Bewering
Twee derde van de vrouwen wil thuis bij hun gezin zijn

Oordeel
Onjuist

Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op moment van publicatie.

Bron van de bewering
Deze uitspraak van 9 november 2025 komt uit een bericht van Turning Point Nederland, een organisatie die zich richt op het verspreiden van conservatieve en nationalistische standpunten onder jongeren. Turning Point Nederland is de Nederlandse tak van het Amerikaanse Turning Point USA, opgericht door Charlie Kirk. De organisatie is vooral actief op sociale media en staat bekend om haar kritische houding tegenover progressieve onderwerpen, zoals feminisme, klimaatmaatregelen en migratie.

In het bericht op X stelt Turning Point Nederland dat ‘twee derde van de vrouwen wil thuis bij hun gezin zijn.’ Er wordt echter geen bron of onderzoek genoemd dat deze claim ondersteunt. Ik heb Turning Point Nederland gemaild met de vraag op welk onderzoek of welke bron deze uitspraak gebaseerd is, maar kreeg geen inhoudelijke reactie op deze specifieke claim.

Onderzoek
Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) had in 2025 ongeveer 69,5 procent van de vrouwen tussen de 15 en 75 jaar betaald werk. Dat betekent dat de meeste vrouwen actief deelnemen aan de arbeidsmarkt, al werken ze gemiddeld nog altijd minder uren dan mannen (77,3 procent). Vooral bij vrouwen tussen de 55 en 65 jaar is dat verschil groot. Toch is er een duidelijke ontwikkeling zichtbaar: jongere generaties vrouwen werken vaker én meer uren dan hun moeders en grootmoeders deden.

Uit de Emancipatiemonitor 2024 van het CBS en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat veel vrouwen in deeltijd werken, maar dat dit meestal een bewuste keuze is. Voor veel vrouwen is deeltijdwerk een manier om werk en gezinsleven beter te combineren. Dat betekent echter niet dat ze niet willen werken of liever volledig thuisblijven.

Universitair docent Esmée Zwiers van de Universiteit Amsterdam, die veel onderzoek doet naar arbeidsparticipatie van vrouwen, benadrukt dat beeld ook. ‘Meer dan driekwart van de vrouwen met een partner geeft aan plezier te hebben in hun werk’, vertelt Zwiers. ‘Bovendien vinden veel vrouwen hun werk belangrijk voor hun persoonlijke ontwikkeling en voor de sociale contacten die het oplevert.’

Zwiers benadrukt dat geschiedenis en beleid een grote rol hebben gespeeld in hoe vrouwen tegenwoordig werken. Ze legt uit dat tot in de jaren tachtig en negentig het werken van getrouwde vrouwen zelfs werd ontmoedigd door belastingregels. Kinderopvang werd pas echt breed beschikbaar rond 2005. Daardoor was deeltijdwerk lange tijd eigenlijk de enige manier voor vrouwen om überhaupt aan het werk te kunnen gaan.

Daarnaast beïnvloedt het krijgen van kinderen ook het werkpatroon. ‘Het inkomen van vrouwen daalt gemiddeld met 46% na de geboorte van hun eerste kind, terwijl het inkomen van mannen gelijk blijft. Dat laat zien hoe direct kinderen invloed hebben op hoeveel vrouwen kunnen en willen werken’, vertelt Zwiers.

Daarnaast wijst Zwiers op de internationale context. In Nederland werkt het grootste percentage vrouwen parttime van alle OESO-landen (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling met 38 lidstaten), en ook het verschil tussen mannen en vrouwen is hier het grootst. ‘Dat laat zien dat keuzes van vrouwen altijd in context moeten worden gezien: historisch, sociaal en economisch.’

Keuzes van vrouwen
Wetenschappelijk onderzoek van Booth & van Ours (2012) laat zien dat gehuwde vrouwen vaak in deeltijd werken en dat ze daar grotendeels tevreden mee zijn. Voor de meeste vrouwen is deeltijdwerk geen uitdrukking van een wens om volledig thuis te blijven, maar juist een manier om werk, gezin en persoonlijke omstandigheden met elkaar te combineren.

Daarnaast laat onderzoek naar vrouwelijke ambitie zien dat maatschappelijke verwachtingen en normen een grote rol spelen bij de keuzes die vrouwen maken. In haar artikel ‘Do Women Lack Ambition?’ (Fels, 2004) beschrijft Anna Fels hoe vrouwen vaak hun werk- en loopbaankeuzes aanpassen aan wat sociaal acceptabel of praktisch haalbaar is, in plaats van alleen te kiezen op basis van persoonlijke voorkeur.

Conclusie
De bewering dat twee derde van de vrouwen liever thuis bij hun gezin wil zijn, klopt niet. De meeste vrouwen werken actief, vaak in deeltijd, en vinden werk belangrijk voor persoonlijke ontwikkeling en sociale contacten. Historische factoren zoals belastingregels en beperkte kinderopvang hebben vroeger keuzes beïnvloed, maar nu maken vrouwen bewuste afwegingen tussen werk en gezin. Werk in deeltijd betekent niet automatisch ‘thuis willen blijven’.