Het aantal Nederlanders met een studieschuld is opnieuw gedaald. Begin 2025 hadden zo’n 1,6 miljoen studenten en oud-studenten een schuld openstaan bij DUO, zo meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dat zijn er circa 150 duizend minder dan in 2023.

De belangrijkste verklaring ligt in de herinvoering van de basisbeurs in het hoger onderwijs sinds het studiejaar 2023/2024. Doordat een deel van de studiefinanciering nu weer als beurs wordt verstrekt, hoeven studenten minder vaak te lenen.

Toch is het beeld niet eenduidig positief. Want hoewel het aantal leners daalt, groeit de omvang van de schulden juist. In 2025 hadden 146 duizend mensen een studieschuld van minstens 50.000 euro, bijna 10.000 meer dan een jaar eerder. En meer dan 3.000 mensen zitten zelfs met een schuld boven de 100.000 euro. Het gemiddelde bedrag is ook gestegen: met 18.200 euro per persoon staat de studieschuld op het hoogste niveau sinds de invoering van het leenstelsel in 2015.

Die cijfers geven een contrast weer: voor nieuwe generaties studenten lijkt de druk van het lenen af te nemen, maar voor de zogenoemde ‘pechgeneratie’ – studenten die volledig onder het leenstelsel vielen – loopt de financiële last verder op.

Dat verschil zie je ook terug in hoe jongeren zelf naar hun schulden kijken. Uit een onderzoek van ING blijkt dat bijna de helft van de jongeren uit Generatie Z (18-28 jaar) aangeeft schulden te hebben. Bij velen gaat het om studieschuld, maar ook consumptieve leningen en roodstand spelen mee. Jongeren maken zich gemiddeld genomen wel zorgen over hun financiële toekomst, maar die zorgen zijn ongelijk verdeeld: waar de één de lening als een noodzakelijke investering ziet, voelt de ander het als een blok aan het been.

De cijfers vertellen maar een deel van het verhaal. Want wat doet het psychisch voor jongeren die een hoge studieschuld hebben, en hoe werkt schaamte daarbij door? In het onderstaande audiofragment gaan we in gesprek met een student én een schuldhulpverlener over de mentale impact van studieschulden bij jongeren.