Zijn er gelijke kansen in het onderwijs?  Onderzoeker Eddie Denessen van de Radboud Universiteit zegt dat het onderwijs niet voor iedereen even eerlijk is. In zijn onderzoek, “Van verticale naar horizontale differentiatie: Een pleidooi voor gelijkwaardiger onderwijs”, legt hij uit dat scholen nog te vaak denken in termen als hoog en laag.

Volgens het onderzoek worden kinderen al vroeg met elkaar vergeleken. Op de basisschool krijgen ze toetsen en een schooladvies dat bepaalt naar welke middelbare school ze gaan. Dat lijkt normaal, maar zorgt ervoor dat sommige kinderen al jong minder kansen krijgen. Wie op een lager niveau begint, komt moeilijker hogerop, ook al heeft die leerling talent.

Volgens Denessen werkt ons onderwijssysteem als een ladder. Hoe hoger je komt, hoe meer status en geld je later kunt verdienen. Mensen met een universitaire opleiding verdienen gemiddeld veel meer dan mensen met een mbo-diploma. Daardoor willen ouders vaak dat hun kind zo hoog mogelijk terechtkomt, wat weer zorgt voor meer prestatiedruk bij leerlingen.

De voormalige minister van Onderwijs, Robbert Dijkgraaf, stelde voor om het onderwijs meer als een waaier te zien in plaats van een ladder. In een waaier zijn alle opleidingen anders, maar even belangrijk. Denessen vindt dat ook. Hij zegt dat we moeten stoppen met denken dat sommige opleidingen beter zijn dan andere, en meer moeten kijken naar wat bij een kind past.

Eerlijk onderwijs betekent volgens Denessen dat elk kind de kans krijgt om zich te ontwikkelen op zijn eigen manier. Niet iedereen hoeft naar de universiteit om succesvol te zijn. Als kinderen leren wat bij hen past en daar waardering voor krijgen, dan is dat pas echt gelijke kansen voor iedereen.

Bezuinigingen in het onderwijs: wie betaald de echte prijs? Bekijk hier een video reportage hoe wethouder Hilbert Bredemeijer en Leerjaar

coördinator Rianne Zwaan hierop reageren.