Bewering
Statushouders krijgen nu vaak binnen 14 weken een woning toegewezen, terwijl Nederlanders noodgedwongen bij ouders, vrienden of huisgenoten wonen, in hun auto slapen of zelfs dakloos zijn en zo hun levensplannen moeten uitstellen.
Oordeel
Onnauwkeurig
Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op moment van publicatie.
Bron van de bewering
Deze uitspraak van 4 oktober 2025 komt uit een bericht op X van commentator Raisa Blommestijn. Blommestijn is sinds 2022 presentatrice bij Ongehoord Nederland. Zij beweert dat statushouders binnen 14 weken een woning toegewezen krijgen, terwijl Nederlandse woningzoekenden vaak jarenlang moeten wachten of zelfs dakloos raken.
Onderzoek
Wanneer iemand in Nederland asiel aanvraagt, begint een lang proces van registratie, opvang en beoordeling. ‘Het begint allemaal bij een aanmeldcentrum, zoals Ter Apel,’ legt Joop de Zwart, docent-onderzoeker aan de Avans Hogeschool en gespecialiseerd in migratie en rechtvaardigheid, uit. ‘Daar wordt eerst gecontroleerd wie kans maakt op een verblijfsvergunning. Mensen die door die eerste ronde komen, gaan naar een asielzoekerscentrum en wachten daar op hun status.’
‘Als ze in Nederland mogen blijven, dan wordt je officieel statushouder,’ zegt De Zwart. ‘Je mag blijven, hebt recht op onderwijs, werk en gewone huisvesting. En dan begint de volgende stap: het vinden van een woning.’
Volgens de Rijksoverheid en dit adviesrapport van Adviesraad Migratie zijn gemeenten wettelijk verplicht om statushouders binnen veertien weken na het verkrijgen van hun verblijfsvergunning te huisvesten. Die termijn is ooit ingevoerd om doorstroming te bevorderen en overvolle asielzoekerscentra te ontlasten.
In de praktijk loopt het echter anders. Uit dit onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) blijkt dat de meeste gemeenten die veertien weken niet halen. Ook de Adviesraad Migratie ziet dat het verblijf van statushouders in opvanglocaties vaak veel langer duurt dan bedoeld, wat hun integratie belemmert en de opvangcapaciteit onder druk zet. De raad wijst vooral op de aanhoudende wooncrisis en knelpunten bij de uitvoering van het rijksbeleid op lokaal niveau als oorzaken voor de vertraging.
‘In Zuid-Limburg, waar nog sprake is van bevolkingskrimp, lukt het vaak sneller,’ vertelt De Zwart. ‘Maar in Utrecht of Eindhoven, waar de woningdruk hoog is, duurt het veel langer. Die termijn wordt zelden gehaald.’
Vaak wordt gedacht dat statushouders voorrang krijgen boven Nederlandse woningzoekenden, maar dat klopt niet helemaal. Ze vallen onder de categorie spoedzoekers, net als mensen die huiselijk geweld ontvluchten of jongeren uit de jeugdzorg. ‘Ze hebben dus niet méér rechten dan andere spoedzoekers,’ legt De Zwart uit, ‘maar wel dezelfde urgentie.’
De invloed van statushouders op de woningmarkt blijkt beperkt. In 2024 moesten gemeenten samen zo’n 27.000 statushouders huisvesten, terwijl het totale woningtekort meer dan 400.000 woningen bedroeg.
‘Het is niet zo dat Nederlanders jaren thuis moeten wonen omdat er migranten zijn,’ zegt De Zwart. ‘Het tekort komt vooral doordat er jarenlang te weinig sociale huurwoningen zijn bijgebouwd.’ Volgens hem speelt ook de regionale economie een rol. ‘In Eindhoven zie je dat expats van bedrijven als ASML een veel grotere druk uitoefenen op de woningmarkt dan statushouders,’ legt hij uit. ‘Dat zijn vaak hoogopgeleide mensen met meer geld en een belastingvoordeel.’
Conclusie
De bewering van Blommestijn dat statushouders ‘nu vaak binnen 14 weken een woning toegewezen krijgen’ bevat een kern van waarheid, maar klopt in de praktijk niet. De termijn van veertien weken bestaat wel degelijk in de wet, maar de meeste gemeenten halen die niet. Gemeenten kampen met een structureel tekort aan betaalbare woningen, en dat raakt iedereen, statushouders, jongeren, starters én spoedzoekers.