De manosfeer groeit. Filmpjes van Andrew Tate en vergelijkbare influencers bereiken dagelijks miljoenen jongeren, met ideeën over mannelijke dominantie en vrouwelijke onderdanigheid. Maar hoe natuurlijk zijn die ideeën eigenlijk? In discussies wordt regelmatig naar het dierenrijk gewezen, alsof hiërarchie daar bewijs zou zijn voor “biologische” verschillen. De werkelijkheid is ingewikkelder.
Volgens socioloog Lute Bos moeten komt een deel uit menselijke geschiedenis. “Uit een historisch perspectief zijn vrouwen altijd onderdrukt geweest, in religie, en qua biologie zijn mannen vaak gezien als sterker.” Die ongelijkheid is volgens de geschiedenis vooral cultureel en religieus gevormd.
Emiel van Loon, onderzoeker naar dierengedrag, ziet dat het beeld van “mannelijke dominantie in de natuur” zelden klopt. In de manosfeer, is dat anders gerepresenteerd. “Er zijn verschillende manieren waarop je kunt domineren,” zegt hij. “En dat gaat niet zozeer om gender. Er zijn groepen waar het sterkste mannetje de baas is, maar ook het oudste vrouwtje.” In het dierenrijk kent macht geen gender, maar verschilt per soort.
In veel soorten is samenwerking het belangrijkst. Zoals bij vogels, zegt Van Loon, delen mannetje en vrouwtje de zorg. “Het vrouwtje en mannetje zoeken dan evenveel naar voedsel, en het vrouwtje zit dan ook de hele tijd achter het mannetje aan om te zorgen dat hij niet stiekem iets zelf wegstopt.”
Gedrag dat afwijkt, zoals vormen van uitsluiting of agressie die nadelig zijn voor de groep, houdt vaak geen stand. “Als dat gedrag niet beloond wordt, dan sterft dat gedrag ook uit,” zegt Van Loon. “Dat plant lang niet altijd voort. In de soort echot dat lang niet altijd door, omdat dat gedrag geen succes toont.” Uit onderzoek blijkt ook dat gedrag in het dierenrijk simpelweg verdwijnt als het niets oplevert. In een studie naar gelada-apen, gepubliceerd in Behavioral Ecology (2024), zagen biologen dat agressief gedrag sterk afnam zodra het geen voordeel meer gaf voor voedsel of voortplanting. Het kost dieren te veel energie om gedrag vol te houden dat niets oplevert, en daardoor blijft het niet bestaan. Gedrag blijft dus niet overeind omdat het “natuurlijk” zou zijn, maar omdat het functioneel is. Zodra dat ophoudt, dooft het dat gedrag uit.
De vraag blijft waarom mensen wél misogynie ontwikkelen en blijven doorgeven. Volgens Van Loon ligt dat aan iets wat dieren niet hebben: het internet. “In de evolutie van mensen en hun ideeënwereld is er een gebrek aan regels van het dierenrijk. Die zijn in de mensenwereld niet van toepassing. Op sociale media is het zo makkelijk om een hele demografie van mensen aan te spreken. Het dierenrijk, die heeft dat niet.”
Beluister hier de audioreportage, waar deze genderrollen in de dierenwereld fors onder de loep worden genomen.
Waarom dieren geen misogynie kennen, en wij wel

Aziatische olifant in Dierenpark Amersfoort
Bron: Minah Eltohamy