Op 9 september vond in de Tweede Kamer het wekelijkse vragenuur plaats. Het was de eerste keer dat de nieuwe minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Jan Anthonie Bruijn. Nog geen vier dagen na zijn aantreden moest hij zich verdedigen tegen kritische vragen vanuit de oppositie. Claudia van Zanten van de BoerBurgerBeweging (BBB) confronteerde hem met de situatie rond het Zuyderlandziekenhuis in Zuid-Limburg.
Volgens Van Zanten is er sprake van een zorgelijke tegenstelling: aan de ene kant maakte het ziekenhuis in 2024 een winst van ruim 21 miljoen euro, waarvan bijna 14 miljoen afkomstig was uit het medisch centrum. Aan de andere kant wordt in Heerlen de acute geboortezorg afgeschaald en moeten inwoners verder reizen voor bevallingen of spoedeisende zorg. Voor Van Zanten is dat “zeer schrijnend”, omdat de winst volgens haar niet terugkomt bij patiënten of personeel.
Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie.
De claim
Volgens de claim van Claudia Van Zanten heeft Zuyderland in kalenderjaar 2024 21 miljoen euro winst geboekt, waarvan 14 miljoen door het medisch centrum. Zij koppelt dit direct aan het afschalen van zorg het ziekenhuis voerde al sinds 2023 geen acute verloskunde meer uit vanwege personeelstekorten en financiële beperkingen. Inwoners zijn daardoor aangewezen op locaties in Sittard-Geleen of verder. Van Zanten stelt dat het onacceptabel is dat een ziekenhuis winst maakt, terwijl basiszorg minder goed bereikbaar wordt. Maar is er wel winst geboekt?
Herkomst cijfers
Het jaarverslag van Zuyderland bevestigt dat het ziekenhuis in 2024 een positief resultaat van ruim 21 miljoen euro heeft geboekt. Het grootste deel hiervan komt uit de reguliere zorgverlening en de declaraties bij zorgverzekeraars. Daarnaast zijn er inkomsten uit ondersteunende diensten, vastgoed en laboratoria. De claim van Van Zanten over de cijfers klopt dus: het ziekenhuis heeft daadwerkelijk miljoenenwinst geboekt en een groot deel daarvan is toe te schrijven aan het medisch centrum.
Belangrijk is wel de context. In Nederland mogen ziekenhuizen een positief resultaat behalen, maar ze mogen dit niet uitkeren aan aandeelhouders of externe partijen. De winst moet binnen de organisatie blijven. Het geld kan worden gebruikt voor onderhoud van gebouwen, investeringen in apparatuur en digitalisering, het versterken van financiële buffers of het aantrekken en behouden van personeel.
Kamerdebat
Tijdens het debat erkende minister Bruijn dat de combinatie van winst en zorgafbouw vragen oproept. Toch benadrukte hij dat de beslissing om de acute geboortezorg vanaf 2030 in Sittard-Geleen te concentreren niet eenzijdig door het ziekenhuis is genomen. Daar ging een uitgebreide regietafel aan vooraf, geleid door voormalig PvdA-Kamerlid Mariëtte Bouwmeester. Aan die tafel zaten zorgverleners, bestuurders en inwoners uit de regio. Uiteindelijk werd er gekozen voor een scenario waarin zoveel mogelijk zorg beschikbaar blijft in Heerlen, maar waarbij hoogcomplexe en acute zorg wordt geconcentreerd op de locatie die het beste scoorde op criteria zoals kwaliteit, veiligheid en personeel.
Volgens de minister is het positief dat Zuyderland financieel gezond is, maar dat neemt de zorgen van inwoners niet weg. Voor BBB blijft de kernvraag: waarom wordt winst geboekt terwijl personeelstekorten niet worden opgelost en cruciale zorg uit de buurt verdwijnt?
Conclusie
Onderzoeksjournalist Jasper J. van Dijk, die eerder publiceerde over winst in de zorg, plaatst de discussie in een breder perspectief. Hij wijst op het verschil tussen ziekenhuizen en andere zorginstellingen. Zorginstellingen mogen hun winst uitkeren, bijvoorbeeld in de vorm van bonussen of dividend. Ziekenhuizen daarentegen mogen hun winst niet uit de organisatie laten vloeien. Volgens Van Dijk is de vraag of er winst is geboekt dus niet de kern. “Die 21 miljoen winst zal er vast en zeker zijn, maar ernstig is dit niet,” zegt hij. “De juiste vraag is wat er met die winst gebeurt en of die wordt gebruikt om zorg en personeel te versterken.”
De claim van Van Zanten dat Zuyderland in 2024 een winst van 21 miljoen euro heeft geboekt is juist. De suggestie dat deze winst rechtstreeks ten koste gaat van de bereikbaarheid van zorg is echter te kort door de bocht, maar ten op zichten van de claim niet relevant. Juridisch en financieel gezien mag een ziekenhuis winst maken, mits dit geld in de zorg zelf wordt geïnvesteerd. De kern van de discussie blijft dus niet de vraag óf er winst is, maar hoe het ziekenhuis die winst inzet in een regio waar de druk op zorg en personeel groot blijft.