Nederland verandert van een land van werknemers in een land van zelfstandigen. In 2025 telt het land ruim 1,3 miljoen mensen die werken zonder personeel. Dat is een recordaantal, dat elk jaar blijft stijgen. Wat ooit gold als een uitzonderlijke keuze, is inmiddels een groot onderdeel geworden van de arbeidsmarkt. De groei van het aantal zzp’ers zegt iets over meer dan alleen werk: het weerspiegelt een bredere verschuiving in waarden, waarin autonomie en persoonlijke zingeving belangrijker lijken dan zekerheid en structuur.
Vrijheid is het woord dat vaak klinkt in gesprekken over zelfstandig ondernemerschap. Eigen baas, geen vaste uren, de mogelijkheid om werk te combineren met zorgtaken of persoonlijke ambities. Toch blijkt die vrijheid niet onbeperkt. Uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat zelfstandigen weliswaar meer tevreden zijn over hun werk dan werknemers, maar zich tegelijkertijd wel vaker zorgen maken over hun financiële situatie. Achter het ideaal van onafhankelijkheid schuilt dus wel een vorm van kwetsbaarheid.
De coronapandemie maakte dat zichtbaar. Toen opdrachten voor veel zzp’ers massaal wegvielen, bleek hoe dun het vangnet voor zelfstandigen werkelijk was. Terwijl werknemers gebruik konden maken van loondoorbetaling of andere steunregelingen via hun werkgever, moesten veel zelfstandigen improviseren om het hoofd boven water te houden. Toch zorgde de crisis niet voor een kentering. Integendeel: sindsdien groeide de groep zelfstandigen verder. Voor velen woog de behoefte aan autonomie blijkbaar zwaarder dan de angst voor onzekerheid. Ook omdat mensen door het thuiswerken tijdens de pandemie merkten dat een eigen planning maken toch veel waarde kan hebben.
De groei roept vragen op over de toekomst van werk in Nederland. Waar ligt de balans tussen vrijheid en bescherming? De overheid zoekt naar manieren om zelfstandigen beter te verzekeren tegen ziekte of inkomensverlies, maar stuit op een paradox: te veel regulering tast de zelfstandigheid aan, die velen juist zo waarderen. Voorlopig blijft het vangnet grotendeels eigen verantwoordelijkheid. Een dag niet gewerkt betekent vaak een dag niet betaald, en een pensioen moet zelf worden opgebouwd.
Arbeidssociologen spreken van een ‘versplinterde werkcultuur’, waarin vaste structuren plaatsmaken voor individuele keuzes. Die ontwikkeling verandert niet alleen de economie, maar ook hoe we naar werk kijken. De traditionele zekerheid van een vast contract wordt ingeruild voor de belofte van zelfbeschikking; een belofte die ook zeker niet voor iedereen even haalbaar blijkt, want een heleboel zelfstandigen geven het ook wel snel weer op.
De nieuwe zelfstandige staat symbool voor een generatie die vrijheid als hoogste goed ziet, maar daarbij ook de risico’s accepteert die dat met zich meebrengt. De uitdaging voor de komende jaren wordt om die vrijheid houdbaar te maken: niet als luxe voor de weinigen die het zich kunnen veroorloven, maar als werkbare realiteit voor de memsen die kiezen voor onafhankelijkheid.
In de onderstaande audioreportage het verhaal van Angelique Weidijk: zij werkte ruim tien jaar lang in loondienst als schoonmaakster, maar is daarna als zzp’er de markt ingegaan. Zij werkt inmiddels al ruim 20 jaar als zzp’er.
