Op zondag 7 augustus publiceerde Welingelichte Kringen een artikel met de titel “Smartphone voor 13e kan mentale gezondheid levenslang schaden”. Daarin wordt verwezen naar onderzoek uit het Global Mind Project, waarin gesteld wordt dat jongeren die voor hun dertiende in het bezit zijn van een smartphone, later vaker psychische klachten rapporteren. In het artikel wordt zelfs een vergelijking gemaakt met de impact van tabak of alcohol op de gezondheid.
Wat zegt het onderzoek?
Het Global Mind Project onderzocht gegevens van meer dan 100.000 mensen wereldwijd. De resultaten laten zien dat jongeren die vóór hun dertiende een smartphone kregen, vaker last rapporteren van angst, depressieve gevoelens, concentratieproblemen en suïcidale gedachten. Deze samenhang blijkt sterker bij meisjes dan bij jongens. Volgens de onderzoekers spelen intensief socialmediagebruik en cyberpesten hierin een belangrijke rol.
Het is belangrijk te benadrukken dat de studie enkel samenhangen laat zien en geen oorzaak en gevolgrelaties kan aantonen. Met andere woorden: het vroeg in bezit hebben van een smartphone hoeft niet de oorzaak te zijn van de gemeten klachten. Andere factoren, zoals druk op school, thuissituatie of bestaande kwetsbaarheden, kunnen zowel het smartphonegebruik als de psychische klachten beïnvloeden.
Volgens Lars van de Weerdhof, Psycholoog, er zijn nog geen hele lange onderzoeken die het effect van kinderen tot in de volwassenheid kunnen volgen gezien social media in de huidige vorm nog niet zo lang bestaat. Hierom zijn echt langdurige effecten niet helemaal bekend. Wel is veel onderzoek gedaan naar de effecten op korte termijn. Over het algemeen zijn de effecten van social media op de mentale gezondheid niet al te best. Media als TikTok en Instagram zijn door experts zo gemaakt, dat het steeds je dopamine systeem kleine impulsjes blijft geven bij elke like en swipe, waardoor het enorm verslavend kan zijn. Dit leidt vaak tot overmatig gebruikt met depressieve gevoelens, slapeloosheid en angstproblemen tot gevolg. Vaak gaan jongeren om deze klachten te maskeren nog meer social media gebruiken waardoor er een soort negatieve spiraal ontstaat.
Psychologiestudent Esmee Naayer legt uit dat er wel degelijk verbanden zijn tussen smartphonegebruik en mentale gezondheid, maar dat er geen duidelijk bewijs is dat vroeg smartphonegebruik op zichzelf iemands mentale gezondheid permanent schaadt. Longitudinale studies laten doorgaans kleine maar consistente verbanden zien: jongeren die veel of problematisch gebruik maken van hun telefoon rapporteren vaker depressieve of angstklachten. Sommige recente cohortonderzoeken tonen dat tijd op sociale media in de vroege adolescentie kan samenhangen met een toename van depressieve symptomen over de tijd. Tegelijkertijd zijn de effecten meestal klein en kunnen veel
studies geen definitieve klachten aantonen, omdat bestaande kwetsbaarheden, zoals al aanwezige somberheid, een deel van de samenhang verklaren.
Volgens auteur Andrei Stiru, die het artikel in Welingelichte Kringen schreef, is zijn tekst gebaseerd op het persbericht van de onderzoekers. Hij benadrukt zelf dat de studie slechts wijst op een verband en dat er geen bewijs is voor een direct oorzakelijk effect. Andere factoren, zoals de gezinssituatie, zijn in het onderzoek niet meegenomen. Toch gebruikte hij in zijn titel de formulering “levenslang schaden”, wat een veel sterker en angstiger beeld oproept dan wetenschappelijk verantwoord is.
Het is daarom belangrijk onderscheid te maken tussen wat de onderzoekers daadwerkelijk vonden en hoe dit in de media wordt gepresenteerd. Waar de onderzoekers spreken van “mogelijk langdurige effecten”, vertaalt Stiru dit naar “levenslang”, wat een duidelijke overdrijving is.
Conclusie:
De claim dat een smartphone vóór het 13e levenslang de mentale gezondheid schaadt, is dus deels waar. Het onderliggende onderzoek toont een verband, maar geen bewijs voor een oorzakelijk en blijvend effect. Het is bovendien nog te vroeg om te spreken van levenslange schade, omdat smartphones pas relatief kort een grote rol spelen in het dagelijks leven van jongeren.
Wat wel duidelijk is: jongeren die kwetsbaar zijn bijvoorbeeld door pesten of sociale onzekerheid lopen extra risico op negatieve gevolgen van intensief smartphone gebruik.
Kortom: er zijn verbanden gevonden tussen vroeg smartphonebezit en psychische klachten, vooral bij meisjes. Maar de stellige uitspraak dat dit de mentale gezondheid “levenslang schaadt” is een overdrijving en wordt door de wetenschap niet ondersteund.