA bood in het cao-voorstel een salarisverhoging van 0,4 procent op 1 januari en 2 procent op 1 juli, wat samen neerkomt op 2,4 procent. De medewerkers en de FNV vinden dit te laag, aangezien het CBS verwacht dat de inflatie in januari met 3,3 procent stijgt. Hierdoor stijgen de lonen minder hard dan de prijzen, waardoor werknemers minder makkelijk rond kunnen komen.
Daarnaast klagen medewerkers van de IKEA in Groningen over de toenemende werkdruk. Het bedrijf wil zowel in de winkels als online meer verkopen, maar er komt geen extra personeel bij. De FNV eist daarom niet alleen een hogere loonsverhoging, maar ook maatregelen om de werkdruk te verlagen.
Tot nu toe zijn de onderhandelingen tussen de FNV en IKEA op niets uitgelopen. De vakbond wil een salarisverhoging van zeven procent, maar IKEA weigert hiermee in te stemmen. Daarom heeft de FNV een ultimatum gesteld: als IKEA niet meewerkt, volgen er landelijke stakingen. De stakingen begonnen in Haarlem en hebben zich inmiddels uitgebreid naar Groningen.
IKEA heeft gereageerd op de acties: “We begrijpen de zorgen over koopkracht en werkdruk, maar we moeten ook investeren in duurzaamheid, innovatie en betaalbare producten. Ondanks economische uitdagingen blijven we inzetten op goede arbeidsvoorwaarden en blijven we in gesprek om een evenwichtig akkoord te bereiken.”
De volgende staking vindt plaats op donderdag 13 februari in Delft.
Verslaggever Danny Steensma ging langs bij de IKEA in Groningen, waar de stakingen plaatsvinden.
