De druk op de studentenhuisvesting blijft de komende jaren ook groot. Uit cijfers van het CBS blijkt dat 26 procent van de thuiswonende jongeren graag op zichzelf zou willen wonen, maar geen woning kan vinden. In 2021 was dit nog 13 procent, dus de verdubbeling laat zien hoe snel het probleem groeit.
Het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting is in 2022 gestart om dit probleem aan te pakken. Het doel is om 60.000 extra kamers en studio’s te bouwen in de periode tot 2030. Dit lost het tekort echter niet volledig op. De stroom van nieuwe studenten blijft hoog en bouwprojecten lopen vertraging op door stijgende kosten en schaarse bouwlocaties.
De toekomst van studentenhuisvesting hangt dus niet alleen af van nieuwbouw. Ook alternatieven worden bekeken, zoals het gebruiken van leegstaande panden en het stimuleren van hospitaverhuur. Daarnaast speelt duurzaamheid mee. Nieuwe gebouwen moeten voldoen aan hoge eisen voor energie en isolatie. Dit kan op lange termijn bijdragen aan lagere woonlasten en betere kwaliteit van huisvesting.
In het gunstige geval worden de geplande woningen op tijd gebouwd en neemt de druk langzaam af. In een realistischer scenario blijft de woningnood nog jarenlang bestaan en moeten studenten het doen met de lange reistijden of noodwoningen. In het slechtste geval neemt het tekort in woningen toe.
De invloed van de woningnood heeft een grote impact op studenten. Kijk hieronder de reportage om daarover meer te zien.