Nederland doet niet meer mee aan het Eurovisie Songfestival zolang Israël meedoet. Dit is wat AVROTROS 12 september in een persbericht. Nederland sluit zich hierbij aan bij vier andere landen: Ijsland, Ierland, Spanje en Slovenië.
Hoewel publieke omroepen zich nu uitspreken tegenover Israël, werd dit door artiesten eerder gedaan. Tijdens de editie van 2024 sprak de Ierse kandidaat, Bambi Thug, zich al de zaterdag voor de finale uit tegen Israël. Zo melde ook RTL dat. Ook de Nederlandse inzending Joost Klein en de Griekse zangeres Marina Satti lieten hun afkeer tegen Israël blijken.
De vraag blijft waarom het zo lang duurde voordat publieke omroepen besloten tot een boycot. ‘Er zijn eigenlijk twee reden voor’, meldt Sem Anne van Dijk, Songfestival-kenner en redacteur bij ESC Insight. Zo was het eerst nog niet zeker of Israël genocide pleegde binnen Gaza. Echter is daar nu meer duidelijkheid over. Zo ook bij de VN.
Daarnaast speelde de positie van de Israëlische omroep mee. Een belangrijke voorwaarde om mee te doen aan het Songfestival is dat omroepen publiek zijn. Men vreesde dat de uitsluiting van Israël, vanuit de EBU (European Broadcasting Union), ertoe zou leiden dat de nationale omroep in commerciële handen zou vallen en daarmee steeds meer op een staatsomroep zou gaan lijken. Dat argument werd vaak gebruikt om Israël toch te laten deelnemen.
Sem Anne van Dijk spreekt in de uitzending verder over de invloed van het besluit van AVROTROS en of het Songfestival nog apolitiek is.
Fragment volgt nog