De oorlog in Europa stond gisteren centraal in een fel debat in de Tweede Kamer. De discussie kwam op een belangrijk moment: vrijdag liep de spanning in het Witte Huis hoog op, waarna president Donald Trump de Amerikaanse militaire steun aan Oekraïne stopzette. Deze beslissing zorgde voor onrust in Europa, waar bondgenoten vrezen voor de gevolgen van verminderde hulp.
In Nederland werd de kwestie direct opgepakt. Tijdens het debat in de Tweede Kamer spraken partijen over de gevolgen van de verslechterende veiligheidssituatie en de rol die Nederland moet spelen. De centrale vragen: moet Nederland zijn steun aan Oekraïne uitbreiden nu de VS zich terugtrekt? En welke gevolgen heeft dit voor de Europese veiligheid?
Bijna alle partijen benadrukten het belang van solidariteit en wezen op eerdere toezeggingen van Nederland, waaronder militaire leveringen en financiële steun. In het debat liet Schoof doorschemeren de lijn van de afgelopen jaren voort te willen zetten. Dat zou betekenen dat er in Nederland zo’n 3,5 miljard euro wordt vrijgemaakt voor hulp aan Oekraïne. Partijen als PVV en SP zien dat geld het liefst uit de bevroren tegoeden komen die de afgelopen jaren zijn ingehouden van de Russen. Minister van Financiën, Eelco Heinen, zei gisteren bij Nieuwsuur dat dat juridisch nog heel lastig is.
Volgens Schoof moeten we “realistisch zijn”, de premier benadrukt dat het zonder de Amerikanen niet kan: “zeker niet op korte termijn.” Partijen als D66, CDA, Volt en het NSC als coalitiepartij vinden dat er een ‘plan B’ moet komen, waarbij alleen de Europese landen voor de afschrikking van Rusland zorgen.
Vandaag komen in Brussel de Europese leiders weer bijeen en wordt gewerkt aan nieuwe Europese defensieplannen, terwijl NAVO-bondgenoten overleggen over een bredere aanpak.
Terwijl de geopolitieke spanningen verder oplopen, lijkt één ding zeker: het debat over de Nederlandse rol in deze oorlog is nog lang niet voorbij.