Psychiater Neeltje Batelaan beweert dat angststoornissen erger dan gedacht zijn. Ze benoemt zelfs dat na 10 jaar de meeste patiënten met een angststoornis meerder stoornissen hebben of een depressie. Ook zegt Batelaan dat de ernst van angststoornissen wordt onderschat en is er ook geen goede preventie nu. Aartjan Wissink is het niet mee eens alleen vindt hij dat je niet zomaar de stempel depressie erop moet plakken.
In de trouw heeft Neeltje Batelaan op 6 september een interview gegeven. In dit interview heeft zij meerdere beweringen gedaan. Zij heeft in dit stuk geclaimd dat angststoornissen erger zijn dan gedacht en dat de meeste patiënten met een angststoornis na 10 jaar meerdere stoornissen of een depressie hebben.
Cijfers
Batelaan zegt dat 15% van de mensen in Nederland een angststoornis heeft. Volgens het CBS ligt dit aantal op 42% van alle Nederlanders boven de 12 jaar. Hieruit kan je dus concluderen dat angststoornissen iets is dat speelt in Nederland. Het Trimbos spreekt daarentegen van een percentage van 28,6% van de mensen die wel eens een angststoornis heeft gehad. Het is volgens het Trimbos de meest voorkomende stoornis in Nederland. Batelaan moet dit alarmerend.
Batelaan vindt ook dat bijvoorbeeld huisartsen moeten gaan zorgen voor preventie. Ook zou zij het goed vinden als er op scholen les wordt gegeven over angststoornissen.
Preventie
Aartjan Wissink, psychotherapeut die al ruim 26 jaar werkzaam is bij de Rietkamp, is het niet helemaal eens met de beweringen van Batelaan. Dat angststoornissen een groot probleem is in Nederland is hij het mee eens. Hij is een groot probleem en er heerst volgens Wissink best een taboe op dit onderwerp. ‘Mensen zoeken niet snel hulp of gaan naar de huisarts als ze last van angst hebben. Terwijl dit wel zou helpen.’
Wissink denkt dat het zeker zal helpen als er meer preventie voor het probleem is. Hij moet daar tegenover ook dat het belangrijk is dat de mensen een goede behandeling krijgen. Nu krijgt iemand met angstklachten vaak medicijnen van een huisarts. Terwijl een cognitieve gedragstherapie vaak veel beter zal helpen. Daarbij is het dan volgens Wissink wel belangrijk dat er wel goed gefocust wordt op de angst.
Depressie
Wissink is het niet eens met het standpunt dat de meeste patiënten na 10 jaar andere meerdere stoornissen hebben of een depressie. In de gevallen die hij heeft gezien of behandeld hebben niet de meeste patiënten niet per se meerdere andere stoornissen na 10 jaar of een depressie. Hij vindt ook dat je de stempel depressief niet te snel moet plaatsen op iemand. Hij ziet nu vaak dat wanneer iemand zich slecht voelt die al vaak de stempel depressief krijgt.
Conclusie:
Angststoornissen zijn erger dan verwacht.
Angststoornissen zijn de meeste voorkomende stoornis in Nederland.
De ernst van angststoornissen wordt onderschat.
Er moet meer preventie komen op het gebied van angststoornissen.
Angststoornissen zorgen niet per se voor een depressie.
Angststoornissen geven niet per se meerdere stoornissen na 10 jaar.
Bronnen:
CBS
Trimbos
Trouw
Neeltje Batelaan
Aartjan Wissink