Bewering
De hypotheekrenteaftrek betekent voor een normaal startersgezin €400 per maand weg.
Inleiding
In het RTL-verkiezingsdebat van 12 oktober 2025 stelde VVD-lijsttrekker Dilan Yeşilgöz dat het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek een normaal startersgezin €400 per maand zou kosten. In deze factcheck wordt onderzocht of die bewering klopt: wat laten de cijfers zien en wat zegt een deskundige?
Oordeel: Gedeeltelijk onjuist
De claim dat starters €400 per maand kwijt zouden zijn door het schrappen van de hypotheekrenteaftrek klopt alleen bij hoge hypotheken en in de eerste jaren van de looptijd. Voor de meeste huishoudens is het voordeel kleiner, en een deel kan via beleid of belastingverlaging worden gecompenseerd. Bovendien wil geen enkele partij de renteaftrek in één keer volledig afschaffen, maar hooguit geleidelijk afbouwen. Het risico dat starters plotseling €400 per maand extra kwijt zijn, is dus niet realistisch.
Bron van de bewering
De uitspraak deed Yeşilgöz tijdens het RTL-verkiezingsdebat met D66-lijsttrekker Rob Jetten. Ze stelde dat het plan van D66 om de hypotheekrenteaftrek af te schaffen de lasten van een gemiddeld startersgezin met circa €400 per maand zou verhogen. Het bedrag werd echter niet onderbouwd met cijfers of bronnen.
Hypotheekrenteaftrek
De hypotheekrenteaftrek houdt in dat huiseigenaren de rente die zij betalen over hun hypotheek mogen aftrekken van hun belastbaar inkomen. Hoe groot het voordeel is, hangt af van de hoogte van de hypotheek, het inkomen, de rente en het eigenwoningforfait. In 2025 geldt een maximaal aftrektarief van 36,97%, volgens cijfers van de Belastingdienst.
Volgens hypotheekadviesketen Van Bruggen bedroeg in het eerste kwartaal van 2025 de gemiddelde tienjaar vaste hypotheekrente met Nationale Hypotheek Garantie (NHG) 3,68%. De gemiddelde hypotheekaanvraag lag op €429.000.
Rekenvoorbeeld
De VVD stuurt als reactie op deze factcheck een berekening door. Dit is een vergelijkbare berekening zoals deze hieronder, de uitkomst is ook vergelijkbaar. De berekening hieronder bevat de meest recente cijfers.
Bij een hypotheek van €429.000 en een rente van 3,68% betaalt een huishouden ongeveer €1.317 bruto rente per maand. Bij een aftrektarief van 36,97% levert dat een belastingvoordeel op van circa €487 per maand. Daartegenover staat het eigenwoningforfait, gemiddeld 0,35% van de WOZ-waarde, wat neerkomt op ongeveer €70 extra belasting per maand. Het netto voordeel komt daarmee op ongeveer €415 per maand — dus grofweg het bedrag dat Yeşilgöz noemde.
Zowel de VVD-berekening als een actuele herberekening bevestigen dat de hypotheekrenteaftrek voor een doorsnee starter in 2025 ongeveer €400 per maand bedraagt.
Deze rekensom mist alleen enige nuance. Belangrijk om te weten is dat het voordeel echter in de loop der tijd af neemt. Bij een annuïteitenhypotheek bestaat de maandlast aan het begin grotendeels uit rente, terwijl dat aandeel later kleiner wordt. Daardoor daalt ook het fiscale voordeel geleidelijk. Wanneer de hypotheekrenteaftrek dus per direct worden afgeschaft lopen starters 400 euro mis, maar geen enkele partij heeft in haar verkiezingsprogramma staan dat de hypotheekrenteaftrek in één keer wordt afgeschaft, overal gaat het om een geleidelijke afbouw over meerdere jaren.
Deskundige bron
Volgens prof. dr. Peter Boelhouwer, hoogleraar Housing Systems aan de TU Delft, klopt het dat starters in de eerste jaren het grootste voordeel hebben van de hypotheekrenteaftrek, omdat zij vooral rente betalen en nog weinig aflossen. Bij goedkopere woningen is dat voordeel kleiner. ‘Starters betalen in het begin het meest aan rente, dus kunnen ze het meeste aftrekken,’ zegt hij. “Maar naarmate ze meer aflossen, daalt het voordeel vanzelf.’
Boelhouwer vindt het bedrag van €400 per maand als algemene schatting te hoog. ‘Je kunt niet zomaar zeggen dat het 400 euro bij de maandlasten komt. De meeste partijen kiezen er in hun plannen voor om dat geld via andere wegen terug te geven.’ De overheid loopt in 2025 zo’n €11,2 miljard mis aan inkomsten door de hypotheekrenteaftrek. Dat bedrag kan volgens hem worden ingezet voor belastingverlaging of inkomenssteun, waardoor de lastenstijging voor huiseigenaren deels wordt gecompenseerd. ‘En als je inflatie en inkomensgroei meeneemt, kom je misschien op de helft uit,’ aldus Boelhouwer.
Hij vindt dat Yeşilgöz de situatie te somber schetst: ‘Ze doet net alsof het onbetaalbaar wordt voor starters, dat mensen in financiële problemen komen. Dat mag ze niet zeggen.’ Uit onderzoek blijkt dat de koopquote, het deel van het inkomen dat aan wonen wordt uitgegeven, de laatste jaren juist daalt. Ook bij een geleidelijke afbouw van de hypotheekrenteaftrek blijft die trend volgens hem bestaan, alleen iets minder snel.
Conclusie
De bewering dat het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek een startersgezin €400 per maand zou kosten, is alleen in uitzonderlijke gevallen juist, bijvoorbeeld bij een dure woning en in de eerste jaren van de hypotheek. Voor de meeste starters ligt het voordeel aanzienlijk lager, zeker als inkomensgroei, inflatie en mogelijke belastingverlaging worden meegenomen. Daarbij wordt de hypotheekrenteaftrek in politieke plannen niet in één keer afgeschaft, maar stapsgewijs afgebouwd, waardoor de financiële impact beperkt blijft.