Woensdag mochten veel jongeren in Nederland voor het eerst hun stem uitbrengen bij de Tweede Kamerverkiezingen. Voor veel van hen was het een moment van trots en verantwoordelijkheid, eindelijk meetellen in de democratie. Dit jaar mochten ruim 400.000 jongeren tussen 18 en 25 jaar voor het eerst hun stem uitbrengen tijdens de Tweede Kamerverkiezingen.
In Nederland zijn er veel partijen, maar toch geeft 40 procent van de jongeren aan het gevoel te hebben dat géén van deze partijen naar ze luistert, blijkt uit onderzoek van het Jongerenpanel van EenVandaag. Maar ondanks dat jongeren dit gevoel hebben, op wat stemden zij?
Uit het onderzoek van de Volkskrant (oktober 2025) blijkt dat jongeren minder progressief stemmen dan vaak wordt gedacht. De stemmen van jongeren zijn verdeeld: een deel kiest voor progressieve partijen als Volt, GroenLinks-PvdA en Partij voor de Dieren. Maar anderen kiezen juist voor PVV of NSC. Bij de scholierenverkiezingen van ProDemos werd de PVV de grootste partij met bijna 20 procent van de stemmen, daarna D66 met 19,5 procent. Dat laat zien dat jongeren niet allemaal hetzelfde denken, maar juist verschillende zorgen en meningen hebben.
Wat jongeren vooral belangrijk vinden zijn thema’s die met hun dagelijks leven te maken heeft. Zoals woningnood, klimaatverandering, studieschulden en mentale gezondheid. Dat komt ook naar voren in onderzoeken van Pointer en Youngworks.
Maar voelen jongeren die stemmen zich eigenlijk wel goed vertegenwoordig in de Tweede Kamer? Staan er veel jongeren op de lijst en hoeveel jongeren zitten daadwerkelijk in de Tweede Kamer? In de reportage geven Lotte Prins en Wouter de Reus antwoord op deze vragen. Lotte Prins is voorzitter van de NJR en SER. Wouter de reus is 26 en wilt graag de kamer in om jongeren te kunnen vertegenwoordigen. Je kunt de reportage hieronder bekijken!
